We willen naar een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon, vanwege duurzaamheid en gezondheid. Marketeers zijn er daarom druk mee: Vegan is de nieuwe trend. Het aantal vleesvervangers en zuivelvervangers in de supermarkt neemt snel toe. Maar is plantaardige voeding nu ook meteen gezond?
MULTIFILE
‘Wat is gezonde voeding?’ Deze vraag wordt steeds vaker gesteld, zowel in de media als op het diëtistisch spreekuur. Bij het beantwoorden van deze vraag wijzen invloedrijke critici de autoriteit van de wetenschap af. Waarom wantrouwen mensen wetenschappelijke antwoorden? Waarom moet de diëtist uitleggen dat hij of zij de onderzoeken van de Gezondheidsraad volgt? Waarom zijn de adviezen van het Voedingscentrum problematisch geworden? LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/matthijs-fleurke-66279110/ https://www.linkedin.com/in/dorien-voskuil-9b27b115/
DOCUMENT
Cliënten, hun naasten en voedingsprofessionals (diëtisten en voedingskundigen) worden geconfronteerd met technologieën gericht op het verbeteren of behouden van gezondheid en/of kwaliteit van leven. Technologieën worden tevens ingezet om de efficiëntie en/of kosteneffectiviteit van zorg te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn beeldschermzorg en ziekte specifieke apps voor de smartphone. De perspectieven van alle betrokkenen in een praktijksituatie in de gezondheidszorg bepalen hoe technologieën gebruikt worden. In dit hoofdstuk worden verschillende perspectieven op technologie, gezondheid en zorg bediscussieerd en worden dilemma’s beschreven die hieruit kunnen ontstaan. Theorie en praktijk tonen het belang van bewust nadenken over de eigen, persoonlijke perspectieven op technologie, gezondheid, voeding en zorg en over perspectieven van anderen. Conclusie: diëtisten en voedingskundigen hebben de verantwoordelijkheid om sensitiviteit te ontwikkelen voor potentiële dilemma’s bij het gebruik van technologieën om daar in de praktijk zorgvuldig mee om te gaan.
DOCUMENT
Micro and macro algae are a rich source of lipids, proteins and carbohydrates, but also of secondary metabolites like phytosterols. Phytosterols have important health effects such as prevention of cardiovascular diseases. Global phytosterol market size was estimated at USD 709.7 million in 2019 and is expected to grow with a CAGR of 8.7% until 2027. Growing adoption of healthy lifestyle has bolstered demand for nutraceutical products. This is expected to be a major factor driving demand for phytosterols. Residues from algae are found in algae farming and processing, are found as beachings and are pruning residues from underwater Giant Kelp forests. Large amounts of brown seaweed beaches in the province of Zeeland and are discarded as waste. Pruning residues from Giant Kelp Forests harvests for the Namibian coast provide large amounts of biomass. ALGOL project considers all these biomass residues as raw material for added value creation. The ALGOL feasibility project will develop and evaluate green technologies for phytosterol extraction from algae biomass in a biocascading approach. Fucosterol is chosen because of its high added value, whereas lipids, protein and carbohydrates are lower in value and will hence be evaluated in follow-up projects. ALGOL will develop subcritical water, supercritical CO2 with modifiers and ethanol extraction technologies and compare these with conventional petroleum-based extractions and asses its technical, economic and environmental feasibility. Prototype nutraceutical/cosmeceutical products will be developed to demonstrate possible applications with fucosterol. A network of Dutch and African partners will supply micro and macro algae biomass, evaluate developed technologies and will prototype products with it, which are relevant to their own business interests. ALGOL project will create added value by taking a biocascading approach where first high-interest components are processed into high added value products as nutraceutical or cosmeceutical.
De wereldwijde ijsconsumptie in 2016 bedroeg 18.037 miljoen kg. In de US (38,4%) en Europa (30,9%) wordt het meeste ijs geconsumeerd. Van de totale ijsconsumptie wordt 26,6% out-of-home geconsumeerd in enkele verpakking (marketline.com; Global Ice Cream report July 2017). Deze ijsstokjes worden van berkenhout gemaakt. Het hout hiervoor wordt gekapt in Rusland en Scandinavië. Er van uitgaand dat bij de helft van het out-of-home geconsumeerde ijs het ijsstokje de drager is dan wordt hiervoor in Europa jaarlijks 23.721 ton aan berkenstokjes geproduceerd. Wereldwijd gaat het om 76.765 ton. Na de consumptie van het ijsje worden deze stokjes weggegooid. Dit afval wordt doorgaans verbrand. De samenwerkende partners, Babre Holding, Van Rijsingen Ingredients, HAS Hogeschool hebben de ambitie om het consumeren van ijs op ijsstokjes te verduurzamen door het gebruik van hout te vervangen door plantaardige vezels die ontstaan als bijproduct in de voedingsmiddelen industrie. Naast vezels worden eetbare zetmeel gebruikt zodat een stevige matrix ontstaat met dezelfde functionaliteit als het ijsstokje van berkenhout. Momenteel worden deze plantaardige bijproducten grotendeels afgezet naar de feed industrie en groene energie sector, bio vergisting. Met het eetbare vezelrijke ijsstokje worden deze van oorsprong bijproducten opgewaardeerd tot een humaan voedingsproduct. Bovendien draagt het eetbare ijsstokje bij aan de verhoging van de vezelinname, die bij veel consumenten nog onder het niveau ligt dat wordt geadviseerd door het Voedingscentrum. In dit project onderzoeken we de haalbaarheid om een eetbaar, duurzaam en gezond ijsstokje te maken dat opgeschaald kan worden naar industriële schaal. Het geproduceerde ijsstokje voldoet aan de kwaliteitseisen van de ijsproducenten, is vrij van allergenen en bevat voedingsvezels die als nevenstroom ontstaan bij de productie van voedingsmiddelen.
Nieuwe UV-blokkers voor zonnebrandcrèmes zijn nodig. Traditioneel gebruikte UV-blokkers tasten het aquatisch ecosysteem aan (koraalbleking). Rood zeewier, zoals Porphyra (nori) is zeer effectief in zijn bescherming tegen zonnestraling. UV-blokkers in roodwieren zijn Mycosporine-achtige aminozuren (MAA’s) maar ook andere componenten zijn relevant in de bescherming. Het gebruik van roodwier als grondstof in cosmetica is toegestaan maar vanwege prijs en regelgeving niet gangbaar. Samen met het werkveld gaat Hanzehogeschool de kansen voor Europees Porphyra als marien-cultuur gewas onderzoeken. Een drietraps benadering wordt uitgevoerd. 1) De teelt van het in de Nederlandse Delta groeiende Porphyra wordt onderzocht. In West-Europa wordt Porphyra niet op grote schaal geoogst en geteeld. Vegetatieve vermeerdering zal worden opgezet met als richtlijn een zo’n optimaal mogelijk MAA’s gehalte. Dit kan bereikt worden door te variëren in abiotische factoren, inductie van Porphyra. 2) Het doel is om een ingrediënt voor cosmetica te ontwikkelen dat beschermd tegen zonnebrand. Zeewier fracties worden ontwikkeld bestaande uit zowel MAA's als polyfenolen die elkaar aanvullen in UVA en UVB bescherming. 3) Dit zonnefilter moet ook technisch en economisch haalbaar zijn. Dit laatste kan alleen als wordt uitgegaan van een circulair zero-waste totaal bioraffinage waarin ook alle andere componenten worden gevaloriseerd. Hierbij wordt gekeken naar eiwitfracties geschikt voor food en feed applicaties en naar hoogwaardige koolhydraten zoals wateroplosbare voedingsvezels (prebiotica). De aangesloten consortiumpartners zijn expert in het realiseren van de beoogde verwaardingskansen. De aangesloten MKB-ers hebben ambitie in het formuleren van producten (feed, food, non-food en cosmetica) met duurzame ingrediënten uit rood zeewier en het ontwikkelen van de bijbehorende business cases.