U wordt meegenomen in de weerbarstige wereld van kinderen en jongeren, die opgroeien in onze moderne tijd. Ook wordt de maatschappelijke context geschetst, wat zijn we eigenlijk voor een samenleving? En in hoeverre en in welk opzicht is die anders dan die van voorgaande generaties? Deze rede gaat vooral ook over het opvoeden in de huidige tijd en over opvoeden in de toekomst, ook al weten we helemaal nog niet hoe die eruit zal zien. Wie denkt dat er pasklare antwoorden komen voor allerlei opvoedingsdilemma’s, komt bedrogen uit. In dit verhaal zullen juist veel vragen doorklinken. Vragen die het afgelopen jaar zijn opgehaald in het pedagogisch veld, bij ouders en bij professionele opvoeders, maar ook bij kinderen en jongeren. Af en toe worden uitstapjes gemaakt naar sociologische, psychologische en filosofische perspectieven op opgroeien en opvoeden en tevens wordt voortgebouwd op inzichten uit eigen studies naar talentontwikkeling van jongeren.
Op basis van empirische data wordt aangetoond hoe in moderne gezinnen wordt omgegaan met de vrije tijd van kinderen.Zowel kinderen als hun ouders ontwikkelen een hoge mate van flexibiliteit om een evenwicht te vinden tussen vrije tijd als ontspanningstijd en vrijetijd als 'leertijd'. Ouders waarderen de vrijetijd van hun kinderen toenemend als 'leertijd' en stimuleren hen in deze richting. De vrijetijd wordt door ouders gezien als de tijd waarbinnen jongeren zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ontwikkelen op het gebied van consumeren (besteding zakgeld, mobiliteit en tijdsmanagement (tijd vrijmaken voor zowel schoolverplichtingen/ huiswerk, hobbies en niets doen. Bezwaren van vooral ouders van dochters uit de lagere sociale milieus tegen het rondhangen op straat komt niet voort uit morele bezwaren, maar uit angst dat deze van het rechte pad afraken.
In de eerste bijdrage, die van Henriëtta Joosten, docent bij de academie voor ICT&Media, vraagt zij zich af hoeveel ruimte er binnen het onderwijs is voor het kritische 'ja maar' van studenten. Het mag dan een van de doelstellingen van de school zijn, maar bieden opleidingen voldoende tijd en ruimte om te oefenen met het 'ja maar'? Joosten gebruikt het kritische, ontregelende en experimentele denken van Friedrich Nietzsche, zoals verwoord in De vrolijke wetenschap, om inzicht te krijgen in wat het 'ja maar' van studenten en docenten vraagt,en welke grenzen en eisen aan het kritische denken mogen worden gesteld. Ook de tweede bijdrage aan deze bundel, die van Matthijs Fleurke, docent aan de opleiding Voeding en Diëtetiek, richt zich op het kritische denken. De diëtetiek stelt zich ten doel mensen tot een beter, gezonder voedingspatroon te brengen. Van de dikkerd wordt gevraagd dat hij minder gaat eten, en om dat te bereiken is het nodig dat hij zichzelf als te dik beschouwt. Gezondheid geldt in dit geval als hoogste waarde. Lekker smullen, genieten van een patatje en een dikke steak, getuigt van een verkeerde levenshouding. De bijdrage van Fleurke is een kritische doordenking van wat hij, in navolging van Michel Foucault, de 'gezondheidsmacht' noemt. Mag je ook anders over vetzucht denken dan puur en alleen vanuit gezondheidstermen? In de derde bijdrage onderzoekt Sander de Leeuw, student Human Technology en sinds september 2009 stagestudent bij het lectoraat, hoe jongeren hun toekomst kunnen vormgeven. Jongeren hebben nauwelijks ervaring, staan aan het begin van hun beroepsleven, ze kunnen hun keuzes vaak niet overzien. En juist zij moeten beslissingen nemen die hun hele verdere toekomst zullen bepalen? Is het mogelijk hun denkgereedschap aan te reiken, of om instrumenten te ontwerpen die hen aan het denken zetten? De Leeuw gebruikt het idee van ambachtelijkheid, zoals uitgewerkt door Richard Sennett in zijn boek De ambachtsman, om de waarde van oefenen, van met vallen en opstaan verder komen, uit te werken. De vierde bijdrage van de bundel, die van Bert van den Bergh, docent cultuurbeschouwing aan de Academie voor European Studies & Communication Management, ondervraagt het begrip 'zelfregie', een van de kerngedachten van het hedendaagse onderwijs. Van studenten wordt gevraagd dat ze hun eigen levensverhaal vormgeven, waarbij ze zowel de hoofdrol hebben als de regisseur zijn. Hoeveel zelfregie kan een student eigenlijk aan? En wat is de bredere en diepere context van de zelfmanagementgedachte? Van den Bergh laat zien dat er in die gedachte en in die context een aantal paradoxen spelen, die meer en meer ontwrichtend lijken te werken. Zo komt hij uit bij het fenomeen van de depressie, als 'pathologie van de tijd'. In de vijfde bijdrage die in deze bundel is opgenomen, duikt Jean Jaminon, adviseur strategie College van Bestuur, in een onderzoek naar de 'diepe tijd'. Onderwijs heeft naar zijn mening uiteindelijk geen zin als de student niet de twee oerontdekkingen doet die de deur naar de ontdekking van zijn eigen leven openen: de samenleving en de tijd. Wie zijn we, wat betekent ons bestaan in relatie tot de geschiedenis? Hoe verhoudt de tijd van leven, die een mens heeft, zich tot de tijd dat de aarde al bestaat? Het begrip duurzaamheid zoemt rond in vrijwel alle academies van de hogeschool. Docenten en studenten zoeken ijverig naar manieren om verantwoordelijkheid te nemen voor komende generaties. Ook het behoud van wat generaties vóór ons maakten, houdt ons hevig bezig. Maar hoe ver vooruit en achteruit reikt die verantwoordelijkheid? In de zesde bijdrage ten slotte richt Sieglinde Seijffer, die tot eind 2009 verbonden was aan het lectoraat en aan de Academie voor Management & Human Resources, zich op de vraag hoe we om kunnen gaan met een verleden dat ons meer en meer als ervaring wordt aangereikt. Zo is de canon van Nederland ontwikkeld als een nieuw didactisch concept waarbij naast informatie over belangrijke historische gebeurtenissen en personen, mogelijkheden worden aangereikt om het verleden actief te beleven. Aan de hand van het werk van Johan Huizinga, Frank Ankersmit en T.J. Clark neemt ze ons mee op een zoektocht naar hoe kennis over het verleden zich verhoudt tot de ervaring van het verleden.
Gedragsverandering is een actueel onderwerp: jongeren moeten minder drinken, autorijders voorzichtiger rijden, medewerkers stressvrijer werken. Door vanuit een vijftal verschillende invalshoeken, de vijf gedragslenzen, te kijken naar deze vraagstukken, is het mogelijk om gezonder, veiliger en duurzamer gedrag te ontwerpen. Doel Tijdens het 'Touchpoints’ project is er een theoretisch model ontwikkeld, het Persuasive by Design model. Hieruit is een methodiek ontwikkeld die het gedragsperspectief toepasbaar maakt in een ontwerpproces voor ontwerpprofessionals en ontwerpstudenten; de Behavioural Lenses (Gedragslenzen) Toolkit. Deze is ontwikkeld door gedragswetenschappers in samenwerking met de ontwerpbureaus Ideate, Panton, DIG, Greenberry, IJsfontein en GainPlay. De Gedragslenzen beslaan 5 lenzen die vijf aspecten van gedragsverandering omvatten: Gewoonten en Impulsen Weten en Vinden Zien en Beseffen Willen en Kunnen Doen en Blijven doen Resultaten Deze methodiek is al in een groot aantal cases met succes toegepast. Ook is de werking van de toolkit bestudeerd in een aantal wetenschappelijke studies: Hermsen, Renes & Frost, 2014; Hermsen et al., 2015, 2016; Van Essen, Hermsen, & Renes, 2016; Ploos van Amstel et al., 2017). Enkele voorbeelden van cases: Waterbox: Stimuleren van water drinken bij jonge kinderen van ouders met een lage SES. (Ideate) Solace: Wat is het lange termijneffect van een chronisch pijnprogramma en zijn er strategieën te ontwikkelen om terugval te voorkomen? (lectoraat Co-Design) AllerGOGO: Kinderen leren welke hooikoorts klachten ze hebben en welke medicatie hiertegen helpt (Panton) Afval in de hoogbouw: inzicht te krijgen in de gedragsbepalende factoren bij het al dan niet scheiden van afval door de doelgroep. (DIG) Wijkgerichte energietransitie: bewoners te ondersteunen in het nemen van energiebesparende maatregelen (Ideate) Looptijd 01 januari 2021 - 01 januari 2025 Gedragslenzen Toolkit bestellen De toolkit ‘The Behavioural Lenses’ is verkrijgbaar via het lectoraat CO-Design en kost €39,95 (inclusief btw en verzendkosten). Om de toolbox te bestellen vragen wij je om dit formulier te downloaden en ingevuld te mailen naar co-design@hu.nl Je krijgt dan van ons zo snel mogelijk een toolbox opgestuurd. De basistoolkit bestaat uit de volgende tools: De publicatie Ontwerpen voor gedragsverandering door Sander Hermsen en Reint Jan Renes biedt creatieve professionals tips en concrete handvatten voor het ontwerpen van effectieve persuasieve interventies, uitgaande van relevante en onderbouwde kennis uit de psychologie en aanverwante disciplines. De publicatie is gebaseerd op het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’. Renes & Hermsen geven een helder overzicht van relevante theorie, direct toegepast in relevante voorbeelden en uitgewerkt in een breed scala aan strategieën om gedrag te veranderen. Het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’ is ontwikkeld door Sander Hermsen en is gebaseerd op een breed scala aan sociaalwetenschappelijk onderzoek. Het biedt handvatten voor het ontwerpen van persuasieve interventies, gebaseerd op relevante inzichten uit gedragswetenschappen. ‘Persuasive by Design’ bevat drie basisprincipes en stelt ontwerpers in staat bestaande concepten te evalueren en interventies zodanig vorm te geven dat de autonomie van gebruikers wordt vergroot. Ook biedt het model de mogelijkheid om de analyse van doelgroepen en hun gewenste gedrag gestructureerd op te zetten. ‘The Behavioural Lenses’ –ofwel gedragslenzen- helpen designers en multidisciplinaire teams om scherper zicht op gedrag van de doelgroep te krijgen bij ontwerpen voor duurzaam en gezond gedrag. De verschillende ‘lenzen’ uit deze tool geven onder andere inzicht in hoe je automatische facetten van gedrag kunt beïnvloeden, hoe je doelgroep tegenover het doelgedrag staat en wat de motivatie van de doelgroep is. Gedragslenzen Workshop Wil jij of jouw organisatie hier meer van weten? Er zijn verschillende mogelijkheden zoals een workshop of een inspirerende lezing. In de workshop leer je aan de hand van The Behavioural Lenses gedragsdoelstellingen van jouw organisatie, afdeling of product scherp te maken en te vertalen naar interventies. Deze workshop is bedoeld voor iedereen die een (concept) idee heeft voor een gedragsveranderende dienst of daar in de toekomst iets mee wil gaan doen.Heb je interesse in de mogelijkheden? Stuur een mail naar anita.vanessen@hu.nl. Dan bekijken we samen wat we voor je kunnen betekenen. Relevantie De Gedragslenzen worden gebruikt door de ontwerppraktijk en het onderwijs. De ‘creatieve coalitie voor gezondheid' is een samenwerkingsverband van 6 ontwerpbureaus (Ideate, DIG, Panton, IJSfontein, GainPlay en Greenberry). Deze bureaus werken elk op hun eigen wijze met de gedragslenzen toolkit in ontwerpprojecten. Opleiding CMD (Communicatie en Multimedia Design, HU) gebruikt de gedragslenzen in het vak ‘Persuasive Communication’, ‘Studios', en in het afstuderen. Cofinanciering De gedragslenzen zijn ontwikkeld in met cofinanciering vanuit het SIA RAAK project ‘Touchpoints’.
De online wereld is voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefwereld. De meeste jongeren hebben baat bij de online leefwereld: hun cognitieve en sociale vaardigheden nemen toe, en hun vriendschappen en zelfvertrouwen worden gestimuleerd. Een kleine groep (5 tot 10 procent) vertoont online risicogedrag of raakt verslaafd aan sociale media. Deze groep jongeren heeft begeleiding nodig bij het opgroeien in de online leefwereld. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren. Nu de online wereld voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel is van hun leefwereld wordt het voor het jongerenwerk noodzakelijk om ook online te werken. Wat ontbreekt is kennis en handelingsperspectieven voor hoe het jongerenwerk in de online leefwereld jongeren kan vinden, volgen en begeleiden. Hieraan ten grondslag ligt een meer fundamentele vraag. Omdat de leefwereld van jongeren het vertrekpunt van het jongerenwerk vormt, is het jongerenwerk van oudsher gepositioneerd in het vrije tijdsdomein. In de online leefwereld van jongeren vervaagt het onderscheid tussen de opvoeddomeinen thuis, school/werk, vrije tijd waardoor er onduidelijkheid is over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren. Dit project beoogt duidelijkheid te creëren over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren en in co-creatie met jongeren, jongerenwerkers, studenten en docenten drie methodieken te ontwikkelen (‘Online als vindplaats’, ‘Signaleren online’, en ‘Begeleiden online’). We onderzoeken hoe jongerenwerkers door het vinden, volgen en begeleiden van jongeren in de online leefwereld bij kunnen dragen aan de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van jongeren in kwetsbare situaties. Belangrijkste eindproduct is een handboek “Jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren”.