Het ontwikkelen van een goede multichannel strategie is één van de belangrijkste uitdagingen waar retailers vandaag de dag voor staan. Een toenemend aantal ‘traditionele’ retailers ziet het opzetten van een webshop als een belangrijke aanvulling op hun fysieke winkels en probeert te profiteren van de groeiende e-commerce markt. Om retailers te helpen bij de uitdagingen die het combineren van een webshop met fysieke winkels met zich mee brengen, hebben PwC en de Hogeschool van Amsterdam een verkennend onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is om in kaart te brengen hoe multichannel retailers hun bedrijf optimaliseren. In het bijzonder wordt gekeken naar de strategische en operationele uitdagingen waar multichannel retailers voor staan en de manieren waarop zij deze aanpakken. De resultaten zijn gebaseerd op interviews en een online enquête onder 41 multichannel retailers in Nederland.
DOCUMENT
Citizens regularly search the Web to make informed decisions on daily life questions, like online purchases, but how they reason with the results is unknown. This reasoning involves engaging with data in ways that require statistical literacy, which is crucial for navigating contemporary data. However, many adults struggle to critically evaluate and interpret such data and make data-informed decisions. Existing literature provides limited insight into how citizens engage with web-sourced information. We investigated: How do adults reason statistically with web-search results to answer daily life questions? In this case study, we observed and interviewed three vocationally educated adults searching for products or mortgages. Unlike data producers, consumers handle pre-existing, often ambiguous data with unclear populations and no single dataset. Participants encountered unstructured (web links) and structured data (prices). We analysed their reasoning and the process of preparing data, which is part of data-ing. Key data-ing actions included judging relevance and trustworthiness of the data and using proxy variables when relevant data were missing (e.g., price for product quality). Participants’ statistical reasoning was mainly informal. For example, they reasoned about association but did not calculate a measure of it, nor assess underlying distributions. This study theoretically contributes to understanding data-ing and why contemporary data may necessitate updating the investigative cycle. As current education focuses mainly on producers’ tasks, we advocate including consumers’ tasks by using authentic contexts (e.g., music, environment, deferred payment) to promote data exploration, informal statistical reasoning, and critical web-search skills—including selecting and filtering information, identifying bias, and evaluating sources.
LINK
Furosemide is included in the World Anti-Doping Agency’s (WADA) list of prohibited substances because it can be used by athletes to mask the presence of performance-enhancing drugs in urine and/or excrete water for rapid weight loss. But how effective is furosemide in masking prohibited substances in urine? Based on the pharmacology and the available literature, we conclude that the masking effect of furosemide is limited. Furosemide is a doping agent that is mainly relevant for sports with weight categories. Conflict of interest and financial support: none declared.
LINK
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
Gezonde voedselkeuzes maken is niet altijd gemakkelijk. Om consumenten hierbij te helpen, is het wettelijk verplicht om voedingswaarden en ingrediëntenlijsten op verpakkingen van voedingsmiddelen en in de supermarktwebshop te vermelden. Steeds meer van dit soort informatie (food data) komt digitaal beschikbaar, ook voor consumenten. Met apps kunnen consumenten barcodes scannen en zien hoe gezond en ook duurzaam voedingsmiddelen zijn. Deze ontwikkeling biedt ook nieuwe kansen voor producenten om beter op de consumentenvraag in te spelen. Doordat steeds meer food data digitaal beschikbaar komen, kan ook steeds beter gemeten worden hoe gezond ons voedingsmiddelenaanbod is. Maar dan moet die informatie wel kloppen. Hier liggen nog uitdagingen: Food data zijn nog incompleet, onjuist, verouderd of nog helemaal niet digitaal beschikbaar. De oorzaken voor deze suboptimale informatie-uitwisseling liggen in een gebrek aan prioriteit voor food data bij producenten en te weinig samenwerking in de keten. Veel data worden nog handmatig in diverse databases overgetypt. Daarnaast heeft het lectoraat Voeding & Gezondheid van de HAS Hogeschool in de afgelopen jaren een aantal monitoringsstudies gedaan en food data verzameld voor en samen met verschillende partners. Ook hierbij werden food data van foto’s overgetypt. Er wordt dus nog veel handwerk gedaan. Dat moet efficiënter kunnen. Daarom wordt in dit project met praktijkpartners een OCR-tool door-ontwikkeld, getest en geborgd waarmee etiketinformatie van verpakkingen van voedingsmiddelen gedigitaliseerd kan worden. Food data worden verzameld, om de gezondheid van het voedingsmiddelaanbod te bestuderen en datavaardigheden te ontwikkelen bij docenten en bij studenten, die straks in deze foodsector gaan werken. Om uiteindelijk bij te dragen aan de prioriteit voor de juistheid van ‘Food data’ bij het voedingsmiddelenbedrijfsleven en zo consumenten te helpen bij het maken van geïnformeerde keuzes. OCR = Optical Character Recognition, hiermee kunnen beelden van getallen en woorden weer omgezet worden in digitale informatie.
Steeds meer bedrijven die kleding verkopen maken gebruik van internetverkoop (webshop) naast de bestaande fysieke retail-outlet. Daarbij loopt men tegen het probleem aan dat fysiek passen in een winkel wel kan, maar op het internet (nog) niet. Gevolg is dat er meerdere kledingstukken worden toegezonden en daarmee ook meerdere retour komen. De extra kosten van dit proces brengen veel bedrijven in problemen. Centrale vraag van het MKB in de fashion-industrie is dan ook hoe in hun webshop kleding kan worden verkocht die passend is voor de klant, zodat het aantal retouren wordt beperkt. Er zijn diverse MKB-bedrijven vooral in de ICT-sector die creatieve oplossingen voor het probleem hebben bedacht, maar de oplossingen zijn vaak niet voldoende gevalideerd en ingebed in de kledingketen. Daarom wordt in dit voorstel een consortium voorgesteld van modebedrijven én technisch/creatieve bedrijven die vijf oplossingen hebben bedacht voor virtueel passen. De oplossingen worden vergeleken op basis van betaalbaarheid, gebruikersvriendelijkheid en percentage voorspelling van de juiste maat. De oplossingen worden als demonstrator in bij MKB-retailers ingebracht. Op deze wijze krijgen ze een palet aan oplossingen in de vorm van een toolkit en kunnen ze kiezen welke daarvan het best past op hun behoefte. De oplossingen zijn (in volgorde van relatief eenvoudig naar complex): (1) lichaamsmaten inschatten door slimme vragen, (2) omzetten van maatrelatietabel van merk A naar merk B, (3) lichaamsmaten bepalen met smartphone of tablet, (4) 3D lichaamsscantechnieken en (5) een scan omzetten in geprinte of gebreide kleding. De methoden zijn meer aanvullend dan concurrerend en kunnen gezamenlijk een oplossing bieden voor de malaise in de kledingindustrie. Ook het maatschappelijk belang van deze oplossing is significant: Bij de consument groeit het bewustzijn van duurzaamheid en het verminderen van de “CO2 footprint”. Beperking van het aantal retouren van kleding draagt bij aan het verbeteren van de CO2-balans en heeft daarmee positieve waarde voor bedrijf en klant.