Full text via link. Voor mijn promotieonderzoek onderzocht ik de specifieke positie, rol en meerwaarde van het middenkader in welzijnsorganisaties. Zij die op de brug staan tussen het uitvoerende organisatieniveau, het organisatiemanagement en de buitenwereld. We kunnen spreken van teamleiders maar met de term middenmanager benadruk ik ook hun rol binnen de organisatie. In mijn studie staan middenmanagers centraal die leidinggeven aan sociaal-culturele professionals. Dat zijn sociaal werkers met beroepen als opbouwwerker, sociaal-cultureel werker, jongerenwerker, vrijetijdswerker, kinder- of educatief werker. Het zijn deze professionals die activering en participatie tot hun kerntaken rekenen.
LINK
Er is een nieuwe generatie ontmoetingsplekken aan het ontstaan die Huizen van de Wijk worden genoemd en die ‘nieuw welzijn proof’ zijn. Wat is hier zo nieuw aan? Gemeenten en welzijnsorganisaties zijn veelal initiator en sociale professionals moeten er nog altijd de boel bij elkaar houden.
LINK
Technologie speelt een steeds grotere rol binnen zorgen welzijnsorganisaties. Een ontwikkeling die ingrijpt op werk- en zorgprocessen van de professional. Om technologie effectief werkzaam te krijgen, is HR als strategische partner onmisbaar. Dat stellen Jol Stoffers en Tom Brandsma van de Zuyd University of Applied Sciences.
De Nederlandse overheid heeft zich in 2018 gecommitteerd aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Dit akkoord heeft als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële niveau. Om dit te bereiken heeft de Nederlandse regering met diverse maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven uit verschillende sectoren afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord. Deze afspraken hebben grote gevolgen voor burgers. Zo moeten zij bijvoorbeeld drastisch omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening en meer specifiek is er afgesproken dat alle huishoudens voor 2050 aardgasvrij moeten wonen. Dit kan betekenen dat huishoudens grote investeringen moeten plegen voor het installeren van een warmtepomp, het isoleren van hun huis en het treffen van energiezuinige maatregelen. Hoewel er burgers zijn die de energietransitie omarmen, is dit enthousiasme niet onverdeeld. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee, omdat ze de noodzaak van de energietransitie niet altijd delen, het hoge kosten met zich meebrengt en ze vaker wantrouwend naar de overheid kijken. Het Klimaatakkoord stelt echter dat de “wensen en zorgen van burgers en bedrijven zichtbaar moeten worden meegewogen in de keuzes die gedurende de transitie gemaakt worden” (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2019, p. 216), zodat maatschappelijke acceptatie en participatie voor de energietransitie worden geborgd. Het achterblijven van met name groepen met een lage sociaal economische status in de adaptatie van de energietransitie kan leiden tot maatschappelijke ongelijkheid of het zelfs vergroten. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’. In dit project wordt er samengewerkt met welzijnsorganisaties Versa Welzijn, Stichting Balans en de gemeente Soest waarbij wordt gefocust op twee verschillende wijken.
Er is een groep mensen in Utrecht die niet voldoende profiteert van het aanbod op het gebied van gezondheids- en welzijnsinterventies. Met name mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) en/of lage gezondheidsvaardigheden. Deze groep heeft vaker dan gemiddeld te maken met bestaansonzekerheid, door bijvoorbeeld armoede.
Aanleiding Bewegen als medicijn is onomstotelijk bewezen, zeker voor mensen met complexe gezondheidsproblemen. Ondanks deze kennis is toepassen ervan geen standaardpraktijk in de zorg. Hierin verandering aanbrengen is een uitdagend vraagstuk. Praktijkprobleem Medisch Specialistisch Revalidatiecentrum Basalt behandelt jaarlijks duizenden volwassenen met complexe gezondheidsproblemen. Ze streven ernaar om naast herstelzorg en het hervatten van de maatschappelijke rol, duurzaam gezond beweeggedrag te bevorderen, ook na de revalidatieperiode. Het onderzoeksprogramma "Basalt in Beweging" is ontwikkeld om op maat gemaakte ondersteuning te bieden aan revalidanten, gericht op gedragsverandering en het vergroten van de capaciteit, fysieke/sociale omgeving en motivatie tijdens revalidatie. Daarnaast biedt Basalt adviesgesprekken tijdens en na de revalidatieperiode aan om de behoeften van revalidanten af te stemmen op het beschikbare beweegaanbod in hun eigen leefomgeving. Hoewel de exacte gegevens over het aantal revalidanten dat doorstroomt naar beweegaanbod in de eigen leefomgeving niet beschikbaar zijn, blijkt uit onderzoek dat deze groep aanzienlijk minder beweegt dan mensen zonder lichamelijke beperkingen. Dit ondanks de inspanningen vanuit Basalt maar ook de Gemeentes zoals Den Haag en vele stichtingen vanuit het Sport- en Welzijnsdomein. Doelstelling Het PD-traject heeft als hoofddoel om een soepele beweegreis te bieden aan (ex) revalidanten van Basalt in de regio Haaglanden, met subdoelen gericht op het verkennen van de huidige situatie, het ontwikkelen van een gezamenlijk gedragen veranderaanpak en het implementeren en evalueren van deze aanpak. Onderzoeks- en veranderaanpak Een gezamenlijke inspanning van alle stakeholders, waaronder revalidanten, zorgprofessionals, beweeg- en sportinitiatieven, welzijnsorganisaties en de Gemeente Den Haag, is nodig om de beweegreis van revalidanten in kaart te brengen, te herontwerpen, te veranderen en te evalueren. Het PD-traject zal worden aangepakt via actieonderzoek, waar nodig gebruikmakend van designmethodieken, waarbij de perspectieven van betrokkenen worden samengebracht en cyclisch wordt gewerkt aan verkennen, plannen, uitvoeren en evalueren van veranderingen in de beweegreis van revalidanten.