RSS staat voor Rich Site Summary. Maar ook voor Real Simple Syndication en voor RDF Site Summary. De deskundigen zijn het er dus duidelijk nog niet over eens. De verschillende benamingen hebben wel dezelfde inhoudelijke betekenis: RSS wordt gebruikt door content-providers om digitale informatiestromen te kunnen genereren, publiceren en -nog belangrijker- deze wereldwijd onvertraagd over het internet te kunnen distribueren. Meerdere informatiestromen (RSS-feeds) kunnen door de ontvanger weer worden gebundeld in één persoonlijk informatiekanaal. Vanwege die laatste eigenschap wordt RSS ook wel het syndicatie-protocol genoemd.
DOCUMENT
We review over 10 years of research at Elsevier and various Dutch academic institutions on establishing a new format for the scientific research article. Our work rests on two main theoretical principles: the concept of modular documents, consisting of content elements that can exist and be published independently and are linked by meaningful relations, and the use of semantic data standards allowing access to heterogeneous data. We discuss the application of these concepts in five different projects: a modular format for physics articles, an XML encyclopedia in pharmacology, a semantic data integration project, a modular format for computer science proceedings papers, and our current work on research articles in cell biology.
DOCUMENT
Het beheer van grote hoeveelheden documenten vormt een steeds grotere uitdaging voor organisaties. Of het nu gaat om bestaande of nieuwe informatiesystemen, lokaal of in de cloud, informatiemanagers stellen zich de vraag welke mogelijkheden er zijn om de toegankelijkheid en vindbaarheid van de informatie zo effectief mogelijk te realiseren. Een goede vindbaarheid bespaart immers vele uren arbeidstijd en voorkomt incomplete dossiers. Traditionele instrumenten als taxonomieën, thesauri en autorisatielijsten bewijzen daarbij nog dagelijks hun waarde en de technische ontwikkelingen hebben de mogelijkheden uiteraard verruimd: automatische indexering en klassering, ontologieën en hyperlinking zijn waardevolle aanvullingen. In dit boek behandelen we belangrijke methoden en technieken om informatie (documenten) van een organisatie vindbaar te maken. De theorie van de toegankelijkheidsleer wordt vanaf de basis behandeld en aan de hand van vele voorbeelden komen technieken en instrumenten als taxonomie, thesaurus, ontologie, zoekmachine en classificatie aan de orde, inclusief stappenplannen om hier zelf mee aan de slag te gaan. Omdat SharePoint een veelgebruikt platform is voor het beheren en delen van documenten, besteden we een apart hoofdstuk aan de wijze waarop documenten binnen SharePoint zo goed mogelijk vindbaar kunnen worden gemaakt. De hoofdstukken worden afgewisseld met kaderteksten waarin specifiek wordt ingegaan op gerelateerde onderwerpen als XML, machine learning en cardsorting. Iedereen die in de praktijk betrokken is bij de implementatie van een informatiesysteem of in opleiding is tot informatieprofessional kan putten uit de uitgebreide beschrijvingen en handvatten die dit werk biedt. Omdat studenten een deel van de doelgroep vormen, is dit werk als open textbook onder een Creative Commons licentie gratis te downloaden. Originele document: https://udocstore.nl/docs/9789492388001 Joyce van Aalten (docent bij GO Opleidingen) Peter Becker (docent informatiebeheer aan de Haagse Hogeschool en GO Opleidingen) Marjolein van der Linden (docente aan de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Media Informatie en Communicatie en bij de opleiding Communicatie) Eric Sieverts (docent bij VOGIN en GO Opleidingen)
DOCUMENT
De Digitale Universiteit (DU) performed a quickscan to determine the usability of the IMS Question and TestInteroperability (QTI) specification as a format to store questions and tests developed for and by the consortium. The original report is available in Dutch from the website of De Digitale Universiteit and an unofficial English translation of that report can be downloaded. In October 2003, Canvas Learning Ltd., developers of the Canvas Canvas Learning Author and Canvas Learning Player responded to the Quickscan by sending their Canvas Flash player which could also render the test questions developed for the Quickscan. The Canvas Learning Player hadn't been tested as part of the original Quickscan because none of the partners within De Digitale Universiteit was using the application at that time. This addendum contains a short overview of the results of the tests for the Flash player as it was provided by Canvas Learning Ltd. All tests have been conducted by the author of the quickscan using the original test set. The set and the player used can be downloaded as a SCORM compliant package.
DOCUMENT
Mkb’ers durven niet te investeren. Tenminste, als we de voorpagina van het FD van 1 november moeten geloven. In de ‘Staat van het MKB 2019’ van het Comité voor Ondernemerschap staat zelfs dat ondanks de economische groei de bedrijfsinvesteringen niet toenemen. Dit beeld klopt niet.
LINK
Aanboddenken leidt tot nieuwe vastgoedzeepbel en leegstand.
LINK
De Digitale Universiteit (DU) performed a quickscan to determine the usability of the IMS Question and Test Interoperability (QTI) specification as a format to store questions and tests developed for and by the consortium. The original report is available in Dutch from the website of De Digitale Universiteit. This is an unofficial translation in English of that report.
DOCUMENT
Doel van de quickscan is te achterhalen hoeverre de binnen het consortium in gebruik zijnde e-learning applicaties met QTI kunnen omgaan. Meer dan alleen een matrix (ja/nee) zal de quickscan waar mogelijk ook aangeven waarom het niet altijd lukt, of er work-arounds zijn en hoeveel inspanning deze met zich meebrengen. In het onderzoek zijn de volgende applicaties meegenomen: Respondus, QuestionMark Perception, N@tschool!, Blackboard, WebCT, Learn eXact, Testvision, TeleTOP, Lotus LearningSpace. Daarnaast zijn de functionele wensen van het project Rechten Online meegenomen in de evaluatie. Er is in twee stappen gewerkt. In de eerste stap is onderzocht welk van de genoemde applicaties een QTI import heeft (al dan niet via Respondus), applicaties die QTI importmogelijkheid hadden werden onderworpen aan een detailtest. Naast deze rapportage is ook de bij deze quickscan gebruikte testset is in zijn geheel beschikbaar.
DOCUMENT
In het Nederlandse debat rond vorming en onderwijs bestaat onduidelijkheid over de betekenis van het woord persoonsvorming. Dit belemmert de discussie over normatieve en empirische vraagstukken rond persoonsvorming. Een conceptuele analyse is uitgevoerd om de regels voor het gebruik van het woord persoonsvorming te verhelderen. Zowel het concept ‘vorming’ als het concept ‘persoon’ is generiek en differentiërend geanalyseerd. Dit heeft geleid tot een generieke beschrijving van persoonsvorming als ‘blijvende invloed op kenmerkende eigenschappen van een menselijk subject’. Binnen deze beschrijving hebben we drie manieren onderscheiden waarop de betekenis van ‘persoonsvorming’ kan verschillen, en die bepalen wanneer er sprake is van persoonsvorming. Zo kan persoonsvorming als beschrijvende of voorschrijvende term worden gebruikt, als intentiewoord of als resultaatwoord, en voor vorming tot persoon of vorming van personen. Op basis van onze analyse stellen wij voor om de term ‘persoonsvorming’ te gebruiken voor de generieke beschrijving en niet voor meer specifieke betekenissen. Dit generieke concept vormt de basis voor verschillende betekenissen en voor verschillende concepties. Dit zijn normatieve interpretaties van persoonsvorming. Scherp gebruik van het verschil tussen concept en concepties en de verschillende betekenissen, zou voor meer helderheid in de discussie kunnen zorgen.
MULTIFILE