De digitalisering binnen de zorgsector heeft geleid tot aanzienlijke veranderingen in de manier waarop zorgdossiers worden beheerd. Voor verpleegkundigen in opleiding betekent dit dat zij moeten leren werken met deze digitale tools. Om hen hierop voor te bereiden, willen onderwijsinstellingen een zo realistisch en authentiek mogelijke leeromgeving creëren. Ondanks deze inspanningen blijven er uitdagingen bestaan bij de implementatie van didactische elektronische patiëntendossiers (EPD).
LINK
Begin 2022 heeft het iXperium Centre of Expertise Leren met ict de monitor Leren en lesgeven met ict afgenomen in het mbo, in samenspraak met het ministerie OCW, de MBO Raad, MBO Digitaal en het programma ‘Doorpakken op Digitalisering’. Het betrof een landelijke meting waaraan 32 mbo-instellingen deelnamen. In totaal zijn van ruim zesduizend mbo-docenten bruikbare onderzoeksgegevens verzameld. De monitor is vooral bedoeld als een ontwikkelingsgericht instrument dat instellingen, opleidingen en teams kan helpen de visie en ambities aan te scherpen, aanknopingspunten voor gerichte onderwijsontwikkeling en professionalisering te vinden en, bij herhaalde afname, de opbrengsten van ingezette interventies te volgen en waar nodig bij te sturen. Elke instelling kan de eigen resultaten online, via een portal, op een fijnmazig niveau binnen de eigen organisatie bekijken en vergelijken, aansluitend bij de manier waarop de instelling is georganiseerd. Deze manier van terugkoppeling is bedoeld om het gesprek op teamniveau over ict en de eigen ontwikkelbehoeften te faciliteren en vormt een startpunt voor verdere professionalisering. Ondersteunende werkvormen worden door de partners (iXperium, MBO Digitaal) geboden. De rapportage is verdeeld in drie katernen. In Katern C zoomen we in op factoren die docenten motiveren om zich te professionaliseren op het gebied van onderwijs en ict. We kijken daarbij naar de toekomst: op welke thema’s willen docenten zich de komende twee jaar professionaliseren, wat motiveert hen hierbij en zien we hierin verschillen tussen docenten?
MULTIFILE
Deze rapportage bevat resultaten van de monitor Leren en lesgeven met ict, die in 2023 voor de tweede keer is afgenomen onder de docenten van de HAN. De monitor maakt inzichtelijk hoe het is gesteld met de competenties van HAN-docenten voor leren en lesgeven met ict, het feitelijk gebruik van ict in het onderwijs, hoe docenten zich de afgelopen drie jaar hebben geprofessionaliseerd en welke invloed die professionalisering heeft gehad op de competenties en het feitelijk handelen. In deze rapportage staan resultaten over de stand van zaken anno 2023. Daarnaast wordt een vergelijking gemaakt tussen de eerste meting van 2020 en de meting van 2023 om ontwikkelingen vast te stellen. Met de resultaten kunnen academies vervolgstappen nemen en prioriteiten vaststellen met betrekking tot de professionalisering van docenten. Dit onderzoek is uitgevoerd door iXperium Centre of Expertise Leren met ict.
MULTIFILE
Het aanleren en verbeteren van bewegingen is essentieel voor mensen in de revalidatie. Mensen met een verworven neurologische aandoening (bijvoorbeeld volwassenen na een beroerte), moeten bewegingen vaak opnieuw leren en verbeteren om weer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit motorisch leren is een complex en multifactorieel proces. Zorgprofessionals zoals fysio- en ergotherapeuten willen graag een meer inzicht hebben in deze complexiteit zodat zij interventies (nog) meer op maat kunnen aanbieden. Dit maatwerk is nodig voor het duurzaam aanleren en verbeteren van bewegingen. Op het moment is onvoldoende duidelijk welke factoren (mogelijk) van invloed zijn. Docenten, studenten en praktijkbegeleiders (zoals Paramedisch Centrum Zuid) van de zorgopleidingen van Zuyd Hogeschool hebben samen met onderzoekers sterk behoefte aan een beter en vollediger overzicht van deze potentieel beïnvloedende factoren, dat zij in dit project samen met experts vanuit verschillende onderzoekdisciplines (Radboud Universiteit, VU Amsterdam, Universiteit Hasselt, Brunel University) willen ontwikkelen. Doelstelling van dit project is een inventarisatie van factoren die het leren van bewegingen bij mensen na beroerte in de praktijk kunnen beïnvloeden. Hiervoor zal een expertpanel een overzicht van factoren samenstellen op basis van theorie en onderzoeksresultaten. Vervolgens worden de geïdentificeerde factoren door zorgprofessionals (binnen het Kennisnetwerk CVA Nederland) beoordeeld op herkenbaarheid (praktische relevantie) en haalbaarheid (praktisch meetbaar) voor de dagelijkse praktijk. Het resultaat van dit project is een overzicht van factoren die (in theorie en praktijk) het aanleren en verbeteren van bewegingen na een beroerte kunnen beïnvloeden. Deze inventarisatie is een eerste stap om de haalbaarheid van een dynamisch model voor motorisch leren na een beroerte voor de praktijk te verkennen. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.
Het ‘Living Lab, Eerst een Thuis’ van gemeente Utrecht en regiogemeenten geeft dakloze mensen directe toegang tot stabiele huisvesting met ambulante begeleiding. De Hogeschool Utrecht voert actieonderzoek uit. We achterhalen kritische succes- en faalfactoren bij huisvesting, begeleiding en landen in de wijk en zorgen ervoor dat we tussentijds samen kunnen leren en experimenteren. Doel Door dit project krijgen we inzicht in wat werkt bij het huisvesten, begeleiden en helpen landen in de wijk van dakloze mensen. Daarmee willen we de kans op duurzaam herstel van de bewoners vergroten. Leergang Housing First Housing First is bekend als model en systeemaanpak voor het beëindigen van dakloosheid. Wil je weten waar dit precies over gaat? Ben je benieuwd naar wat er bij de implementatie en doorontwikkeling komt kijken? Wil jij met Housing First een effectieve bijdrage leveren aan het beëindigen van dakloosheid? Meld je dan aan voor onze nieuwe Leergang Housing First die in januari '23 van start gaat en wordt verzorgd door Housing First Nederland en Hogeschool Utrecht. Resultaten Inzicht in de kritische succes- en faalfactoren op de thema’s begeleiding, huisvesting en landen in de wijk; Het vergroten van de kans op duurzaam herstel van mensen die na een periode van dakloosheid weer zelfstandig gaan wonen. Looptijd 01 april 2021 - 31 augustus 2023 Aanpak We organiseren groepssessies met bewoners, begeleiders en ketenpartners bij de verschillende projecten die onder het Living Lab vallen. Daarbij kijken wat goed gaat en wat beter kan en vertalen we de opgehaalde informatie naar interventies of actiepunten.
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.