Een oproep aan het nieuwe kabinet om in Nederland, zo mogelijk Europees verband, werk te gaan maken van strategische autonomie op onze energiemarkt. “Kies het voorbeeld van olie en niet van antibiotica. Geef dit een belangrijke plaats in de energiewet. Het zal ons in tijden van crisis enorm veel geld en maatschappelijke onrust besparen en het draagt bij aan het vestigingsklimaat van allerlei belangrijke industrieën die goederen maken die we ook niet kunnen missen, of kunnen exporteren om onze importen te financieren.”
LINK
Computers create environmental problems. Their production requires electricity, raw materials, chemical materials and large amounts of water, and supplies (often toxic) waste. They poison dumping sites and pollute groundwater. In addition, the energy consumption in IT is growing exponentially, with and without the use of ‘green’ energy. Increasing environmental awareness within information science has led to discussions on sustainable development. ‘Green Computing’ has been introduced: the study and practice of environmentally sustainable computing or IT. It is necessary to pay attention to the value of the information stored. In this paper, we explored the possibilities of combining Green Computing components with two theories of archival science (Archival Retention Levels and Information Value Chain respectively) to curb unnecessary power consumption. Because in 2012 storage networks were responsible for almost 30 % of total IT energy costs, reducing the amount of stored information by the disposal of unneeded information should have a direct effect on IT energy use. Based on a theoretical analysis and qualitative interviews with an expert group, we developed a ‘Green Archiving’ model, that could be used by organizations to 1] reduce the amount of stored information, and 2] reduce IT power consumption. We used two exploratory case studies to research the viability of this model.
MULTIFILE
Een belangrijk vraagstuk waar we als samenleving een antwoord op moeten geven is: ?Wat te doen als grondstoffen niet meer voor handen zijn??. Want onze grondstoffenvoorraad is eindig. Het goede antwoord is dan: ?dat lossen we op door het sluiten van kringlopen en de realisatie van een circulaire economie?. Maar hoe doen we dat? Op dit moment weten we nog niet hoe een circulaire economie er idealiter uit zou moeten zien. Veel wordt erover gepraat en geschreven, maar te weinig aandacht bestaat nog voor de toepassing van circulaire processen in de praktijk. En juist in de bouw- en installatiesector, die vaak een conservatieve sector genoemd wordt, staan circulaire toepassingen nog vóór in de innovatie adoptie curve. En uitgerekend deze sector is een enorme materiaal- en grondstoffenverbruiker. De installaties in een gebouw zijn daarbij van groot belang. Bij renovatie van gebouwen heeft maar liefst 50 % van de totale aanneemsom betrekking op installaties. Grote winsten zijn dus te behalen bij de toepassing van circulaire uitgangspunten. De circulaire economie biedt hier kansen. De ontwikkeling van een aantal kennisproducten helpt de samenwerkingspartners in dit onderzoeksproject bij het ontdekken van en stappen zetten op het gebied van een circulaire economie en biedt kansen voor de sector in zijn geheel. Dit onderzoek draagt bij aan de realisatie van de circulaire economie door de ontwikkeling van verschillende kennisproducten. Deze kennisproducten worden ontwikkeld uitgaande van een relevante praktijkcase in de keten onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven (Het Utrechtse Model). De praktijkcase is te vinden in de grootschalige renovatie van twee gebouwen. De Hogeschool heeft opdracht gegeven om in 2016 haar eigen gebouwen te renoveren: het gaat in deze samenwerking om de panden van de Hogeschool Utrecht aan de Padualaan 99 en 101 te Utrecht. Bij de aanbesteding van deze renovatie is geen expliciete uitvraag gedaan naar het circulair maken van de renovatie, maar wel naar duurzaamheid en energiebesparende maatregelen. De Hogeschool Utrecht (al drie jaar achtereenvolgend de meest duurzame hogeschool van Nederland ? aldus Studenten van Morgen) ziet deze renovatie als een kans om tevens een bijdrage te kunnen leveren aan de kennis over circulaire processen en circulaire mogelijkheden voor toekomstige renovaties.
De overgang naar een gasvrije gebouwde omgeving is een belangrijke doelstelling van de energietransitie. Daartoe wordt veel onderzoek gedaan naar het potentieel van lage-temperatuur verwarmingssystemen in bestaande woningen, zoals warmtepompen. Het zal echter nog even duren voordat alle bestaande CV-installaties zijn vervangen. Daarom blijven korte termijn besparingen door aanpassingen aan bestaande CV-installaties belangrijk, zoals door verlaging van de aanvoertemperatuur en waterzijdig inregelen. Veel verwarmingsinstallaties zijn namelijk overgedimensioneerd nadat veel woningen zijn nageïsoleerd. Echter kwantitatief inzicht in de daadwerkelijke besparingen die zonder comfortverlies te realiseren zijn ontbreekt nog. Ruwe schattingen variëren van 2 tot 7%. Daartoe zijn theoretische analyses niet voldoende en is empirisch onderzoek is noodzakelijk. Ook blijkt dat weinig woningeigenaren hiervan op de hoogte zijn en dat installateurs nog zelden deze diensten aanbieden of de klant hierop attenderen. Het energieadviesbureau Energiepaleis (MKB), TVVL (Kennisplatform installatietechniek), FedEC (beroepsvereniging energieadviseur) en MilieuCentraal (consumentenvoorlichting) hebben daarom de HvA gevraagd om onderzoek te doen ter onderbouwing van de kennisoverdracht naar de praktijk, de dienstverlening en verdienmodellen van installateurs en energie-adviseurs en ter versterking van de consumentenvoorlichting. Het laatste zal de vraag naar dienstverlening vergroten. De onderzoeksvragen zijn betrekking op: 1) kwantitatieve besparing; 2) comfortaspecten; 3) verdienmodellen voor dienstverlening; en 4) kennislacunes en hoe deze aan te pakken. Klankbordgroepen van installatiebedrijven en energie-adviseurs zullen betrokken worden bij uitvoering en resultaten van het onderzoek. TVVL en FedEC zullen haar kennis- en leerkanalen inzetten. Het KIEM onderzoek zal samenwerken met het lopende empirische onderzoek naar lage-temperatuur verwarmingssystemen. Dit onderzoek valt binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid: het betreft de ontsluiting van een significante energiebesparingsoptie; het versterkt de valorisatie van innovatie door het ondersteunen van nieuwe dienstverlening door de installatie- en adviessector; en tenslotte de beroepspraktijk en de consumentenorganisaties (de klanten) werken samen aan een gemeenschappelijke vraagstelling.
Gedragsverandering is een actueel onderwerp: jongeren moeten minder drinken, autorijders voorzichtiger rijden, medewerkers stressvrijer werken. Door vanuit een vijftal verschillende invalshoeken, de vijf gedragslenzen, te kijken naar deze vraagstukken, is het mogelijk om gezonder, veiliger en duurzamer gedrag te ontwerpen. Doel Tijdens het 'Touchpoints’ project is er een theoretisch model ontwikkeld, het Persuasive by Design model. Hieruit is een methodiek ontwikkeld die het gedragsperspectief toepasbaar maakt in een ontwerpproces voor ontwerpprofessionals en ontwerpstudenten; de Behavioural Lenses (Gedragslenzen) Toolkit. Deze is ontwikkeld door gedragswetenschappers in samenwerking met de ontwerpbureaus Ideate, Panton, DIG, Greenberry, IJsfontein en GainPlay. De Gedragslenzen beslaan 5 lenzen die vijf aspecten van gedragsverandering omvatten: Gewoonten en Impulsen Weten en Vinden Zien en Beseffen Willen en Kunnen Doen en Blijven doen Resultaten Deze methodiek is al in een groot aantal cases met succes toegepast. Ook is de werking van de toolkit bestudeerd in een aantal wetenschappelijke studies: Hermsen, Renes & Frost, 2014; Hermsen et al., 2015, 2016; Van Essen, Hermsen, & Renes, 2016; Ploos van Amstel et al., 2017). Enkele voorbeelden van cases: Waterbox: Stimuleren van water drinken bij jonge kinderen van ouders met een lage SES. (Ideate) Solace: Wat is het lange termijneffect van een chronisch pijnprogramma en zijn er strategieën te ontwikkelen om terugval te voorkomen? (lectoraat Co-Design) AllerGOGO: Kinderen leren welke hooikoorts klachten ze hebben en welke medicatie hiertegen helpt (Panton) Afval in de hoogbouw: inzicht te krijgen in de gedragsbepalende factoren bij het al dan niet scheiden van afval door de doelgroep. (DIG) Wijkgerichte energietransitie: bewoners te ondersteunen in het nemen van energiebesparende maatregelen (Ideate) Looptijd 01 januari 2021 - 01 januari 2025 Gedragslenzen Toolkit bestellen De toolkit ‘The Behavioural Lenses’ is verkrijgbaar via het lectoraat CO-Design en kost €39,95 (inclusief btw en verzendkosten). Om de toolbox te bestellen vragen wij je om dit formulier te downloaden en ingevuld te mailen naar co-design@hu.nl Je krijgt dan van ons zo snel mogelijk een toolbox opgestuurd. De basistoolkit bestaat uit de volgende tools: De publicatie Ontwerpen voor gedragsverandering door Sander Hermsen en Reint Jan Renes biedt creatieve professionals tips en concrete handvatten voor het ontwerpen van effectieve persuasieve interventies, uitgaande van relevante en onderbouwde kennis uit de psychologie en aanverwante disciplines. De publicatie is gebaseerd op het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’. Renes & Hermsen geven een helder overzicht van relevante theorie, direct toegepast in relevante voorbeelden en uitgewerkt in een breed scala aan strategieën om gedrag te veranderen. Het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’ is ontwikkeld door Sander Hermsen en is gebaseerd op een breed scala aan sociaalwetenschappelijk onderzoek. Het biedt handvatten voor het ontwerpen van persuasieve interventies, gebaseerd op relevante inzichten uit gedragswetenschappen. ‘Persuasive by Design’ bevat drie basisprincipes en stelt ontwerpers in staat bestaande concepten te evalueren en interventies zodanig vorm te geven dat de autonomie van gebruikers wordt vergroot. Ook biedt het model de mogelijkheid om de analyse van doelgroepen en hun gewenste gedrag gestructureerd op te zetten. ‘The Behavioural Lenses’ –ofwel gedragslenzen- helpen designers en multidisciplinaire teams om scherper zicht op gedrag van de doelgroep te krijgen bij ontwerpen voor duurzaam en gezond gedrag. De verschillende ‘lenzen’ uit deze tool geven onder andere inzicht in hoe je automatische facetten van gedrag kunt beïnvloeden, hoe je doelgroep tegenover het doelgedrag staat en wat de motivatie van de doelgroep is. Gedragslenzen Workshop Wil jij of jouw organisatie hier meer van weten? Er zijn verschillende mogelijkheden zoals een workshop of een inspirerende lezing. In de workshop leer je aan de hand van The Behavioural Lenses gedragsdoelstellingen van jouw organisatie, afdeling of product scherp te maken en te vertalen naar interventies. Deze workshop is bedoeld voor iedereen die een (concept) idee heeft voor een gedragsveranderende dienst of daar in de toekomst iets mee wil gaan doen.Heb je interesse in de mogelijkheden? Stuur een mail naar anita.vanessen@hu.nl. Dan bekijken we samen wat we voor je kunnen betekenen. Relevantie De Gedragslenzen worden gebruikt door de ontwerppraktijk en het onderwijs. De ‘creatieve coalitie voor gezondheid' is een samenwerkingsverband van 6 ontwerpbureaus (Ideate, DIG, Panton, IJSfontein, GainPlay en Greenberry). Deze bureaus werken elk op hun eigen wijze met de gedragslenzen toolkit in ontwerpprojecten. Opleiding CMD (Communicatie en Multimedia Design, HU) gebruikt de gedragslenzen in het vak ‘Persuasive Communication’, ‘Studios', en in het afstuderen. Cofinanciering De gedragslenzen zijn ontwikkeld in met cofinanciering vanuit het SIA RAAK project ‘Touchpoints’.