Het hoger onderwijs staat voor de uitdaging om studenten te helpen zich te ontwikkelen tot zelfstandige burgers die zich kritisch kunnen verhouden tot de complexiteit van de samenleving (OCW, 2019). De Dublindescriptoren die voor accreditatie van oordeelsvorming in het hoger onderwijs gelden noemen het oordeelsvorming “dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.” Onderwijs dient hierbij als instrument om bij te dragen aan de ontwikkeling van studenten. Vaak vindt dit zijn vertaalslag in een begrip als kritisch bewustzijn.In dit artikel beschrijven wij onze ervaringen van de ontwikkeling van kritisch bewustzijn, denken en handelen in het hbo van de afgelopen dertig jaar. We baseren ons met name op de ontwikkelingen bij de opleidingen HRM, als nazaat van de sociale academie, en Bedrijfskunde. Maar eerst staan we stil bij het begrip kritisch bewustzijn vanuit de literatuur.
LINK
Dit is de onderzoeksrapportage van 4,5 jaar onderwijsonderzoek naar kritisch burgerschapsonderwijs in het mbo. In dit rapport wordt gereflecteerd op het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten. Dit bestaat uit theoretisch onderzoek, praktijkonderzoek naar formatieve toetsing en de werkwijze van de werkplaats. In de eerste twee jaar lag de focus op visieontwikkeling (doel 1), kennisontwikkeling over didactiek en integratie van kritisch denken in de praktijk (doel 3 en 4) en is de benadering geëvalueerd op de genoemde criteria. Op grond van de opbrengsten en evaluatie van de eerste twee jaar, ontstond behoefte aan meer kennis over formatieve assessment taken (doel 4) en professionalisering van docenten hierin, binnen en buiten de werkplaats (doel 2 en doel 5). We reflecteren op deze doelen en laten zien hoe we tot onze bevindingen zijn gekomen.
DOCUMENT
In deze publicatie geven wij duiding aan het begrip kritisch denken in relatie tot het .beroepsonderwijs.
DOCUMENT
In dit artikel worden drie modellen besproken waarbinnen het concept kritisch denken geplaatst kan worden. De modellen van Benner (intuitie) en Hammond en Eraut (rationele raamwerken)komen aan bod. Het biedt opleidingen een raamwerk om kritisch denken binnen de opleiding te positioneren. De modellen zijn complementair aan elkaar.
DOCUMENT
Een transformatie naar een nieuw economisch paradigma gaat niet vanzelf: wij maken als mensen onderdeel uit van het gevestigde systeem en gedragen ons daar ook naar. Om een echte transformatie te kunnen maken naar een samenleving met nieuwe en andere waarden moeten we eerst te rade gaan bij onszelf. Waarom doe ik wat ik doe? Hoe verhoud ik mij tot anderen en de samenleving? Wat is het effect daarvan? Word ik daar gelukkig van? Kan het ook anders? We moeten leren om kritisch te kijken naar onszelf, de natuur, de maatschappij, de systemen die wij gecreëerd hebben, waaronder ook ons eigen onderwijssysteem. Rust en stilte Dit nadenken en bezinnen kan alleen vanuit rust en stilte. In het muziekstuk 4’33” van componist John Cage spelen de opgestelde muzikanten 4 minuten en 33 seconden lang geen noot. Met de verwijzing naar dit muziekstuk willen de schrijvers benadrukken dat het nemen van rust en stilte in een tijd van een steeds sneller draaiende economie met meer en meer burn-outs (van mensen, systemen en uiteindelijk ook de Aarde) geen vanzelfsprekendheid is. Het zoeken naar rust en stilte in een dolgedraaide wereld vergt om een actieve inspanning. Vanuit het bewustzijn dat vanuit het stilstaan ontstaat is het mogelijk ons ONT-wikkelen: het losmaken van ingesleten patronen, waarden en gewoonten die ons met de paplepel zijn ingegoten. Een mindshift is nodig is om te komen tot andere maatschappelijke waarden en systemen. Het slagen van de circulaire economie is daarvan in grote mate afhankelijk. Deze vergt andere waardesystemen, andere vormen van samenwerking en een andere consumentenvraag. Die komen er niet vanzelf, dat vergt tijd, inspanning en zelfreflectie op alle niveaus. Behoefte Het boek is geschreven door het ‘collectief circulaire economie’: een samenwerkingsverband tussen auteurs van binnen en buiten Fontys. Het doel van het boek is een nieuw licht te werpen op de benodigde transitie naar een circulaire economie. Het voorziet daarmee in een behoefte van onze studenten, die vragen om meer literatuur over circulaire economie. Daarnaast is het boek ook bedoeld voor docenten en professionals. In de diverse hoofdstukken laten de auteurs zien dat de transitie naar een circulaire economie meer is dan het sluiten van grondstofkringlopen. Zij betogen dat een circulair economisch model niet verenigbaar is met het huidige economische systeem gericht op onstuitbare groei en financiële winstmaximalisatie. De transitie naar een echt circulaire economie vergt een grotere transformatie van de maatschappij als geheel: van een competitieve naar een meer coöperatieve samenleving, van een individualistische naar een netwerksamenleving en van het loslaten van ingesleten consumptiepatronen zoals de wens tot steeds meer bezit. Dat er hierin al iets aan het veranderen is in de maatschappij is zichtbaar: een bijvoorbeeld is de razendsnelle en succesvolle opkomst van servicegerichte bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld Swapfiets, waarbij studenten voor een vast per maand altijd een werkende fiets ter beschikking hebben
LINK
Het doel van deze studie is om te achterhalen hoe hbo-studenten HRM en Bedrijfskunde aan het eind van hun opleiding invulling geven aan hun kritischbewustzijn. Deze vraagt komt voort uit eerder onderzoek (Zinsmeister & Bay,2019) waarin studenten die binnen deze opleidingen het premasterprogrammasociologie volgden, opmerkten dat hun reguliere hbo-opleiding sterk gerichtis op disciplinering (‘Erziehung’). Volgens hen werden zij vanuit de premasterjuist aangezet tot ontplooiing (‘Bildung’). In dit artikel wordt nagegaan of dezeervaren verschillen breder gedragen worden onder studenten, en zo ja, waarindit is terug te zien.
LINK
Het hoger beroepsonderwijs heeft het opleiden van studenten tot professionals die in staat zijn om kritisch te denken en zo kunnen bijdragen aan vernieuwing van de beroepspraktijk hoog in het vaandel staan. Wat ‘kritisch denken’ inhoudt, blijft echter vaag. In dit artikel wordt het kritische, ontregelende en bevrijdende denken van Friedrich Nietzsche, zoals verwoord in De vrolijke wetenschap (1999/1887), als uitgangspunt genomen om te onderzoeken hoe ‘kritisch denken’ een bij het hoger beroepsonderwijs passende inhoud kan worden gegeven. Wat zou het voor hedendaagse hbo-studenten en -docenten betekenen als studenten tot deze radicale vorm van kritisch denken worden opgeleid? De voor- en nadelen van het radicale, nietzscheaanse kritische denken worden afgewogen om zo tot een opvatting van kritisch denken te komen dat zowel recht doet aan de vrije, experimenterende en creërende geest van Nietzsche als aan de educatieve doeleinden van het hedendaagse hoger beroepsonderwijs.
MULTIFILE
De coronapandemie heeft opnieuw laten zien dat we in een onderling afhankelijke wereld leven. Wat daar gebeurt, heeft hier ook een weerslag. Er is een groeiend besef dat een kritisch en empathisch bewustzijn cruciaal is voor nationale en internationale samenwerking en vrede en dat dit meer vergt dan het ontwikkelen van culturele sensitiviteit of sociale actieplannen (Lengelle, Jardine, & Bonnar, 2018). Wereldburgerschap wordt gezien als een belangrijk thema in het hoger onderwijs en UNESCO beschouwt de sociaalemotionele ontwikkeling van studenten als fundamenteel onderdeel daarvan. Het probleem is daarbij wel: wat zijn effectieve manieren om dit leerproces op gang te brengen binnen wereldburgerschapsonderwijs?
DOCUMENT
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Orthography is considered to be a major problem in Dutch education, since many pupils don’t seem to be able to master orthographic rules, even after years of education. In educational literature it is argued that the problems related to spelling are caused by approaches that focus more on rules of thumb than on linguistic insights. This is somewhat remarkable, since a good understanding of the Dutch orthographic system requires a fair amount of morphological knowledge. In order to effectively implement this knowledge, the development of a morphological awareness (MA) seems to be required. Therefore, a short intervention was designed for the upper levels of secondary schools (4 havo) which aimed to foster MA and, subsequently, improve orthographic skills. Results of this quasi-experimental study indicate that a short intervention can significantly boost MA, but that students don’t seem to be able to use MA effectively to enhance spelling performance.
DOCUMENT