The purpose of this paper is to gain deeper insight into the practical judgements we are making together in ongoing organizational life when realizing a complex innovative technical project for a customer and so enrich the understanding of how customer orientation emerges in an organization. The outcome contributes to the knowledge of implementing customer orientation in an organization as according to literature (Saarijärvi, Neilimo, Närvänen, 2014 and Van Raaij and Stoelhorst, 2008) the actual implementation process of customer orientation is not that well understood. Saarijärvi, Neilimo and Närvänen (2014) noticed a shift from measuring the antecedents of customer orientation and impact on company performance, towards a better understanding how customer orientation is becoming in organizations. A different way of putting the customer at the center of attention can be found in taking our day-to-day commercial experience seriously, according to the complex responsive process approach, a theory developed by Stacey, Griffin and Shaw (2000). The complex responsive processes approach differs from a systems thinking approach, because it focuses on human behavior and interaction. This means that the only agents in a process are people and they are not thought of as constituting a system (Groot, 2007). Based on a narrative inquiry, the objective is to convey an understanding of how customer orientation is emerging in daily organizational life. Patterns of interaction between people are investigated, who work in different departments of an organization and who have to fulfill customer requirements. This implies that attention is focused towards an understanding in action, which is quite distinct from the kind of cognitive and intellectual understanding that dominates organisational thought. The reflection process resulting from this analysis is located in a broader discourse of management theory.
Het lectorenplatform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Zorg (PIT) richt zich op de implementatie van technologische innovaties in de dagelijkse praktijk met zorg- en welzijnsprofessionals en burgers. In dit projectplan voor 2023-2026 staat beschreven wat de motivatie van PIT is, welke doelstellingen het nastreeft, hoe PIT georganiseerd is en wat de strategische agenda is.
Purpose: The aims of this study were to investigate how a variety of research methods is commonly employed to study technology and practitioner cognition. User-interface issues with infusion pumps were selected as a case because of its relevance to patient safety. Methods: Starting from a Cognitive Systems Engineering perspective, we developed an Impact Flow Diagram showing the relationship of computer technology, cognition, practitioner behavior, and system failure in the area of medical infusion devices. We subsequently conducted a systematic literature review on user-interface issues with infusion pumps, categorized the studies in terms of methods employed, and noted the usability problems found with particular methods. Next, we assigned usability problems and related methods to the levels in the Impact Flow Diagram. Results: Most study methods used to find user interface issues with infusion pumps focused on observable behavior rather than on how artifacts shape cognition and collaboration. A concerted and theorydriven application of these methods when testing infusion pumps is lacking in the literature. Detailed analysis of one case study provided an illustration of how to apply the Impact Flow Diagram, as well as how the scope of analysis may be broadened to include organizational and regulatory factors. Conclusion: Research methods to uncover use problems with technology may be used in many ways, with many different foci. We advocate the adoption of an Impact Flow Diagram perspective rather than merely focusing on usability issues in isolation. Truly advancing patient safety requires the systematic adoption of a systems perspective viewing people and technology as an ensemble, also in the design of medical device technology.
De ambitie is het ontwikkelen van een toegespitste homogeniserende egalisatiemachine inclusief een in de grond flexibel in te bouwen sensorisch meetsysteem voor het implementeren van een innovatieve meetopstelling in het Aeres Innovation Centre (Bodem Band Bassin). In het Bodem Band Bassin wordt in kaart gebracht welke bodemdruk ontstaat door banden- of trackkeus en band/track afstelling bij inzet van machines en werktuigen. Essentie bij onderzoek in het BBB is het preventief zoeken naar de mogelijkheden om de ondergrondverdichting te minimaliseren. Dit stimuleert duurzaam bodembeheer in de landbouw en maakt ondernemers bewust van hoe de afstelling tussen bandformaat, bandafstelling, gewicht werktuig en bodemgesteldheid op elkaar afgestemd kunnen worden. In dit project wordt een, eerder zelf ontwikkelt, sensorisch meetsysteem doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor vertalingen naar praktijksituaties. Na één test is de bodem in het bassin verstoord en daarom moet na elke meting de voorgaande bodemsituatie hersteld worden. Daarvoor wordt in dit project via een morfologische analyse een werktuigbouwkundig constructieplan ontwikkeld zodat na afronding van dit project een dergelijke homogeniserende egalisatiemachine gebouwd kan worden. De essentie van de onderzoeksvraag van dit project ligt in het uitwerken van de zelf ontwikkelde meetopstelling en daarbij gebruik maken van bestaande kennis rondom band- en sensortechniek en bodemkunde. Door de meetopstelling en het egalisatiewerktuig op de tekentafel samen met de telers en mechanisatiebedrijven door te ontwikkelen in een praktijksetting vergroten we het inzicht in de (on)mogelijkheden van deze toepassing en kunnen we een innovatie ontwikkelen die nauw aansluit op de wens van telers zo min mogelijk bodemdruk te veroorzaken. Het ultieme doel is om ondergrondverdichting in de landbouw een halt toe te roepen. Op basis van dit project wordt een groter onderzoeksvoorstel geschreven waar de lectoraten Precisielandbouw (Aeres), Duurzaam Bodembeheer (Aeres) en Mechatronica (Saxion) samen het initiatief in nemen.
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Technologische innovatie maakt het mogelijk om passende zorg te bieden, op de juiste plek en samen met de burger. Het toepassen van technologische innovaties (zoals Virtual Reality, kunstmatige intelligentie, videobellen, robotica en wearables) voor gezondheid en zorg is echter geen vanzelfsprekendheid. Juist omdat het niet aan technologische innovaties schort, maar aan het daadwerkelijke duurzame gebruik ervan, op grote schaal en toegankelijk voor iedereen, is centrale thema van het Platform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Zorg (PIT): “Implementatie van technologische innovaties in de dagelijkse praktijk met zorg- en welzijnsprofessionals en burgers”. Als PIT zetten we ten opzichte van voorgaande jaren zwaarder in op aansluiting bij de landelijke gremia die de onderzoeksagenda’s bepalen en dragen daaraan bij. PIT doet door middel van kennisontwikkeling en vernieuwing van de beroepspraktijk met technologische innovatie voor gezondheid en zorg. Hiermee handelen we naar het gewenste landelijke beleid op het gebied van innovatie en impact. Landelijk werken we aan betere vertegenwoordiging in groeifondsaanvragen en thematafels en aan intensievere samenwerking met o.a. de lectorenplatforms PRIO (thema Health & Wellbeing), Applied Sciences (DAS), Personalised Health en Zelfmanagement, en diverse landelijke initiatieven zoals de Coalitie Digivaardig in de Zorg en Practoraten.nl. In de regio vervullen hogescholen en lectoraten een verbindende rol en ontwikkelen nieuwe kennis in living labs, academies, publiek-private-samenwerkingen, Centres of Expertise en SPRONG-groepen. PIT draagt bij aan scholing op het gebied van implementatie van technologische innovatie aan (toekomstige) zorg-, welzijn- en techniekprofessionals. Lopende activiteiten zetten we voort met een concretiseringsslag op onderwerpen als ‘digitale inclusiviteit’, ‘implementatie van Point-of-Care-Testing’ en ‘de MDR en praktijkgericht onderzoek’. PIT fungeert daarbij als loket en spreekbuis voor praktijkgericht onderzoek waarbij de stakeholders nieuwe onderzoeksideeën of vragen kunnen inbrengen, advies krijgen en toegang krijgen tot onze regionale en landelijke netwerken. Over dit alles communiceert PIT met een breed publiek.