LINK
Patiënten hebben het recht om hun eigen huisartsendossier in te zien. Dat heeft allerlei voordelen – zo krijgen patiënten een groter inzicht in hun eigen gezondheidstoestand en kunnen ze zich beter voorbereiden op het gesprek met de huisarts. Sommige huisartsen maken zich echter zorgen, want patiënten kunnen de informatie ook verkeerd begrijpen en nodeloos ongerust worden. Zijn dergelijke zorgen terecht?
MULTIFILE
Objective To systematically summarize the literature on the course of pain in patients with knee osteoarthritis (OA), prognostic factors that predict deterioration of pain, the course of physical functioning, and prognostic factors that predict deterioration of physical functioning in persons with knee OA. Methods A search was conducted in PubMed, CINAHL, Embase, Psych‐INFO, and SPORTDiscus up to January 2014. A meta‐analysis and a qualitative data synthesis were performed. Results Of the 58 studies included, 39 were of high quality. High heterogeneity across studies (I2 >90%) and within study populations (reflected by large SDs of change scores) was found. Therefore, the course of pain and physical functioning was interpreted to be indistinct. We found strong evidence for a number of prognostic factors predicting deterioration in pain (e.g., higher knee pain at baseline, bilateral knee symptoms, and depressive symptoms). We also found strong evidence for a number of prognostic factors predicting deterioration in physical functioning (e.g., worsening in radiographic OA, worsening of knee pain, lower knee extension muscle strength, lower walking speed, and higher comorbidity count). Conclusion Because of high heterogeneity across studies and within study populations, no conclusions can be drawn with regard to the course of pain and physical functioning. These findings support current research efforts to define subgroups or phenotypes within knee OA populations. Strong evidence was found for knee characteristics, clinical factors, and psychosocial factors as prognostics of deterioration of pain and physical functioning.
De ambitie is het ontwikkelen van een toegespitste homogeniserende egalisatiemachine inclusief een in de grond flexibel in te bouwen sensorisch meetsysteem voor het implementeren van een innovatieve meetopstelling in het Aeres Innovation Centre (Bodem Band Bassin). In het Bodem Band Bassin wordt in kaart gebracht welke bodemdruk ontstaat door banden- of trackkeus en band/track afstelling bij inzet van machines en werktuigen. Essentie bij onderzoek in het BBB is het preventief zoeken naar de mogelijkheden om de ondergrondverdichting te minimaliseren. Dit stimuleert duurzaam bodembeheer in de landbouw en maakt ondernemers bewust van hoe de afstelling tussen bandformaat, bandafstelling, gewicht werktuig en bodemgesteldheid op elkaar afgestemd kunnen worden. In dit project wordt een, eerder zelf ontwikkelt, sensorisch meetsysteem doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor vertalingen naar praktijksituaties. Na één test is de bodem in het bassin verstoord en daarom moet na elke meting de voorgaande bodemsituatie hersteld worden. Daarvoor wordt in dit project via een morfologische analyse een werktuigbouwkundig constructieplan ontwikkeld zodat na afronding van dit project een dergelijke homogeniserende egalisatiemachine gebouwd kan worden. De essentie van de onderzoeksvraag van dit project ligt in het uitwerken van de zelf ontwikkelde meetopstelling en daarbij gebruik maken van bestaande kennis rondom band- en sensortechniek en bodemkunde. Door de meetopstelling en het egalisatiewerktuig op de tekentafel samen met de telers en mechanisatiebedrijven door te ontwikkelen in een praktijksetting vergroten we het inzicht in de (on)mogelijkheden van deze toepassing en kunnen we een innovatie ontwikkelen die nauw aansluit op de wens van telers zo min mogelijk bodemdruk te veroorzaken. Het ultieme doel is om ondergrondverdichting in de landbouw een halt toe te roepen. Op basis van dit project wordt een groter onderzoeksvoorstel geschreven waar de lectoraten Precisielandbouw (Aeres), Duurzaam Bodembeheer (Aeres) en Mechatronica (Saxion) samen het initiatief in nemen.
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Technologische innovatie maakt het mogelijk om passende zorg te bieden, op de juiste plek en samen met de burger. Het toepassen van technologische innovaties (zoals Virtual Reality, kunstmatige intelligentie, videobellen, robotica en wearables) voor gezondheid en zorg is echter geen vanzelfsprekendheid. Juist omdat het niet aan technologische innovaties schort, maar aan het daadwerkelijke duurzame gebruik ervan, op grote schaal en toegankelijk voor iedereen, is centrale thema van het Platform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Zorg (PIT): “Implementatie van technologische innovaties in de dagelijkse praktijk met zorg- en welzijnsprofessionals en burgers”. Als PIT zetten we ten opzichte van voorgaande jaren zwaarder in op aansluiting bij de landelijke gremia die de onderzoeksagenda’s bepalen en dragen daaraan bij. PIT doet door middel van kennisontwikkeling en vernieuwing van de beroepspraktijk met technologische innovatie voor gezondheid en zorg. Hiermee handelen we naar het gewenste landelijke beleid op het gebied van innovatie en impact. Landelijk werken we aan betere vertegenwoordiging in groeifondsaanvragen en thematafels en aan intensievere samenwerking met o.a. de lectorenplatforms PRIO (thema Health & Wellbeing), Applied Sciences (DAS), Personalised Health en Zelfmanagement, en diverse landelijke initiatieven zoals de Coalitie Digivaardig in de Zorg en Practoraten.nl. In de regio vervullen hogescholen en lectoraten een verbindende rol en ontwikkelen nieuwe kennis in living labs, academies, publiek-private-samenwerkingen, Centres of Expertise en SPRONG-groepen. PIT draagt bij aan scholing op het gebied van implementatie van technologische innovatie aan (toekomstige) zorg-, welzijn- en techniekprofessionals. Lopende activiteiten zetten we voort met een concretiseringsslag op onderwerpen als ‘digitale inclusiviteit’, ‘implementatie van Point-of-Care-Testing’ en ‘de MDR en praktijkgericht onderzoek’. PIT fungeert daarbij als loket en spreekbuis voor praktijkgericht onderzoek waarbij de stakeholders nieuwe onderzoeksideeën of vragen kunnen inbrengen, advies krijgen en toegang krijgen tot onze regionale en landelijke netwerken. Over dit alles communiceert PIT met een breed publiek.