Om beter zicht te krijgen op de aard en omvang van dak- en thuisloosheid voerde Hogeschool Utrecht in samenwerking met Kansfonds in 2025 voor de derde keer de ETHOS-telling uit. Hierbij werd gebruik gemaakt van een voor Nederland relatief nieuwe definitie van dakloosheid, de ETHOS-Light classificatie, en van een nieuwe telmethode. Dit rapport bevat de resultaten van de telling die plaatsvond op 10 april 2025 in regio Maastricht-Heuvelland. De telling is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten die onderdeel uitmaken van deze regio: gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten, Gulpen- Wittem, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.
DOCUMENT
Er is in Beter Benutten nog veel behoefte aan bewijs van structurele gedragsveranderingen na aanleiding van ingezette maatregelen. In dit paper geven wij inzicht in het effect van het OV-stimuleringsproject Kom op! Neem het OV van Maastricht Bereikbaar. Wij vergelijken deelnemers van de actie die hebben deelgenomen na aanleiding van een tijdelijke verkeershinder met deelnemers die vanuit hun intrinsieke motivatie hebben gekozen om deel te nemen aan de actie. Met behulp van drie verschillende onderzoeksmethoden zijn de effecten van structurele gedragsverandering op de twee groepen onderzocht. Eén jaar na deelname is er een enquête afgenomen onder de deelnemers van Kom op! Neem het OV. Vervolgens zijn er telefonische interviews gehouden onder de non-respons groep van de enquête, om de kwaliteit van de enquête te waarborgen. Tenslotte beschikt Maastricht Bereikbaar ook over een uniek pannelbestand, waardoor het verschil tussen de twee groepen deelnemers ook middels een longitudinale regressieanalyse kan worden getoetst. Door de combinatie van de drie onderzoeksmethoden wordt de kans verkleind dat de verkregen resultaten beïnvloed zijn door deelnemers die strategisch of sociaal wenselijk hebben geantwoord. Dit maakt het huidige onderzoek uniek en betrouwbaar ten aanzien van de verkregen resultaten.
MULTIFILE
Inaugurele rede voor de Universiteit van Maastricht met als onderwerp publieke gesprekken over gender en biotechnologie.
DOCUMENT
Op 1 juli 2017 lanceerde Maastricht Bereikbaar een proef, waarbij ondernemers een subsidie konden ontvangen voor de aanschaf van een elektrische vrachtfiets. Vier ondernemers maakten van die optie gebruik. De proef loopt nog tot 31 maart 2018.
DOCUMENT
Een verdiepend onderzoek naar de aard en achtergronden van de onveiligheidsbeleving van inwoners van de buurten Mariaberg, Limmel, Pottenberg, Nazareth en Wittevrouwenveld in de gemeente Maastricht. Uitgevoerd door Hogeschool Saxion, lectoraat Maatschappelijke Veiligheid met medewerking van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, in opdracht van de gemeente Maastricht.
MULTIFILE
Sinterklaasrel in Maastricht. Escaleert het Limburgs nationalisme? artikel in DDL op 6 december 2007.
DOCUMENT
Dit is het tweede deel van een drieluik over reïntegratie van bijstandsmoeders in Maastricht. In het eerste deel staan de bijstandsmoeders zelf centraal. In het derde deel wordt de praktijk belicht vanuit de optiek van de samenwerkingspartners van de dienst Sociaal Economische Zaken (SEZ) van de gemeente Maastricht. In dit (deel)onderzoeksrapport staat de WIZ-consulent centraal. In de eerste twee hoofdstukken van het onderzoek wordt de veranderende beleidsarena beschreven waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt, landelijk en in Maastricht. In het derde hoofdstuk wordt stilgestaan bij de opzet van het deelonderzoek. Dan volgt de kern van het onderzoek, in vier hoofdstukken wordt de visie van de WIZ-consulenten verwoord op het landelijke- en gemeentelijke beleid, de samenwerkingspartners, de doelgroep bijstandsmoeders en hun visie op eigen handelen en deskundigheid. In hoofdstuk acht staan de conclusies en aanbevelingen. Overigens: de aanbevelingen komen voor een groot deel uit de kokers van de geïnterviewden. Het illustreert hoe goede WIZ-consulenten betrokken zijn op de uitvoeringspraktijk van de instelling en op de cliënten om wie het uiteindelijk allemaal gaat.
DOCUMENT
Onderzoek naar de praktijk van re-integratie van alleenstaande moeders naar de arbeidsmarkt in Maastricht, Hasselt en Aken. Wat zien professionals (en beleidsmakers) als probleem en oplossing en hoe ziet de doelgroep dat zelf? Hoe kunnen die verschillen overbrugd worden? Een vergelijking over de grenzen kan een extra dimensie geven aan een onderzoek, maar ook aan de verbetering van de praktijk. Het rapport dat voor u ligt: “Bijstandsmoeders in Maastricht” is het resultaat van het eerste deelonderzoek. Het rapport begint met een korte beschouwing over de stand van zaken over het onderwerp, op basis van een literatuurstudie en een eerste werkveldverkenning. Na die eerste verkenning volgen twee hoofdstukken over de opzet van het onderzoek. Eerst een hoofdstuk over de opzet van het totale onderzoek, dan een hoofdstuk over de opzet en uitvoering van het deelonderzoek. Dan de ‘ziel’ van dit onderzoek: Een uitwerking van de interviews met de doelgroep ‘bijstandsmoeders in Maastricht’. De hoofdstukken volgen de thema’s die in de interviews aan de orde kwamen. Het rapport eindigt met een nabeschouwing waarin de onderzoeker reflecteert op de twaalf gesprekken, als onderzoeker, maar wellicht nog meer als docent, maatschappelijk werker en ervaringsdeskundige van heel lang geleden. Daar de geïnterviewde moeders de uitvoeringspraktijk goed kennen, heeft de onderzoeker op basis van de interviews een aantal aanbevelingen geselecteerd waar de professionals wellicht hun voordeel kunnen doen.
DOCUMENT
Dit rapport is het derde deel van een drieluik. In deel één staat de visie van de bijstandsmoeders centraal. In deel twee komen de WIZ-consulenten van de gemeente Maastricht aan het woord. In deel drie staat de vraag centraal hoe de medewerkers van re-integratiebureaus hun werk ervaren, toegespitst op de doelgroep bijstandsmoeders. Het gaat om een kwalitatief onderzoek waarin vier kwesties centraal staan namelijk: het werken vanuit een commerciële setting binnen een juridische context; kennis van- en affiniteit met de doelgroep, methodisch repertoire en samenwerking met de gemeente. Er valt op gebied van beleid, maar ook in de praktijk van re-integratiebureaus en gemeente nog een en ander te verbeteren. In dit rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan, die de status hebben van discussiepunten.
DOCUMENT