Sommige ggz-aanbieders behalen betere behandeluitkomsten dan andere. We kunnen dus wat van elkaar leren. Transparantie over behandeluitkomsten is daarvoor essentieel. Patiënten die behoefte hebben aan keuze-informatie, zorgverzekeraars die optimale kwaliteit wensen tegen acceptabele kosten en hulpverleners die van elkaar willen leren, hebben daar allemaal baat bij. De auteurs laten zien hoe behandeluitkomsten gebruikt kunnen worden voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de ggz aan mensen met ernstige psychische aandoeningen. Een belangrijke strategie daarvoor in benchmarken. Maar over benchmarken bestaat veel verwarring. Waarom is benchmarken zo belangrijk? Hoe komt een benchmark tot stand? En hoe kun je een benchmark inzetten voor kwaliteitsverbetering? Nugter, A., Schaefer, B., Swildens, W. (4 april 2017). SBG Conferentie “GGZ Behandeluitkomsten: Bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ. ROM en benchmarken bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Utrecht, Nederland.
DOCUMENT
De cd-rom HRM biedt een compleet en actueel overzicht van het totale HRM-gebied. Het bevat een unieke verzameling informatie over personeelsmanagement en sociaal beleid. Deze cd-rom geeft richtlijnen, maatregelen en handige tips op het gebied van personeelsmanagement. Het is samen met het zakboek de vraagbaak bij HRM-vraagstukken
DOCUMENT
Deze cd-rom is ontwikkeld onder supervisie van het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs. Het bevat een serie oefeningen rond toonhoogte in het algemeen, en toonhoogte van de menselijke stem in het bijzonder. Ze kunnen zonder of met een minimum aan begeleiding worden uitgevoerd. Het programma is in de eerste plaats bedoeld voor logopedisten in opleiding. In logopedisch onderzoek en therapie zit een aantal onderdelen dat een toonhoogte-aspect heeft. Studenten kunnen in het eerste, algemene deel, hun basiskennis t.a.v. toonhoogte op het vereiste niveau brengen. Het tweede deel van het programma is specifieker gericht op stemonderzoek en stemtherapie. Studenten oefenen zich in specifieke onderdelen t.a.v. de menselijke stem. Verschillende onderdelen zijn ook bruikbaar voor andere disciplines. Zo zou het onderdeel `toonhoogte algemeen in het muziekonderwijs gebruikt kunnen worden.
DOCUMENT
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Eind 2022 woonden in Nederland 17.652 kinderen in een pleeggezin. Van alle pleegzorgplaatsingen betrof 46% een plaatsing in het eigen netwerk van het pleegkind, dat meestal de eigen familie is. Bij deze familieplaatsingen hebben kinderen vaker met loyaliteitsconflicten te maken vanwege complexe familierelaties dan bij plaatsingen buiten hun familie(netwerk). Familiebanden blijken een bijzondere kracht en veerkracht in familieplaatsingen: ‘Eigen bloed is het waard om voor te vechten’ (pleegzorgwerker, Van de Koot et al., 2023). Hoewel familiepleegzorg een veelbelovende vorm van pleegzorg is qua stabiliteit en vertrouwdheid voor het kind, zorgen de intergenerationele familiebanden voor meer conflicten, hoogoplopende emoties en specifieke spanningen. Hierdoor stellen familieplaatsingen de betrokken pleegzorgwerkers vaak voor uitdagingen. Vaak verblijft het kind al in het (familie)pleeggezin voordat de pleegzorgwerker betrokken raakt en kunnen er zorgen bestaan over de veiligheid van het kind. Familieplaatsing in pleegzorg vraagt daarom van pleegzorgwerkers bijzondere kennis en vaardigheden over: 1) het begeleiden van de plaatsing van het pleegkind, en 2) het begeleiden van de familierelaties. Daarover is enerzijds meer onderzoek nodig in de sterke punten en belemmeringen van familiepleegzorg, alsmede de behoeften van pleegkinderen, hun ouders en pleegouders. Anderzijds is het van belang inzicht te krijgen in de vaardigheden, hulpmiddelen en werkvormen die pleegzorgwerkers nodig hebben om deze specifieke vorm van pleegzorg te begeleiden, zodat familieplaatsingen duurzaam en stabiel blijven en/of worden. Dit onderzoek beoogt antwoord te geven op de volgende vraag ‘Hoe kunnen pleegzorgwerkers het pleegkind en zijn pleegouders, ouders en mogelijke andere familieleden gedurende familieplaatsingen zo begeleiden dat de relaties rondom het pleegkind van dusdanige aard zijn dat de loyaliteit van het kind naar alle voor hem belangrijke familieleden mag uitgaan?’. Het consortium beoogt dat potentieel veelbelovende plaatsingen voor kinderen minder vaak in breakdown eindigen, maar dat het kind relationele stabiliteit en welzijn ervaart.
Energy transition is key to achieving a sustainable future. In this transition, an often neglected pillar is raising awareness and educating youth on the benefits, complexities, and urgency of renewable energy supply and energy efficiency. The Master Energy for Society, and particularly the course “Society in Transition”, aims at providing a first overview on the urgency and complexities of the energy transition. However, educating on the energy transition brings challenges: it is a complex topic to understand for students, especially when they have diverse backgrounds. In the last years we have seen a growing interest in the use of gamification approaches in higher institutions. While most practices have been related to digital gaming approaches, there is a new trend: escape rooms. The intended output and proposed innovation is therefore the development and application of an escape room on energy transition to increase knowledge and raise motivation among our students by addressing both hard and soft skills in an innovative and original way. This project is interdisciplinary, multi-disciplinary and transdisciplinary due to the complexity of the topic; it consists of three different stages, including evaluation, and requires the involvement of students and colleagues from the master program. We are confident that this proposed innovation can lead to an improvement, based on relevant literature and previous experiences in other institutions, and has the potential to be successfully implemented in other higher education institutions in The Netherlands.
Centre of Expertise, onderdeel van Zuyd Hogeschool