De openbare ruimte wordt niet alleen gebruikt van om A naar B te komen, te fiets of wandelend. Recreanten en sporters maken ook van de openbare ruimte gebruik. De druk op de openbare ruimte neemt daarmee toe. Tegelijk zien we dat de openbare ruimte niet altijd goed is ingericht naar de eisen en wensen van de verschillende gebruikers. We constateren dan ook dat er nog veel winst is te halen in de inrichting van de openbare ruimte om (meer) actieve beweging te stimuleren. De Innovatie Werkplaats Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte (samenwerkingsverband tussen onderwijs-onderzoek, overheden en bedrijfsleven) ontwikkelt kennis omtrent dit thema. Via verschillende projecten in het landelijke en stedelijke gebied onderzoeken we welke inrichtingsprincipes geschikt zijn om actieve beweging in de openbare ruimte te stimuleren. Daarnaast wordt u bijgepraat over recente wetenschappelijk en praktische ontwikkelingen rondom de beweegvriendelijke openbare ruimte.
LINK
In het kader van Kennis Innovatie Mapping (KIEM) binnen het programma Van afval naar grond-stof (VANG) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het Center of Expertise Smart Sustainable Cities van Hogeschool Utrecht een onderzoek gestart. Het consortium van Hogeschool Utrecht, BOOT, NL Greenlabel, Royal Haskoning, DHV, EBU en provincie Utrecht heeft de volgende vraag beantwoord: “Wat zijn de kansen voor toepassen van principes van circulaire economie in het beheer en de ontwikkeling van de openbare ruimte?”
DOCUMENT
Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen voelt zich eenzaam. Tussen 2012 en 2022 is het percentage dat zich matig of sterk eenzaam voelt toegenomen van 39% naar 49%. Het percentage volwassenen dat zich sterk eenzaam voelt, nam toe van 8 naar 14% (VZinfo, 2023). De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan het verlichten van gevoelens van eenzaamheid. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke kenmerken van de openbare ruimte het sterkst samenhangen met gevoelens van eenzaamheid onder jongvolwassenen.
LINK
Dit reflectieve artikel kijkt terug op de rijke schakering aan perspectieven, benaderingen, aggregatieniveaus en casussen die in dit themanummer aan de orde komen. Het legt de nadruk op het verder ontwikkelen van het perspectief van meervoudige waardecreatie. Wat betekent dit nu voor onderwijs en voor managers? In het onderwijs is veel meer aandacht nodig voor samenwerking en creatieve dialogen. Voor managers is goed opdrachtgeverschap cruciaal. Zo is een goede voorbereiding op dialogen met de architect en andere belanghebbenden van groot belang. Waar staat je organisatie bedrijfskundiggezien, waar ga je en wil je heen, en welk ontwerp van werkprocessen hoort daarbij? Denk ook aan verbindingen met praktijkgerichte onderzoekers. Laat hen voor- en nametingen doen en laat hen inbrengen wat bekend is uit ‘evidence-based design’. Verder is (ver)bouw te zien als organisatieverandering. Waarborg de gebruikersparticipatie en manage de kennisverschillen tussen expert en leek. Gebruikers zijn daarbij de werknemers; betrek ook mensen in staffuncties bij ruimte en operationele uitvoering, zoals facilitymanagement en onderhoudsprofessionals. Wees ten slo…tte alert op kwetsbaarheid van het proces, die kan optreden door personele wisselingen. Borg de inhoudelijke continuïteit tijdens het ontwerpproces en registreer steeds de beslissingen.
LINK
De verschillen in belangen, betrokkenheid, gebruiksvormen en gebruiksdoeleinden van de publieke ruimte tussen volwassenen en jongeren brengt spanningen met zich mee. Deze spanningen dragen niet bij aan een gezonde leefomgeving. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken hoe we de publieke ruimte zo kunnen vormgeven dat iedereen er zich welkom, veilig en thuis voelt. In dit rapport wordt dit onderzocht vanuit de positie van jongeren. De leidende vraag voor dit rapport is: Hoe kan op democratische wijze met jongeren een inclusieve publieke ruimte gecreëerd worden? Deze vraag roept ook een tweetal deelvragen op: Wat zijn de voorwaarden voor de inclusieve publieke ruimte voor jongeren? Hoe krijgt jongerenparticipatie vorm in het creëren van inclusieve democratische publieke ruimte?
DOCUMENT
In een tijd waar ontmoeting, toegang en inclusiviteit hoog op de ruimtelijke agenda staan, speelt de semi-publieke ruimte in potentie een interessante rol. Maar wat zijn eigenlijk deze semi-publieke ruimten en in hoeverre kan je deze ontwerpen of hier beleid voor maken? En hoe gaan wij, als gebruikers, om met de semi-publieke ruimte? Deze themareeks zoekt antwoorden vanuit onderzoek en praktijk, langs verschillende ruimtelijke concepten en verschijnsels en vanuit verschillende perspectieven. Dit artikel biedt een introductie op de semi-publieke ruimte en over de themareeks zelf.
DOCUMENT
In het paper verkennen we de perceptie van de ervaren professionele ruimte van docenten (Pelletier et al. 2002, 2009, zie ook Fruytier et al. 2011). Het bieden van professionele ruimte aan docenten wordt in toenemende mate gezien als een effectieve manier om het studiesucces van studenten in het hoger (beroeps)onderwijs te verbeteren (Vermeulen 2012, Kessels 2012). In de wetenschappelijke literatuur bestaat een brede overeenstemming over de doorslaggevende rol die docenten spelen bij de totstandkoming van kwalitatief hoogwaardig onderwijs (Biesta 2015) en studiesucces (Marzano 2003, Hattie 2008).
DOCUMENT
De inrichting van de publieke ruimte kan leiden tot controverse. Hoe dienen we als democratische samenleving om te gaan met de rol van het verleden, binnen de publieke ruimte, zonder bij te dragen aan verdere polarisering van de samenleving? LinkedIn: https://nl.linkedin.com/in/gerben-bakker-50148818 https://nl.linkedin.com/in/gertjangeling
DOCUMENT
Lectorale rede, Groningen, 14-05-2013Welke effecten heeft de demografische verandering op ruimte en op het dagelijks leven van bewoners.
MULTIFILE
De rol van een participatieve ruimte in de ontwikkeling van burgerschap In toenemende mate is in beleid en onderzoek aandacht voor de ontwikkeling van burgerschap, gestimuleerd door de transitie naar een participatiesamenleving. In dit artikel richten we ons specifiek op burgers in de maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg, wiens burgerschap vaak onderontwikkeld is. Pols (2016) pleit voor het inrichten van fysieke ruimten tussen thuis en werk in waar mensen in een kwetsbare positie kunnen werken aan de ontwikkeling van burgerschap, een participatieve ruimte. In dit artikel reflecteren we op de invloed die een participatieve ruimte kan hebben op de ontwikkeling van individueel en democratisch burgerschap, naast het vaker beschreven relationeel burgerschap. Specifiek beschrijven we karakteristieken van een participatieve ruimte die invloed hebben op ontwikkeling van burgerschap. Naast theoretische inzichten gebruiken we empirische data uit een meerjarig participatief onderzoek naar Je Eigen Stek (JES), een zelfbeheerde maatschappelijke opvang voorziening.JES als participatieve ruimte draagt bij aan de ontwikkeling van individueel, relationeel en democratisch burgerschap, al is dat niet voor alle deelnemers in gelijke mate het geval. Participatieve ruimte als concept helpt dat inzichtelijk te maken. De verschillende vormen van burgerschap kunnen elkaar versterken en beperken. Onze analyse brengt een aantal elementen naar voren hoe een participatieve ruimte invloed heeft op ontwikkeling van de verschillende vormen van burgerschap. We vonden ook specifieke aanwijzingen voor het belang van fysieke aspecten van participatieve ruimte in relatie tot de ontwikkeling van burgerschap.Burgers in de maatschappelijke opvang kunnen burgerschap ontwikkelen, mits adequaat gefaciliteerd in een participatieve ruimte. Daarvoor is het belangrijk zowel in onderzoek als praktijk te kijken naar de kwaliteit van een participatieve ruimte.
DOCUMENT