Het stuk gaat over het inrichten van arbeidspools door ondernemers die gezamenlijk willen voldoen aan social return in aanbestedingen en voorbereid willen zijn op de verplichtingen die voortvloeien uit de door het kabinet voorgenomen Participatiewet en Quotumwet.
LINK
Uit het project Sociaal in het bestek bleek dat ondernemers graag samen invulling willen geven aan social return verplichtingen in aanbestedingen. Door samen arbeidspools in te richten van waaruit werknemers ingezet kunnen worden kunnen zij niet alleen invulling geven aan social return, maar ook aan de verplichtingen in de Participatiewet en kunnen zij de quoteringsregeling voorkomen. Het onderzoek richtte zich op de juridische vormgeving van arbeidspools en op de ervaringen van ondernemers met de inrichting van arbeidspools.
MULTIFILE
In opdracht van de Controlecommissie (namens Provinciale Staten van Limburg) is een Forensische Quick Scan uitgevoerd ter beantwoording van de vraag of er bij de aanbestedingen in het kader van het automatiseringsproject Aristoteles in de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2009 door betrokken bestuurders, ambtenaren, of Condor/TAF opzettelijk en bewust zodanig gehandeld is dat er voldoende gronden zijn voor een vermoeden van een of meer gepleegde strafbare feiten, waaronder een (ambts)misdrijf?
MULTIFILE
Het inrichten van een arbeidspool vraagt veel uithoudingsvermogen van ondernemers. Er is een leading ondernemer nodig. Commitment van de gemeente bij de arbeidspool is cruciaal. De continuiteit van de arbeidspool is afhankelijk van de projecten die bedrijven inbrengen.Onderzoek naar arbeidspools van MKB’ers die gezamenlijk willen voldoen aan verplichtingen vanuit social return in aanbestedingen en vanuit de Participatiewet/Quotumregeling. Het onderzoek richtte zich zowel op de juridische aspecten van de inrichting van een arbeidspool als op de ervaringen van ondernemers. De coöperatie was een van de vormen die centraal stond in dit onderzoek.
De overheid speelt als opdrachtgever en inkoper een belangrijke rol in het circulair maken van de Nederlandse economie. Circulaire inkoop door de overheid komt echter maar langzaam van de grond en vormt nog steeds slechts een klein deel van de totale inkopen van de overheid. Uit gesprekken met circulaire MKB-bedrijven en een uitgevoerde enquête blijkt dat er verschillende barrières zijn om als circulaire ondernemer met succes in te schrijven op aanbestedingen van de overheid. Niettemin zijn er ook succesvolle inschrijvingen van circulaire ondernemers. Als eerste stap in het realiseren van méér circulair aanbesteden en het daartoe verbeteren van de match tussen mkb en overheid, is het doel van onderhavig onderzoek om in kaart te brengen wat de kritische succesfactoren zijn ten aanzien van circulair aanbesteden én van het inrichten van een learning community rond dit thema. Na deze inventarisatie zal vervolgonderzoek nodig zijn voor het verder vormgeven van de learning community en het verzamelen van best practices. Het ultieme doel van de onderzoekslijn is om te komen tot een ontwerp van een raamwerk voor circulair aanbesteden in de regio, dat handvatten en ‘best practices’ bevat, zodat een werkbare aansluiting kan ontstaan tussen het circulaire mkb en de aanbestedingspraktijk van decentrale overheden, zowel inhoudelijk als in het proces. Dit zal resulteren in méér circulair aanbesteden, wat bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen zoals beoogd door de overheid in ‘Nederland circulair in 2050’.
Een belangrijk vraagstuk waar we als samenleving een antwoord op moeten geven is: ?Wat te doen als grondstoffen niet meer voor handen zijn??. Want onze grondstoffenvoorraad is eindig. Het goede antwoord is dan: ?dat lossen we op door het sluiten van kringlopen en de realisatie van een circulaire economie?. Maar hoe doen we dat? Op dit moment weten we nog niet hoe een circulaire economie er idealiter uit zou moeten zien. Veel wordt erover gepraat en geschreven, maar te weinig aandacht bestaat nog voor de toepassing van circulaire processen in de praktijk. En juist in de bouw- en installatiesector, die vaak een conservatieve sector genoemd wordt, staan circulaire toepassingen nog vóór in de innovatie adoptie curve. En uitgerekend deze sector is een enorme materiaal- en grondstoffenverbruiker. De installaties in een gebouw zijn daarbij van groot belang. Bij renovatie van gebouwen heeft maar liefst 50 % van de totale aanneemsom betrekking op installaties. Grote winsten zijn dus te behalen bij de toepassing van circulaire uitgangspunten. De circulaire economie biedt hier kansen. De ontwikkeling van een aantal kennisproducten helpt de samenwerkingspartners in dit onderzoeksproject bij het ontdekken van en stappen zetten op het gebied van een circulaire economie en biedt kansen voor de sector in zijn geheel. Dit onderzoek draagt bij aan de realisatie van de circulaire economie door de ontwikkeling van verschillende kennisproducten. Deze kennisproducten worden ontwikkeld uitgaande van een relevante praktijkcase in de keten onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven (Het Utrechtse Model). De praktijkcase is te vinden in de grootschalige renovatie van twee gebouwen. De Hogeschool heeft opdracht gegeven om in 2016 haar eigen gebouwen te renoveren: het gaat in deze samenwerking om de panden van de Hogeschool Utrecht aan de Padualaan 99 en 101 te Utrecht. Bij de aanbesteding van deze renovatie is geen expliciete uitvraag gedaan naar het circulair maken van de renovatie, maar wel naar duurzaamheid en energiebesparende maatregelen. De Hogeschool Utrecht (al drie jaar achtereenvolgend de meest duurzame hogeschool van Nederland ? aldus Studenten van Morgen) ziet deze renovatie als een kans om tevens een bijdrage te kunnen leveren aan de kennis over circulaire processen en circulaire mogelijkheden voor toekomstige renovaties.