Gebaseerd op publicatie van Bielaczyc & Collins (1999) zijn 14 kaarten ontwikkeld met principes van effectieve leergemeenschappen. Op de voorzijde staat de naam van het principe en de achterzijde staat de toelichting. De kaarten met principes kunnen worden gebruikt om dialoog te voeren en richting te geven over ontwerp, uitvoering en evaluatie van leergemeenschappen, zowel in training van begeleiders van Learning Communities als gebruik met leergemeenschappen zelf.
Een handleiding voor facilitators van learning communities om middelen en materialen doelgericht in te zetten.
MULTIFILE
Hoe kan in ons land innoveren, werken en leren beter worden verknoopt ten dienste van de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan? NWO, Regieorgaan SIA en Topsectoren hebben het initiatief genomen om meer (praktijkgericht) onderzoek te doen naar zogenoemde Learning communities en de kennis hierover beter te delen. De belangstelling voor Learning communities is enorm gegroeid en nu vaak al een vanzelfsprekend onderdeel van (regionaal-) economisch beleid. De nieuwe samenwerkingsverbanden hebben naar verwachting grote gevolgen voor de toekomst van individuele bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen alsook hun collectieve maatschappelijke impact. De grote maatschappelijke uitdagingen als de energie- en zorgtransitie vragen meer kennis, (menselijk) kapitaal en innovaties. Dit staat centraal in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB). Vraag daarbij is hoe medewerkers zich (toekomstbehendig) kunnen blijven ontwikkelen en wat de bijdrage van Learning communities kan zijn. Het ‘dichter tegen elkaar gaan organiseren van innoveren, werken en leren’ gebeurt in varianten als: Fieldlabs, Skills labs, Praktijkwerkplaatsen, Living labs, Centres of Expertise (CoE) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Over de grenzen van de afzonderlijke organisaties, domeinen en professies ontstaan nieuwe leer werkgemeenschappen met alle vragen en effecten vandien. Hoe kunnen we die meerpartijen samenwerkingen beter bouwen, beoordelen, betalen en borgen? Het NWO-onderzoeksprogramma Learning communities omvat onderzoeksprojecten in diverse werkcontexten (logistiek, energie, ICT e.a.). Gemeenschappelijke vraag in het programma: wat zijn de werkzame elementen van zo’n Learning community? Naast kennisontwikkeling door het onderzoeksprogramma wordt ook netwerkvorming gestimuleerd tussen onderzoekers en beleidsen praktijkprofessionals. De overtuiging is dat het potentieel in de driehoek innoveren-werken-leren beter kan worden benut. Voor de versterking van de kennisbasis onder het concept Learning communities hebben wij een inventarisatie gedaan naar benaderingen en zienswijzen. Learning communities worden door ons gepresenteerd als samenwerkingsverbanden tussen organisaties en andere (niet of minder georganiseerde) partijen, die het collectief vermogen vergroten van leren, werken en innoveren. Dit vermogen heeft zowel betrekking op het vermogen van de (beroeps)bevolking om zich aan te passen aan veranderende ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 4 beroepen en werkpraktijken als het innovatie- en verdienvermogen van organisaties en bedrijven. We verkennen perspectieven op de inrichting, opbrengsten en de relationele dynamiek in Learning communities. We benadrukken dat Learning communities bestaan uit verschillende actoren, partijen en groeperingen – ook wel praktijken genoemd – en dat juist op de grens tussen deze praktijken geleerd wordt. Een Learning community ontwikkelt zich gaandeweg op verschillende systeemniveaus van samenwerking. We gaan in op het belang van een constructief klimaat van samenwerking waarvoor vaak (proces) begeleiding nodig is. Op basis van de verschijningen, uitkomsten en dynamiek hebben we een aantal kernprincipes gedefinieerd. Wat betreft verduurzaming van de communities pleiten wij voor een andere manier van denken. In plaats van een focus op de bestendiging van een tijdelijke (organisatie)structuur, gaat het dan over het verduurzamen van het proces van samenwerkend leren, werken en innoveren dat in gang is gezet. Ook waardevolle activiteiten en interacties die hun doorwerking of spin-off hebben buiten de Learning community zorgen voor bestendiging en verduurzaming van het samenwerkend leren. De verkenning van de kennisbasis voor de Learning communities heeft ook nieuwe onderzoeksvragen opgeleverd voor academisch en praktijkgericht onderzoek. Naast de verkenning van de kennisbasis heeft een expertgroep Instrumenten gewerkt aan een inventarisatie waarmee de concepten uit de kennisbasis op een praktische wijze kunnen worden vertaald in instrumenten om Learning communities (door) te ontwikkelen. De tips en selectie van instrumenten en aanbevelingen zijn samengebracht rond de verschillende ontwikkelingsfasen van Learning communities te weten starten, ontwerpen, uitvoeren en verduurzamen. Er zijn heel veel instrumenten die ‘facilitators’ van Learning communities en anderen kunnen gebruiken bij het opzetten en begeleiden ervan. Actuele vraag is dus in hoeverre en op welke wijze een digitaal platform het aanbod van - en de vraag naar - dergelijke instrumenten beter bij elkaar kan brengen. Er is daarom een verkenning gedaan naar (het ontwerp van) een digitaal platform vanuit zowel de vraagkant maar ook de aanbodkant van instrumenten (de onderzoekers en ontwikkelaars van instrumenten). Hoe het concept Learning communities verder ‘carrière zal maken’ hangt in belangrijke mate af van de vraag of deze veranderingen in het ‘landschap van leren en innoveren’ beter kunnen worden geborgd dan tot dusver middels projecten (en tijdelijke projectfinanciering). De onderlinge afhankelijkheid tussen bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen wordt hoe dan ook steeds groter en daarmee de noodzaak om samenwerking op een nieuwe en meer duurzame manier te organiseren. De Learning communities-benadering komt ook terug in verschillende recente Groeifondsprojecten en regionaal-economische innovatiestrategieën, wat als een bewijs kan worden gezien van de hoge verwachtingen van de benadering. Met onze ervaringen en inzichten doen wij tenslotte enkele suggesties voor de agendering van het thema in het nieuwe Kennis- en Innovatieconvenant (2024-2027). Wij benadrukken daarbij dat de bestaande Learning communities tot nu vooral (tijdelijke) ‘hulpstructuren’ zijn gebleken die niet hebben geleid tot fundamentele aanpassing van de primaire processen van de ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 5 betrokken onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. Wij verwachten dat in de toekomst de vernetwerking in (regionale) innovatie-ecosystemen meer radicale consequenties gaan hebben voor die ‘staande organisaties’ en de wijze waarop werkend leren wordt georganiseerd, gefinancierd en beoordeeld. Om ons hierop beter voor te bereiden doen wij een aantal aanbevelingen ten behoeve van een nieuwe onderzoeksagenda, professionaliseringsagenda en transitieagenda die verder richting en invulling kunnen geven aan deze maatschappelijke beweging. Een beweging waaromheen de verwachtingen hooggespannen zijn en waaraan wij gezamenlijk middels deze publicatie met plezier een bijdrage hebben geleverd.
Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
Deze vervolgaanvraag is gebaseerd op de resultaten van de eerste fase aanloopactiviteiten LC en bouwt voort op de geformuleerde conclusies en aanbevelingen. Learning community-ontwikkeling en docentprofessionalisering zijn cruciale elementen in de ontwikkeling van een responsief regionaal ecosysteem gericht op het slimmer en beter opleiden van mensen voor de waterstoftransitie. Met betrekking tot learning community-ontwikkeling onderzoeken we de wijze waarop de integratie van de W in de WIL driehoek verbeterd kan worden. Daarnaast richten we ons met onderzoek op het leren in een learning community te transformeren van leren van elkaar naar leren met elkaar. In het project is daarnaast specifiek aandacht voor de rol van docenten in regionale ecosystemen. Docenten hebben – net als de andere deelnemers in een learning community – een andere rol dan die van de klassieke docent. Die rol verschuift naar samenwerken in de regio, participeren in ontwikkeling van innovaties met bedrijven en onderzoekers en zo meer. Dat vraagt om een andere benadering van docentprofessionalisering. We richten regionale experimenten in waarin verschillende mechanismes en interventies rond de ontwikkeling van learning communities en de veranderende rol van deelnemers daarin worden onderzocht op hun effectiviteit.