CoSIE is een acroniem voor ‘Co-creation of Service Innovation in Europe’ . Het project staat voor het samen met burgers – in cocreatie – ontwerpen en verbeteren van sociale dienstverlening van de overheid om zo bij te dragen aan sociale inclusie en vernieuwing van de (lokale) democratie . Co-creatie is een gezamenlijke activiteit van overheid en burgers die tot doel heeft de waarde van publieke diensten te verrijken en te vergroten . Deze gezamenlijk activiteiten kunnen in elk stadium van ontwikkeling en implementatie van nieuwe diensten plaatsvinden . Individuele en publieke waarden kunnen worden begrepen in termen van toegenomen welzijn, gedeelde beleidsvisies of nieuwe diensten . Het CoSIE project heeft in heel Europa een beweging in gang gezet waarin onderzoekers en professionals samen met burgers werken aan een verbetering van publieke dienstverlening .
Uit het onderzoek blijkt dat de coöperatievorm eraan bijdraagt dat zorg en ondersteuning voor inwoners anders en beter georganiseerd kan worden . Door de ontmoeting in de ALV weten de leden elkaar sneller te vinden, wanneer zij tegen een vraag aanlopen die goed door een van de andere leden opgepakt kan worden . De samenwerking leidt ook tot kennisdeling en nieuwe initiatieven die voorzien in een behoefte . De mogelijkheden die in de lokale samenleving aanwezig zijn worden beter benut . Harmen
Medewerkers van de Buurtteamorganisatie Sociaal (BTO) in Utrecht beschikken over de professionele ruimte om zelf de keus te maken hoe ze een hulpvraag oppakken. Het maken van deze afweging behoort tot het vakmanschap van de sociaal professional. Het was leidinggevenden opgevallen dat het aantal casussen met langdurige begeleiding toenam in de caseload van de buurtteams. Ruim drie jaar na de start van de buurtteams steeg het percentage langdurige begeleiding tot boven de 35%. Het gaat hier om inwoners die langer dan één jaar door een medewerker worden begeleid. Dat is op zichzelf geen probleem; het buurtteam doet wat nodig is. Maar hoe bepaal je nu met elkaar welke begeleiding passend is qua duur en vorm? Een gemeenschappelijk afwegingskader kan medewerkers helpen bij een meer eenduidige inschatting van de hulpvraag, alsmede bij de afronding van de casus. Daarnaast is er bij BTO behoefte om gericht te kunnen leren van casuïstiekbespreking, zodat het professionele vakmanschap wordt aangescherpt en dit ook bijdraagt aan het gezamenlijke afwegingskader.