Samen leren, werken en innoveren: dat is de kern van een hybride leeromgeving. Wat is nu een hybride leeromgeving, en waar moet je rekening mee houden bij de inrichting en ontwikkeling ervan? In deze kennissynthese bundelen we verschillende inzichten uit onderzoek en bieden we concrete handvatten voor de praktijk.
MULTIFILE
In Nederland zijn er ruim 5800 buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen actief met als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren en sectoren (Pulles e.a., 2019). Hun werkomgeving wordt steeds complexer en om in te spelen op actuele maatschappelijke vraagstukken is intersectoraal samenwerken vereist (van Lindert e.a., 2017). Het thema beweegvriendelijke buurten is een intersectoraal thema wat steeds meer aandacht krijgt. De buurtsportcoach kan optreden als verbindende factor en zijn of haar actiegerichte aanpak en actieve rol in de buurt inzetten om te werken aan bewegen in de openbare ruimte. Dat vraagt echter ook specifieke competenties, bijvoorbeeld in het domein van fysieke omgeving. Op basis van een combinatie van deskresearch, ontwerpgericht onderzoek en participatief actieonderzoek wordt samen met onderzoekers, buurtsportcoaches en werkveldpartners een open en online leeromgeving voor buurtsportcoaches ontwikkeld.Abstract - Dag van het Sportonderzoek 2020 2De leeromgeving omvat kennisclips, instrumenten, stappenplannen en concrete voorbeelden die de buurtsportcoach op maat kunnen ondersteunen in het opnemen van een schakelfunctie om samen andere professionals en inwoners een beweegvriendelijke omgeving te realiseren. Kenmerkend voor dit project is het participatief actieonderzoek (Koshy e.a., 2011) en het iteratieve ontwerpgericht proces (Andriessen, 2011). Door verschillende consortiumpartners wordt samen met buurtsportcoaches en hun werkgevers de open en online leeromgeving ingericht en getest. Hierin wordt gewerkt vanuit zes competentiegebieden en een doorontwikkeld stappenplan om te komen tot een beweegvriendelijke omgeving. Een grootschalige behoeftepeiling onder buurtsportcoaches (N=603), een beleidsscreening onder 20 gemeenten en verdiepende interviews met beleidsmedewerkers uit het sociale en fysieke domein leverden input voor de ontwikkeling van de online leeromgeving.Resultaten / ResultsUit de resultaten blijkt dat ongeveer een derde van de buurtsportcoaches niet goed bekend is met aanpakken of interventies om een beweegvriendelijke omgeving tot stand te brengen. Beleid en werkprocessen voor het fysieke en sociale domein zijn bovendien (nog) niet vaak op elkaar afgestemd, en buurtsportcoaches zijn vaak nog niet bekend bij beleidsmedewerkers in het fysieke domein.Voor het ontwikkelen van het domein fysieke omgeving voor de online leeromgeving, werd een team gevormd van onderzoekers, adviseurs met kennis en praktijkervaring van en in het fysieke domein en buurtsportcoaches. Op basis van empirisch onderzoek is bekeken welke kennis en instrumenten nodig, beschikbaar en relevant zijn om op te nemen in de leeromgeving. Om iteratief te kunnen werken en testen is direct een prototype van de online leeromgeving gemaakt waarin de instrumenten door buurtsportcoaches in het werkveld zijn getest. Op basis van hun reviews is de leeromgeving weer aangepast. Eenzelfde werkwijze wordt gevolgd voor de vier andere competentiedomeinen. Wanneer alle instrumenten afzonderlijk getest zijn zal ook de leeromgeving als geheel worden getest en bijgesteld. In dit project is letterlijk iedereen al bij de ontwikkeling aan zet! De online leeromgeving zal vanaf juli 2021 voor iedereen beschikbaar en bruikbaar zijn. In de testfase, voorafgaand aan de lancering, zullen buurtsportcoaches, cursisten van de leerlijn BIOR en Sportkunde studenten gebruik maken van deze leeromgeving als leermiddel.
DOCUMENT
Vanwege veranderende onderwijskundige inzichten - 21st century learning - worden schoolgebouwen verbouwd of vervangen door nieuwbouw. Deze 21st century leeromgevingen blijken in de praktijk niet te voldoen aan de verwachting van de gebruikers. Het ontwikkelen en gebruiken van een 21st century leeromgeving stelt blijkbaar specifieke eisen aan de 21st century competenties van alle betrokkenen. Dit roept vragen op ten aanzien van product en proces. De beantwoording van deze vragen vereist kennis van wisselwerking tussen psycho-sociale leeromgeving en fysieke leeromgeving. Het betreft onder andere de benodigde “ruimtelijke competenties” van de betrokkenen om de fysieke leeromgevingen te ontwikkelen en te gebruiken en - andersom - hoe de fysieke leeromgeving de ontwikkeling van 21st century competenties beïnvloedt. De kiem voor dit onderzoeksproject is gelegd toen scholen en vormgevers deze vragen voorlegden aan experts van de NHL Hogeschool en TU Eindhoven. Dit KIEM project wil de probleemstelling in één of meerdere praktijkvragen articuleren door het uitvoeren van een reeks workshops met een focusgroep van stakeholders. De uitkomsten hiervan zullen worden vertaald naar een voorstel voor een langduriger onderzoeksproject. In dit beoogde vervolgproject zullen de gearticuleerde vragen worden vertaald naar één of meer praktijkonderzoeken waarin wetenschappelijke kennis en methodes worden doorontwikkeld en beproefd op het effectief stimuleren van 21st century vaardigheden van docenten en vormgevers in praktijksituaties. Dit project maakt deel uit van de opbouw van een regionaal kennisnetwerk Onderwijs & Ruimte, wat op een duurzame wijze wil bijdragen aan de kennisontwikkeling en -deling betreffende de 21st century leeromgeving. De kern van dit netwerk wordt gevormd door de initiatiefnemers van deze aanvraag; Adema Architecten (MKB), lectoraat Open Innovation van de NHL Hogeschool (Onderzoeksinstelling) en Next Level (Onderwijs).
Duurzaamheid en het stimuleren van een circulaire economie zijn een belangrijke maatschappelijke opgave voor Hogeschool Rotterdam. Als hogeschool leiden wij studenten op die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven waar onze regio voor staat. Dit sluit aan bij de ambitie van de stad Rotterdam om in 2030 circulair de norm te laten zijn. Het werken aan deze maatschappelijke opgave gebeurt zo veel mogelijk in rijke leeromgevingen in de stad waar ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente Rotterdam samen komen. Een zo’n plek in Rotterdam is BlueCity, een broedplaats voor innovatieve bedrijven die hun reststromen aan elkaar koppelen. In dit project gaan we onderzoeken hoe we het onderwijs structureel kunnen verbinden aan de rijke leeromgeving van BlueCity. We gaan vier interventies doen om de rijke leeromgeving in het curriculum in te bedden: 1. Inventarisatie mogelijkheden samenwerken 2. Loketfunctie 3. Open lab 4. Fysieke plek voor het onderwijs in de inspirerende omgeving Tijdens het onderzoek wordt een inventarisatie gedaan van de wensen naar samenwerking op het gebied van circulair economie die de opleidingen en de bedrijven hebben. Na de inventarisatie, wordt er een langdurige loketfunctie ingericht, waarbij ‘vraag’ en ‘aanbod’ elkaar op een laagdrempelige manier kunnen vinden. Door middel van een open lab kunnen bedrijven van BlueCity en opleidingen van HR samen circulaire innovaties experimenteren. Docenten vanuit verschillende disciplines van de hogeschool leveren hun kennis en ervaring aan het verder opzetten van het open lab. Door samenwerkingsruimten, een collegezaal en onderzoeksruimten kunnen veel studenten kennismaken met circulaire economie en de innovaties en ontwikkelingen van de bedrijven in BlueCity. Door deze vier interventies te kwantitatief en kwalitatief monitoren krijgen we informatie over wat werkt of niet werkt en waarom, om het onderwijs structureel te verbinden aan een rijke leeromgeving. In een vervolgfase gaan we verder met de werkbare oplossingen.
De City Deal Kennis Maken biedt de gemeente Breda en aangesloten kennisinstellingen (Avans Hogeschool, Breda UAS, ROC West-Brabant en De Rooi Pannen) kansen de bestaande samenwerking te intensiveren en uit te breiden. Zo willen we de kennis en expertise van de betrokken kennisinstellingen meer inzetten voor maatschappelijke opgaven. Deze insteek past uitstekend bij de stadsslogan van Breda: ‘Breda Brengt Het Samen’. Met de City Deal Kennis Maken willen gemeente Breda en betrokken kennisinstellingen de onderlinge samenwerking opschalen, verbinden en laden. Uitgangspunt zijn bestaande projecten. Doel is om van een projectmatige samenwerking naar een programmatische aanpak toe te werken om daarmee meer samenhang en meerwaarde te creëren. Door onderzoekers, docenten en studenten meer te betrekken in het oplossen van grootstedelijke vraagstukken wordt een versnelling aangebracht: enerzijds door het beter benutten van de ontwikkelde kennis, anderzijds door de stad als contextrijke leeromgeving voor studenten in te zetten. Hiervoor is experimenteerruimte nodig om te kijken wat werkt, wat de succes- en faalfactoren zijn, welke meerwaarde de samenwerking heeft: leren door te doen. Het overkoepelend thema hierbij is Vitaliteit met drie programma lijnen: 1. Vitale burgers, 2. Vitale fysieke omgeving, 3. Vitale bedrijvigheid en werken. Hiermee willen we een impuls aan Breda Vitale Stad geven. Om de doelen te bereiken omvat de aanvraag voor de impulsgelden: • De doorontwikkeling van challenges als gevalideerde onderwijsvorm waarbij studenten vd aangesloten kennisinstellingen multidisciplinair en multilevel (mbo-hbo) samenwerken aan een grootstedelijk vraagstuk ingebracht door de overheid, bedrijf of organisatie; • De verschillende leergemeenschappen in een platform bij elkaar brengen, kennis uitwisselen om daarmee het onderwijs met de stad als leeromgeving doorontwikkelen; • De verschillende bestaande proeftuinen / living labs rondom vitaliteit in een platform bij elkaar brengen en van elkaars ervaringen en expertise leren; • Een aanjager die het proces bewaakt en coördineert.