Deze publicatie richt zich op onderwijsprofessionals en leidinggevenden in het mbo en biedt inzicht in het proces van onderzoekend ontwerpen voor gepersonaliseerd onderwijs met ict. Het benadrukt de ervaringen en resultaten van meer dan 20 iXperiumdesignteams binnen de MBO Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd Leren met ict, die tussen 2018 en 2022 actief waren bij vijf mbo-scholen. De teams werkten aan onderwijskundige vraagstukken en ontwikkelden ict-rijke leerarrangementen, zoals lessenreeksen en leerlijnen. De publicatie bevat praktijkgerichte voorbeelden, leiderschapstips en belangrijke aandachtspunten. Het doel is om te laten zien hoe onderzoekend ontwerpen duurzame oplossingen kan bieden voor praktijkvragen in het mbo. De MBO Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd Leren met ict is een samenwerking tussen Koning Willem I College, Rijn IJssel, Mediacollege Amsterdam, Summa College, Graafschap College, het iXperium Centre of Expertise Leren met ict (verbonden aan het lectoraat Leren met ict van de HAN), het practoraat Effectieve Didactiek, het practoraat Mediawijsheid, het practoraat Innovatiesucces in het mbo, Tilburg University en IVA Onderwijs. De onderzoekswerkplaats is mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en MBO Digitaal.
LINK
Met de start van de MBO Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd leren met ict (OWP ICT) in 2018, werd in het mbo gekozen voor een nieuwe samenwerkingsvorm gericht op het realiseren van een verbetering van gepersonaliseerd onderwijs met behulp van ict. De OWP ICT bestaat uit vijf mbo-scholen (Koning Willem I College – voorheen ROC De Leijgraaf, Rijn IJssel, Mediacollege Amsterdam, Summa College en Graafschap College), het iXperium Centre of Expertise Leren met ict verbonden aan het lectoraat Leren met ict van de HAN, het practoraat Effectieve didactiek, het practoraat Mediawijsheid, het practoraat Innovatiesucces in het mbo, Tilburg University en IVA Onderwijs. De partners vonden elkaar in de gedeelde behoefte om te onderzoeken hoe ze gepersonaliseerd leren met ict in het mbo vorm kunnen geven en wat dat van docenten en studenten vraagt. In de OWP ICT zijn verschillende typen interventies uitgevoerd. De mbo-scholen hebben gewerkt aan het onderzoekend ontwerpen van onderwijs met ict in multidisciplinaire iXperiumdesignteams en -datateams en er zijn implementatieteams gevormd en uitgevoerd. Er heeft monitoronderzoek plaatsgevonden naar de benodigde (ict-)competenties op het gebied van leren en lesgeven met ict bij docenten en de (ict-)competenties bij studenten. Tot slot is er aan brede kennisdeling gedaan. Na vier jaar samenwerking is het werk nog niet af, maar kunnen er wel al antwoorden gegeven worden op basis van de ervaringen van de partners tot nu toe.
MULTIFILE
Deze publicatie is een bron van inspiratie voor mbo-docenten en i-coaches die streven naar meer gepersonaliseerd onderwijs met behulp van ict. Gebaseerd op de ervaringen van de MBO Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd Leren met ict, biedt het zes waardevolle inzichten voor het integreren van ict in het onderwijs. De publicatie is het resultaat van de deelname van docenten aan multidisciplinaire iXperiumdesignteams, die onderzoekend gepersonaliseerd onderwijs met ict hebben ontworpen. Het benadrukt het belang van studentgericht leren, waarbij studenten controle hebben over hun leerproces en het onderwijs afgestemd is op hun behoeften en interesses. Kortom, een praktische gids vol concrete manieren om ict effectief in te zetten voor gepersonaliseerd leren in de mbo-praktijk. De MBO Onderzoekswerkplaats Gepersonaliseerd Leren met ict is een samenwerking tussen Koning Willem I College, Rijn IJssel, Mediacollege Amsterdam, Summa College, Graafschap College, het iXperium Centre of Expertise Leren met ict (verbonden aan het lectoraat Leren met ict van de HAN), het practoraat Effectieve Didactiek, het practoraat Mediawijsheid, het practoraat Innovatiesucces in het mbo, Tilburg University en IVA Onderwijs. De onderzoekswerkplaats is mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en MBO Digitaal.
LINK
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
Mediabedrijven en -organisaties maken steeds meer gebruik van algoritmes om hun gebruikers gepersonaliseerde aanbevelingen aan te bieden voor artikelen, muziek, series, films en video’s. Dergelijke aanbevelingsalgoritmes maken gebruik van technieken uit kunstmatige intelligentie om te voorspellen in welke inhoud een gebruiker geïnteresseerd is, bijvoorbeeld op basis van wat de gebruiker eerder heeft bekeken of beluisterd of op basis van wat andere gebruikers hebben bekeken of beluisterd. Publieke omroepen, die programma’s maken voor kijkers en luisteraars, en de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), die in Nederland zorgt voor de distributie en uitzending van die programma’s, zien potentie in deze technologie. De NPO maakt nog slechts beperkt gebruik van automatische aanbevelingen om inhoud aan kijkers en luisteraars aan te bieden, maar zij verkent samen met een aantal partners uit het publieke omroepbestel de mogelijkheden om de technologie breder in te zetten. Anders dan de meeste mediabedrijven wordt de NPO wordt bekostigd door overheidsbudget en heeft het als expliciete missie om het Nederlandse publiek te verbinden en te verrijken met programma’s die informeren, inspireren en amuseren. Dit stelt andere eisen aan een aanbevelingsalgoritme. Waar het doel van commerciële partijen veelal bestaat uit het optimaliseren van winst en/of engagement, beoogt de NPO aanbevelingen te bieden op transparante en inzichtelijke wijze, en staat pluriformiteit (diversiteit in perspectieven) in aanbevelingen centraal. Op dit moment speelt bij de NPO de vraag welke principes (pluriformiteit, personalisatie, etc.) leidend moeten zijn in aanbevelingen en hoe deze principes geoperationaliseerd kunnen worden. Het doel van dit project is daarom om, middels literatuuronderzoek, interviews met experts en gebruikers, en prototyping, een aantal principes te identificeren en operationaliseren die geschikt zijn voor aanbevelingsalgoritmes van publieke omroepen.
Alcoholgebruiksstoornis (AUD) is een groot probleem. Alleen al in de USA zijn er 15 miljoen mensen met een AUD en meer dan 950.000 Nederlanders drinkt overmatig. Wereldwijd is 3-8% van het aantal sterfgevallen en 5% van alle ziektes en letsels toe te schrijven aan AUD. Zorg staat voor uitdagingen. Zo krijgt meer dan de helft van de AUD-patiënten binnen een jaar na behandeling een terugval. Een oplossing hiervoor is de inzet van Cue-Exposure-Therapy (CET). Daarbij worden cliënten blootgesteld aan triggers d.m.v. objecten, mensen en omgevingen die zucht opwekken. Om op een realistische, veilige en gepersonaliseerde manier deze triggers te ervaren, wordt Virtual Reality ingezet (VRET). Op die manier worden coping-vaardigheden getraind om verlangen naar alcohol tegen te gaan. De effectiviteit van VRET is (klinisch) bewezen. De komst van AR-technologieën roept echter de vraag op om mogelijkheden van Augmented-Reality-Exposure-Therapy (ARET) te onderzoeken. ARET geniet dezelfde voordelen als VRET (zoals een realistische veilige ervaring). Maar omdat AR virtuele-componenten in de echte omgeving integreert, waarbij het lichaam zichtbaar is, roept het vermoedelijk een ander type ervaring op. Dit kan de ecologische validiteit van CET in de behandeling vergroten. Daarnaast is ARET goedkoper te ontwikkelen (minder virtuele elementen) en hebben cliënten/klinieken gemakkelijker toegang tot AR (via smartphone/tablet). Bovendien worden nieuwe AR-brillen ontwikkeld, die nadelen zoals een te klein smartphone-scherm oplossen. Ondanks de vraag vanuit behandelaars, is ARET nog nooit ontwikkeld en onderzocht rondom verslaving. In dit project wordt het eerste ARET-prototype ontwikkeld rondom AUD in de behandeling van alcoholverslaving. Het prototype wordt ontwikkeld op basis van Volumetric-Captured-Digital-Humans en toegankelijk gemaakt voor AR-brillen, tablets en smartphones. Het prototype wordt gebaseerd op RECOVRY, een door het consortium ontwikkelde VRET rondom AUD. Een prototype-test onder (ex)AUD-cliënten zal inzicht geven in behoeften en verbeterpunten vanuit patiënt en zorgverlener en in het effect van ARET in vergelijk met VRET.