Beroepen worden uitgeoefend in een dynamische maatschappij, die voortdurend en snel verandert. Het mbo is met alle tentakels geworteld in de samenleving. Vraagstukken rond vereenzaming, klimaatverandering en digitale transformatie raken ons allemaal. Omdat het beroepsonderwijs flexibel wil inspelen op maatschappelijke vraagstukken, volstaan eenduidige, gestandaardiseerde opleidingen steeds minder. Sinds 2013 werkt de directie Economie van ROC Nijmegen daarom aan de ontwikkeling van leeromgevingen waarin het leren in een schoolse omgeving en het leren in de praktijk met elkaar zijn verbonden. De ervaringen in Nijmegen hebben bruikbare inzichten opgeleverd over wat er op verschillende niveaus komt kijken bij de ontwikkeling van een netwerk van leeromgevingen op de grens tussen school en werk.
De insteek van het CoE S2M is om vanuit vraaggestuurd onderzoek van bedrijven samen met professionals en studenten een voedingsbodem voor een passend onderwijsaanbod (bijvoorbeeld trainingen, (bij)scholingstrajecten, hybride leerkrachten en flexibele leerroutes) te creëren. Dit literatuuronderzoek naar alternatieve leeromgevingen en werkvormen heeft de volgende doelstellingen: • het identificeren van best practices op het gebied van inspirerende en activerende werkvormen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • het identificeren van best practices van inspirerende en activerende leeromgevingen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • de toepasbaarheid van deze werkvormen en leeromgevingen bij de doelstelling van het CoE S2M en het DBE onderwijsmodel.
Deze publicatie gaat over de problematische aard van de transitie van het onderwijs naar de werkplek. Een soepele overgang tussen onderwijs en de werkplek vereist dat lerenden een geïntegreerde kennisbasis ontwikkelen, maar de ontwikkeling daarvan is vaak problematisch omdat de meeste opleidingen kennis en ervaringen versnipperd aanbieden, verdeeld over verschillende vakken, modules en stageervaringen. Om dit probleem te ondervangen stellen wij een ontwerpaanpak voor waarbij de focus verschuift van alleen de individuele deelnemer naar de leeromgeving als geheel. In het bredere concept van leeromgevingen is er ruimte om horizontale verbindingen te leggen tussen de school en de werkplek.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Duurzaamheid en het stimuleren van een circulaire economie zijn een belangrijke maatschappelijke opgave voor Hogeschool Rotterdam. Als hogeschool leiden wij studenten op die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven waar onze regio voor staat. Dit sluit aan bij de ambitie van de stad Rotterdam om in 2030 circulair de norm te laten zijn. Het werken aan deze maatschappelijke opgave gebeurt zo veel mogelijk in rijke leeromgevingen in de stad waar ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente Rotterdam samen komen. Een zo’n plek in Rotterdam is BlueCity, een broedplaats voor innovatieve bedrijven die hun reststromen aan elkaar koppelen. In dit project gaan we onderzoeken hoe we het onderwijs structureel kunnen verbinden aan de rijke leeromgeving van BlueCity. We gaan vier interventies doen om de rijke leeromgeving in het curriculum in te bedden: 1. Inventarisatie mogelijkheden samenwerken 2. Loketfunctie 3. Open lab 4. Fysieke plek voor het onderwijs in de inspirerende omgeving Tijdens het onderzoek wordt een inventarisatie gedaan van de wensen naar samenwerking op het gebied van circulair economie die de opleidingen en de bedrijven hebben. Na de inventarisatie, wordt er een langdurige loketfunctie ingericht, waarbij ‘vraag’ en ‘aanbod’ elkaar op een laagdrempelige manier kunnen vinden. Door middel van een open lab kunnen bedrijven van BlueCity en opleidingen van HR samen circulaire innovaties experimenteren. Docenten vanuit verschillende disciplines van de hogeschool leveren hun kennis en ervaring aan het verder opzetten van het open lab. Door samenwerkingsruimten, een collegezaal en onderzoeksruimten kunnen veel studenten kennismaken met circulaire economie en de innovaties en ontwikkelingen van de bedrijven in BlueCity. Door deze vier interventies te kwantitatief en kwalitatief monitoren krijgen we informatie over wat werkt of niet werkt en waarom, om het onderwijs structureel te verbinden aan een rijke leeromgeving. In een vervolgfase gaan we verder met de werkbare oplossingen.
Presentatievaardigheden worden gezien als een belangrijke 21st Century Skill. Toch blijkt het ontwerpen van effectief onderwijs gericht op presenteren een uitdaging, omdat leeromgevingen vragen om voldoende mogelijkheden voor oefening en feedback. Om studenten voldoende oefenmogelijkheden en waardevolle feedback te bieden, wordt de app Honest Mirror ontwikkeld, getest en geïmplementeerd.Doel Dit project richt zich op het ontwerpen van een applicatie voor de desktop waarmee studenten aan de hand van automatisch gegenereerde feedback - op houding en gebaren - hun presentatievaardigheid tijd- en plaats-onafhankelijk kunnen ontwikkelen. Hierdoor krijgen studenten rijkere oefenmogelijkheden en worden docenten ontlast, zodat zij zich meer kunnen richten op inhoudelijke aspecten en reflectie. Studenten kunnen de applicatie op termijn zowel thuis als in de klas gebruiken. In 2023 is de eerste, werkende versie van de Honest Mirror opgeleverd. Deze applicatie wordt nu verder ontwikkeld en getest. Resultaten Dit project beoogt de volgende resultaten op te leveren: Een app waarmee studenten tijd- en plaats-onafhankelijk hun presentatievaardigheden kunnen verbeteren Een gevalideerd feedbackmodel gericht op houding & gebaren Een onderzoekspublicatie over de effecten van de app in de onderwijspraktijk. Looptijd 01 september 2020 - 01 januari 2025 Aanpak In dit project wordt in een eerste fase de app Honest Mirror ontwikkeld. In diezelfde periode wordt er ook gewerkt aan een gevalideerd feedbackmodel, zodat studenten waardevolle informatie krijgen die hen ondersteunt bij de ontwikkeling van hun presentatievaardigheden. Vervolgens wordt de applicatie in verschillende domeinen van diverse hoger onderwijsinstituten toegepast, getest én verduurzaamd. Relevantie/Impact Dit project wordt gefinancierd door DLO en is onderdeel van een onderzoeksprogramma gericht op de inzet van innovatieve technologieën om presentatievaardigheden van studenten te ontwikkelen, zodat leeromgevingen meer: Gepersonaliseerd worden. Just-in-time ingezet kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat studenten meer feedbackmogelijkheden gericht op hun vaardigheden kunnen krijgen. Extra informatie Het proefschrift van Stan van Ginkel (2019) over het ontwerpen van leeromgevingen om te leren presenteren. Een artikel in De Volkskrant (2018) waarin de waarde van een VR-app over leren presenteren wordt besproken. Een artikel in Computer Weekly (2019) over de waarde van VR voor het opleiden van leraren.