Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Kennis uit onderzoek is van cruciaal belang om het onderwijs te verbeteren en te innoveren. Dit vraagt om een nauwe verbinding tussen onderwijsonderzoek en de dagelijkse onderwijspraktijk. De roep om een meer lerende cultuur in het onderwijs en de ambitie om onderwijsonderzoek meer te benutten voor het verbeteren van de onderwijspraktijk is niet nieuw: in het onderwijswerkveld zijn steeds meer scholen bezig met kennisbenutting, en het vraagstuk staat al langere tijd op de politieke agenda. Tegelijkertijd blijkt uit verschillende studies dat dit nog geen vanzelfsprekendheid is en dat het versterken van een kennisinfrastructuur een bijzonder complexe opgave is. In opdracht van de onderwijsraad heeft het lectoraat Public Governance een internationale vergelijking uitgevoerd naar de kennisinfrastructuur in andere – met Nederland vergelijkbare – landen. Deze ‘best practices’ zijn beschreven vanuit de vraag: wat kan Nederland van deze andere landen leren?
DOCUMENT
Het recyclen van textielafval is een belangrijk speerpunt van de overheid in het beleidskader circulaire economie. Textiel inzameling wordt recent sterk gestimuleerd, gelijktijdig neemt de afzet van tweedehandskleding internationaal structureel af. Hierdoor moeten er andere manieren gevonden worden om textiel opnieuw in te zetten als grondstof. Mechanische verwerking wordt al toegepast, maar leidt tot laagwaardige producten en draagt onvoldoende bij aan de circulaire gedachte. Het lectoraat Smart Functional Materials van Saxion hogeschool is daarom al langer bezig alternatieve technieken te ontwikkelen om textiele afvalstromen opnieuw in te zetten. SaXcell is hiervan een belangrijke resultante, waarbij katoenafval geregenereerd wordt tot een cellulosevezel die als hoogwaardige grondstof gebruikt kan worden in de textielindustrie. NHL Stenden hogeschool en de bedrijven Cumapol, Morssinkhof en DSM-Niaga werken samen om de polyester kringloop in de kunststofindustrie te sluiten. Beide processen gaan wel uit van zuiver uitgangsmateriaal: mono-stromen van katoenafval, cq polyester afval. Het overgrote deel van textielafval bestaat echter uit garens die opgebouwd zijn uit een mix van katoen- en polyester vezels (polycotton). Het upcyclen van deze gemengde polycotton afvalstroom is daarmee in de praktijk nog steeds een aanzienlijk probleem. Doelstelling van dit project is om binnen twee jaar de bestaande kennis in het consortium en de literatuur (TRL 3-4) op het gebied van polycotton recycling te vertalen naar een procesomschrijving (TRL 5-6), die door leden van het consortium en andere textielbedrijven omgezet kan worden naar een industrieel proces. Hierdoor kan een zeer grote fractie van het Nederlandse textielafval hoogwaardig verwerkt worden en als vervangende grondstof dienen. Hogescholen Saxion en NHL Stenden ondersteund door brancheorganisaties Modint en FTN gaan samen met het bedrijfsleven deze uitdaging aan. De betrokken MKB-bedrijven kunnen deze kennis gebruiken op hun eigen specifieke producten en processen. Daarnaast wordt de kennis ingezet voor nieuwe casuïstiek binnen de bachelor en masteropleidingen van beide hogescholen.
Triple helix samenwerking klimaatadaptie: Climatecafé Onderwijsvernieuwing zoekt naar nieuwe vormen om onderwijs dichter bij maatschappelijke problemen en probleemeigenaren te brengen. Er liggen grote opgaven voor Nederland om ons land klimaatadaptief te maken om de effecten van wateroverlast, droogte en hittestress aan te pakken. Gemeenten en waterschappen staan voor de taak binnen enkele jaren hun beheersgebied te voorzien van klimaat adaptieve maatregelen binnen beperkt budget, ruimte en tijd. Daarom is het van belang dat onderwijs hierin een grote rol krijgt. De Hanzehogeschool Groningen heeft in samenwerking met de hogeschool Rotterdam een activiteit ontwikkeld waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samen komen: Climatecafé Waterprof is een MKB die jong professionals in de watersector opleidt tot procesmanagers van complexe maatschappelijke watervraagstukken. Hierbij zoekt Waterprof naar vernieuwende methoden om opdrachtgevers te ondersteunen. Waterprof houdt zich daarom ook bezig met promotie van onderwijsvernieuwing binnen het praktijkgerichte hogeschoolonderwijs. De samenwerking met Hanze en publieke partijen kan een boost geven aan de uitdaging voor onderwijsvernieuwing en helpen bij een bredere uitrol van het product Climatecafé bij andere hogescholen in Nederland en internationaal praktijkonderwijs. Binnen dit project worden Climatecafés georganiseerd met private en publieke partijen om deze doelstellingen te behalen.
Onderwijsvernieuwing zoekt naar nieuwe vormen om onderwijs dichter bij maatschappelijke problemen en probleemeigenaren te brengen. Er liggen grote opgaven voor Nederland om ons land klimaatadaptief te maken om de effecten van wateroverlast, droogte en hittestress aan te pakken. Gemeenten en waterschappen staan voor de taak binnen enkele jaren hun beheersgebied te voorzien van klimaat adaptieve maatregelen binnen beperkt budget, ruimte en tijd. Daarom is het van belang dat onderwijs hierin een grote rol krijgt.De Hanzehogeschool Groningen heeft in samenwerking met de hogeschool Rotterdam een activiteit ontwikkeld waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samen komen: ClimatecaféWaterprof is een MKB die jong professionals in de watersector opleidt tot procesmanagers van complexe maatschappelijke watervraagstukken. Hierbij zoekt Waterprof naar vernieuwende methoden om opdrachtgevers te ondersteunen. Waterprof houdt zich daarom ook bezig met promotie van onderwijsvernieuwing binnen het praktijkgerichte hogeschoolonderwijs. De samenwerking met Hanze en publieke partijen kan een boost geven aan de uitdaging voor onderwijsvernieuwing en helpen bij een bredere uitrol van het product Climatecafé bij andere hogescholen in Nederland en internationaal praktijkonderwijs.
Centre of Expertise, onderdeel van Hogeschool van Amsterdam
Centre of Expertise, onderdeel van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen