Het assessment is een belangrijke basis van het ergotherapeutisch proces. Je kiest assessment-instrumenten op basis van wat je in kaart wilt brengen, waarom, waar en wanneer je dit wilt doen en bij wie je de instrumenten wilt gebruiken. Het hoofdstuk beschrijft het gebruik van assessment-instrumenten, hoe je een instrument kan kiezen en gaat in op de klinimetrische eigenschappen ervan. De assessment-instrumenten die je als ergotherapeut in Nederland en Vlaanderen kan gebruiken om het dagelijks handelen van personen en de omgeving, organisatie of gemeenschap in kaart te brengen zijn overzichtelijk weergegeven.
DOCUMENT
Steeds meer leerlingen groeien op met een andere taal dan het Nederlands. Zij krijgen onderwijs in een taal die niet hun eerste taal is. Op het gebied van toetsing brengt deze situatie uitdagingen met zich mee. Meertalige leerlingen kunnen, bijvoorbeeld in het rekenonderwijs, niet hun volledige potentieel aantonen wanneer zij beoordeeld worden in een taal die zij nog aan het verwerven zijn. Functioneel Meertalig Assessment (FMA; De Backer et al., 2017) biedt een mogelijke oplossing voor dit validiteitsprobleem, omdat FMA kennis en vaardigheden van leerlingen via een pallet aan evaluatievormen (bijv. toetsen, observaties, gesprekken) en via hun meertalige repertoires zichtbaar maakt. De daadwerkelijke toepassing van FMA staat echter nog in de kinderschoenen (De Backer, 2020). In de huidige studie verkenden we daarom hoe onderwijsprofessionals vormgeven aan en leren over deze nieuwe benadering van toetsing en in hoeverre een Lesson-Study-aanpak daarbij ondersteunend is. Professionals (N=15) van vijf basisscholen die onderwijs verzorgen aan jonge nieuwkomers voerden samen met een procesbegeleider (N=4) een zogenaamde Assessment Study uit. Een analyse van de FMA-praktijken die deze Assessment-Study-teams ontwikkelen en inzichten uit reflecties van deelnemers op het Assessment-Study-proces laten zien dat een Lesson-Study-methodiek onderwijsprofessionals een effectief kader biedt bij het ontwikkelen van en leren over FMA.
DOCUMENT
Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. Studenten beginnen doorgaans niet blanco aan de duale trajecten. Als ze op wat oudere leeftijd instromen, hebben ze vaak al een diversiteit aan scholing en werkervaring achter de rug. Dat verhoogt de noodzaak om vooraf via een intake assessment te onderzoeken over welke relevante eerder verworven competenties de betrokkenen beschikken. Goede intake-assessments leiden uiteindelijk tot flexibilisering in de uitvoering. Bij de invulling van de opleiding wordt met de resultaten rekening gehouden. Diverse medewerkers van Fontys hebben zich met de constructie van een betrouwbaar en valide instrumentarium voor intake-assessment in de duale opleiding beziggehouden. In dit rapport zijn de ervaringen gebundeld en in een breder kader geplaatst.
DOCUMENT
In dit project zal een online onderwijsmodule worden ontworpen. In deze module zal een deel van de output van het project Bouwen met Levende Natuur worden verwerkt tot onderwijs. Het maken van online course materiaal binnen de HZ onderwijsonwikkeling, waar zowel echte casuistiek uit de de beroepspraktijk, als gebruik van ICT mogelijkheden centraal staan. Door de modulaire opbouw zal het mogelijk zijn onderdelen in verschillende courses te verwerken. De docent kan dan de module naar eigen wens, en onafhankelijk van de beschikbaarheid van interne of externe gastdocenten, inzetten voor ‘blended learning’. De benadering binnen de learning unit(s) volgt het constructivisme, activiteiten die te maken hebben met kennisoverdracht, zullen derhalve worden afgewisseld met verwerkingsopdrachten. De volledige onderwijsmodule richt zich vooral op onderwijs op het gebied van Coastal Engineering van de opleiding Civiele Techniek (CT), in eerste instantie van de Delta Academy; CT studenten blijken behoefte te hebben aan een uitleg van ecologische principes vanuit vanuit een meer technisch perspectief. De learning units/onderwijsmodule is uiteraard ook beschikbaar voor andere hbo opleidingen. Het geselecteerde gedeelte, de eerste learning unit, zal ook bruikbaar zijn voor de course Integrated Coastal Zone Management (ICZM), waarin oa het concept Building with Nature wordt uitgelegd. In de huidige vorm wordt dit onderdeel op de klassieke manier gebracht, in de vorm van een hoorcollege. De ontwikkeling van online materiaal maakt de afwisseling met het verwerken van de aangebrachte kennis eenvoudiger; de structuur daarvoor wordt in de online versie al aangebracht. Deze learning unit brengt niet alleen wat aanvullende benaderingen vanuit technisch perspectief, maar is ook een aanpassing, die het geheel hestructureert volgens het constructivisme. De course ICZM is een keuze-course, bedoeld voor Aquatische Ecotechnologie (AET), Delta Management (DM) en CT studenten; waar CT studenten meer behoefte hebben aan een technisch perspectief, heeft deze course ook te maken met DM studenten, die juist wat meer kennis zouden moeten maken met meer technische benaderingen.
De zorg draagt mede bij aan de totstandkoming en het in stand houden van de klimaatcrisis. 7,3% van de CO2 uitstoot in Nederland is afkomstig uit de zorg, dat is evenveel als de CO2 uitstoot van Tata Steel en de kolencentrale van de Eemshaven samen. Specifiek het domein van de acute intensieve zorg is van nature intensief van karakter, niet alleen qua inhoud van zorgverlening en de inzet van hooggespecialiseerde zorgprofessionals, maar ook als het gaat om het zorgproces dat zich kenmerkt door een relatief hoog energie- en (disposable) materialen- en grondstoffengebruik . Verduurzaming van de acute intensieve zorg is een relatief nieuw maatschappelijk thema, waarover nog beperkte (wetenschappelijke) kennis voor handen is. Zorgprofessionals willen graag ‘groen zijn’ maar weten niet goed hoe ze tot praktijkverandering kunnen komen. Ze maken nog weinig ‘groene keuzes’, waardoor verduurzaming in hun dagelijks werk moeilijk van de grond komt. Hoewel er landelijk verschillende initiatieven tot verduurzaming lopen, is van de meeste initiatieven onduidelijk hoe effectief deze zijn in het reduceren CO2-uitstoot en grondstoffengebruik. Doel van dit project is om zorgprofessionals goed onderbouwde, praktische handvatten voor CO2 reductie te geven, welke kunnen bijdragen aan het maken van meer duurzame keuzes binnen de behandeling. We brengen met zorgprofessionals de (in)directe CO2 uitstoot van een zorgproces in kaart met de Life Cycle Assessment (LCA) methode. Tevens onderzoeken we hoe een prototype serious game, ontwikkeld voor en door zorgprofessionals, kan bijdragen aan 1) het vergroten van draagvlak en bewustzijn, 2) het verminderen van de handelingsverlegenheid en 3) het veranderen van duurzame (lokale) werkpraktijken. We betrekken zorgprofessionals actief bij alle werkpakketten, zodat zij gaan zien waar verduurzaming mogelijk kan zijn en ze daar handvatten voor krijgen. We beogen dat zorgprofessionals deze transformatie ook zelf gaan doorvoeren.
Ouderen hebben bij een stijgende leeftijd een grotere kans op frailty (kwetsbaarheid), een toestand van verminderde reservecapaciteit die ontstaat door afname van fysieke, psychologische en sociale capaciteit. Een relatief kleine aandoening of gebeurtenis kan een sterke achteruitgang in functioneren en zorgafhankelijkheid veroorzaken, waardoor ernstige complicaties kunnen ontstaan, zoals valincidenten, ziekenhuisopname en vroegtijdig overlijden. Het is daarom van belang dat (toekomstige) zorgverleners vroegtijdig en adequaat ingrijpen om frailty te voorkomen/verminderen. Dit project is ingebed in het Centre of Expertise Healthy Ageing (speerpunt FRAILTY), het Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing (LAHC) en het SPRONG-onderzoeksprogramma FAITH, welke focust op frailty. Praktijkpartners maken structureel onderdeel uit van FAITH en van het lectoraat. Het onderzoek sluit aan bij bestaande innovatie-/kenniswerkplaatsen waarin onderwijs, onderzoek en praktijk al samenwerken. Op dit moment worden o.a. de behoeften van werkveldpartners geïnventariseerd door een student aan de hand van interviews. Er zijn veel instrumenten voorhanden om de frailty status van een cliënt te bepalen. Echter deze worden in de praktijk vaak niet gebruikt. De (toekomstige) professional beoordeelt frailty soms helemaal niet of alleen globaal op eigen oordeel. Het gevolg hiervan is dat de cliënt niet optimaal behandeld wordt met alle medische en economische (kosten) gevolgen van dien. Het doel van dit project is om: • Het professioneel handelen te versterken door het concept frailty toepasbaar te maken voor de zorgpraktijk en het zorgonderwijs • Toepasbare assessmenttools te ontwikkelen waarmee frailty beoordeeld kan worden en leidend kunnen zijn in de keuze voor interventies en dit te implementeren in het onderwijs • Te analyseren wat de kostenbesparing is voor de gezondheidszorg als de professional het bruikbare meetinstrument of set instrumenten tijdig en optimaal inzet vergeleken met de huidige situatie waarin dit niet gebeurt (zoals boven beschreven). Bedoeling is om de postdoc-positie na 2 jaar te continueren en structureel te maken.