Dit boekje geeft de resultaten weer van het project Future Store van het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie. Het gedrag, de behoeften van de consument, trends en de technologische ontwikkelingen veranderen in een rap tempo. Om deze veranderingen te kunnen bijbenen hebben retailers, MKB- bedrijven en kennisinstellingen samen ervaring opgedaan en kennis gedeeld in het project Future Store. Studenten hebben onder andere vragen beantwoord over de invloed van sociale media op het consumentengedrag. Er is gekeken naar de werking en verandering van het winkelproces in een nieuwe technologische winkelomgeving, online en fysiek. En leiden alle ‘snufjes’ tot meer omzet en tevreden klanten? Ook zijn er vraagstellingen beantwoord op het gebied van visualisatie. Wanneer je het winkelproces wilt aanpassen met nieuwe technische snufjes of wilt inspelen op trends of het veranderende gedrag van de consument, dan moet je het winkelproces eerst leren begrijpen. Wij hebben het winkelproces in zes stappen in kaart gebracht. De eerste drie stappen spelen zich af in de pre-store fase: consumentisme, beïnvloeding die een koopintentie veroorzaakt en de koopplanning. Stap 4 en 5 vinden binnen de winkel plaats (in-store), namelijk de kanaal- en winkelkeuze, wat uiteindelijk leidt tot afweging en koop. Uiteindelijk wordt de koop geëvalueerd, wat weer kan leiden tot een nieuwe koopintentie. Al deze stappen zijn niet vanzelfsprekend. Er zijn situaties waarin een consument een ander proces volgt. De mening van de consument verandert voortdurend door allerlei factoren. Wanneer de consument zich in de winkel bevindt en zich oriënteert, kan hij/zij behoefte hebben of waarde hechten aan meningen en adviezen van vrienden. Ook vertrouwenscriteria, zoals de reputatie van een merk/winkel, de ervaringen met een after sales service en zelfkennis kunnen het winkelproces beïnvloeden en een bepaald gevoel bij een product creëren. Vooral ICT kan het winkelproces beïnvloeden. Denk aan de bodyscanner die secuur je maten opmeet, waardoor je uiteindelijk meer draagplezier hebt van je kleding. Ook kunnen consumenten via mobiele telefoons en sociale media binnen de winkel met de buitenwereld communiceren. Hierdoor gaan de klassieke ‘pre-store’ en ‘in-store’ door elkaar lopen. Om discussie te creëren hebben we vier toekomstscenario’s beschreven: 1. We gaan passen zonder passen. Op een scherm zie je een virtueel 3D-model van jou als persoon en kun je de kleding kiezen uit het zichtbare virtuele assortiment. Zo kun je direct je nieuwe outfit creëren en via internet delen met vrienden. 2. De ‘ambient store’ past zich aan aan jouw behoeften en vult zich met je favoriete muziek. Het ritme van de muziek is afgestemd op een bepaalde geur die je prikkelt en je onbewust de behoefte geeft om langer in de winkel te blijven. 3. De ‘Social Shopper’ gebruikt sociale media tijdens het online winkelen of, in de fysieke winkel, op zijn smartphone. Meningen worden uitgewisseld op sociale media netwerken en reviewsites. Merken en winkels volgen de berichten over hun producten en proberen de discussies te beïnvloeden en van hun klanten te leren. 4. In de winkel van de toekomst draait het om beleving. Je gaat naar een winkel met een virtuele catwalk show, waarop virtuele modellen lopen in kleding die is geselecteerd op jouw behoeften. Elk kledingstuk is in 3D afgebeeld op een glazen scherm met bijbehorende productinformatie. Na afloop kun je kleding en accessoires passen en kopen. De toekomst van de winkel? Het winkelgedrag in Nederland is de afgelopen jaren sterk veranderd. Dit heeft te maken met online winkelen, de crisis, beperkte openingstijden, parkeerproblemen, verpauperde winkelstraten door leegstand en het gebrek aan verassing door de grote hoeveelheid landelijke ketens. Maar er is hoop voor de winkels en daarmee voor de winkelgebied
MULTIFILE
Traditioneel is de bezoeker van een symfonisch concert vooral een stille, aandachtige luisteraar. Maar de relaties tussen symfonieorkesten en hun publiek worden de afgelopen twintig jaar steeds vaker kritisch bevraagd in het Nederlandse cultuurpolitieke discours. Misschien is aandachtig luisteren niet altijd meer de ideale vorm van publieksparticipatie. Inmiddels zijn Nederlandse symfonieorkesten begonnen om experimentele concerten te organiseren waarin het publiek een nieuwe rol krijgt. In dit proefschrift wordt onderzocht wat voor werk het orkesten kost om publieksparticipatie te innoveren. Het blijkt een complexe taak voor orkesten, want wanneer de rol van het publiek verandert, leidt dat tot onbekende situaties door het hele organisatieproces heen die het bestaande esthetische kader doen rammelen. Het zorgt ervoor dat orkesten moeten opnieuw reflecteren op hun routines, normen, manieren van werken, evalueren en waarderen.De innovatie van publieksparticipatie gaat om veel meer dan alleen stoelen anders neer zetten, een nieuwe marketingcampagne of buiten de concertzaal spelen. Als symfonieorkesten publieksparticipatie (willen) gaan innoveren, dan worden er meer kwaliteitsrepertoires van belang dan alleen het traditioneel esthetische. De innovatie van participatie vraagt dus om reflectie op de vraag wat eigenlijk een ‘goed’ concert is. Publieksparticipatie vernieuwen is dus niet alleen praktisch werk voor symfonieorkesten, maar ook artistiek werk.
IMAGE
Hoofdstuk 1 in Kansen in kunst. Het boek dat voor u ligt is het resultaat van Kunst Inclusief, een tweejarig project dat mede dankzij subsidie van het RAAK-fonds tot stand is gekomen. Uitgangspunt voor het project was de vraag hoe mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan de kunsten in al haar verschijningsvormen (beeldende kunst, theater, muziek, taal) en welke veranderingen dat vraagt bij de professionals en de instellingen/centra die zich bezighouden met zorg en kunstbeoefening. Met het project werd beoogd meer mogelijkheden te creëren, zodat mensen met een beperking in staat zijn hun talenten te ontwikkelen en door middel van hun talenten beter kunnen participeren in de samenleving
In Nederland lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. Dit aantal zal oplopen tot 1,9 miljoen in 2030 . Hevige of langdurige stress is een belangrijk risicofactor voor hart- en vaatproblemen. Cardiologen hebben vastgesteld dat omgaan met stress nu als een belangrijk onderdeel van de behandeling wordt beschouwd. Stressmanagement en het verlagen van stress zijn cruciaal voor hartpatiënten, voornamelijk bij specifieke groepen waaronder Ischemia and Non Obstructive Coronary Artery Disease (INOCA). In tegenstelling tot het klassieke beeld van obstructief coronarialijden zijn er bij INOCA-patiënten geen significante obstructies aanwezig en worden klachten medebepaald door spasme en vasculaire disfunctie van de grote en kleinere kransvaten. INOCA Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat muziek kan helpen bij het verlagen van stress en pijn. Echter is de invulling en de impact van sound therapie, waaronder het reductiegehalte van stress, bij hartpatiënten in de eigen leefomgeving nog onvoldoende onderzocht. Binnen het project HARMONIES – stressreductie met muziek voor INOCA-patiënten, is daarom de volgende onderzoeksvraag in samenwerking met de projectpartners en cardiologen vastgelegd: Hoe kan de toepassing van sound therapie in de eigen leefomgeving bijdragen aan het reduceren van stress bij INOCA-patiënten en wat is de impact hiervan op slaap? Het consortium heeft als doel om INOCA-patiënten, die vaak geen hartrevalidatie krijgen, te helpen met het reduceren van stress in de eigen leefomgeving. Door middel van sound therapie in combinatie met biofeedback kan er een gepersonaliseerde oplossing worden aangeboden aan individuele patiënten die leiden aan deze chronische ziekte. Door in te spelen op het verminderen van de stress in de eigen leefomgeving, wordt de behandeling van de chronische ziekte bevorderd en draagt dit bij aan het vergroten van de kwaliteit van leven. Door in te spelen op het verminderen/voorkomen van stress, zal dit ook bijdragen aan preventie en de druk op ziekenhuiszorg.
A) De muziek uit de lange 19e eeuw (vanaf Beethoven tot Debussy) is de kern van het repertoire dat de klassieke muziekindustrie op ieder niveau domineert: vanaf de conservatoriumopleidingen tot de concert- en festivalprogrammering en het academisch onderzoek. Dit wordt vaak opgevoerd als een reden om dit repertoire ‘met rust te laten’. We weten echter dat de wereld van klassieke muziek ‘in crisis’ is, met aan de ene kant teruglopende publieksparticipatie en dalende budgetten en aan de andere kant de vrees om de status quo te verstoren en daardoor het geringe publiek en de beperkte middelen te verliezen. B) Artistiek onderzoekers hebben recentelijk een diepe kloof ontdekt in de manier waarop dit kernrepertoire in de 19e eeuw werd gespeeld, ervaren, begrepen en onderwezen, in vergelijking tot de manier waarop dit tegenwoordig wordt gedaan. Zij ontdekten ook een verontrustende kloof tussen wat ‘moderne’ musici weten, wat zij denken te doen, en wat zij feitelijk doen – met name met betrekking tot hun overtuigingen over artistieke ‘eigenaarschap’ en historische informatie. Onderzoekers hebben ontdekt dat dit uitvoerders-perspectief nieuw leven in blazen een verfrissende werking heeft op hoe wij ons verbinden met dit repertoire, terwijl tegelijkertijd oplossingen gezocht en aangedragen worden in het streven van de klassieke muziek naar relevantie en verbinding met de werkelijkheid van vandaag. Deze bevindingen dienen echter vanuit de sfeer van het artistiek onderzoek door te vloeien naar andere segmenten van de muziekindustrie. C) Dit project heeft als casus de heroverweging van het meest vereerde romantische repertoire, dat van Johannes Brahms, en stelt zich ten doel de 19e-eeuwse muzikale praktijk te ‘reanimeren’, zodat de hierboven onder A) genoemde crisis van de klassieke muziekindustrie, en ook de onder B) genoemde kloof tussen mainstream ‘moderne’ uitvoeringspraktijk en historische geïnformeerde uitvoeringspraktijk onder handen genomen worden.