De veronderstelling is dat jeugdhulpprofessionals de context en situatie van burgers meenemen en, indien nodig, maatwerk leveren. Dit onderzoek identificeert vijf maatschappelijke verwachtingen die jeugdhulpprofessionals ervaren rond maatwerk: (1) jeugdhulpverleners kunnen alle problemen oplossen, (2) jeugdhulpverleners plaatsen jongeren onterecht uit huis, (3) het probleem ligt bij de jongere, (4) jeugdhulp is niet beschikbaar als het nodig is, en (5) jeugdhulp kan efficiënter. Deze maatschappelijke verwachtingen verschillen van de verwachtingen vanuit de overheid, de beroepsgroep en de markt doordat ze moeilijker grijpbaar zijn. Tegelijkertijd spelen ze een wezenlijke rol in het dagelijks werk van jeugdhulpprofesssionals. Vanwege de complexe problemen van jongeren is het belangrijk dat in de jeugdhulp zowel een resultaatgerichte als procesmatige invulling aan maatwerk wordt gegeven.
DOCUMENT
In deze notitie doe ik verslag van een verkenning van de vraag hoe juridische professionals bij de overheid omgaan met de morele vragen die naar voren komen als zij in hun uitvoeringspraktijk maatwerk willen bieden.
DOCUMENT
In dit artikel doe ik verslag van een verkennend onderzoek naar de vraag hoe juridische professionals in de gemeentelijke praktijk en bij uitvoeringsorganisaties omgaan met morele vragen die naar voren komen als zij in hun uitvoeringspraktijk maatwerk willen bieden.
MULTIFILE
Een centrale grondslag in de persoonlijkheidspedagogiek van Kohnstamm is dat elke leerling de kans moet worden geboden om zich naar eigen aard en aanleg te ontwikkelen. Om dat te realiseren zou er in het onderwijsrekening moeten worden gehouden met de onderlinge verschillen tussen leerlingen, een taak waarvoor de onderwijsgevende goed toegerust moet zijn. Op die manier zouden ook leerlingen met een achterstandspositie of met leer- of ontwikkelproblemen betere kansenkrijgen om zich verder te ontwikkelen. Op dit moment, honderd jaar na de inaugurele rede van Kohnstamm, klinkt in het Nederlandse onderwijs opnieuw een roep om meer maatwerk in het onderwijs, zowel als het gaat om hetpedagogisch-didactisch handelen door onderwijsprofessionals, als bij de inrichting van meer flexibele leerroutes in het onderwijsstelsel. We verkennen de roep om maatwerk in de voorschoolse fase, in het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs. In het voetspoor van Kohnstamm gaan we daarbij in op de relatie tussen maatwerk en het vraagstuk van kansengelijkheid.
MULTIFILE
In 2016 zijn de reclasseringsorganisaties, OM en DJI gestart met de ontwikkeling Ruim baan. Meer ruimte voor maatwerk en een contextgerichte en integrale aanpak van delinquent gedrag stonden daarbij centraal (Lünnemann et al., 2017). De adviestaken van de reclassering werden lumpsum gefinancierd, er werd ruimte gecreëerd om vanuit ZSM zaken direct op te pakken en te doen wat naar het oordeel van de reclasseringswerker nodig is, zoals toeleiden van cliënten naar zorg of begeleiding door sociale wijkteams. Reclassering en DJI startten gezamenlijk proeftuinen waarin reclasseringswerkers aanwezig waren in de PI en samen met medewerkers van de PI werkten aan detentie- en re-integratietrajecten voor voorlopig gehechten en gedetineerden. In een eerder onderzoek naar Ruim baan, uitgevoerd door het Lectoraat Werken in Justitieel Kader en het Verwey-Jonker Instituut (Lünnemann et al., 2017), werd geconcludeerd dat er buiten ZSM en de PI’s nog weinig sprake was van nieuwe manieren van werken. De grote instroom aan adviesvragen gaf weinig ruimte voor experimenteren en vernieuwing. De geboden ruimte werd met name aangegrepen om korter en sneller te adviseren. Onderzoeksvragen. In dit onderzoek is gekeken naar de samenwerking tussen reclassering en OM en DJI, en naar de ervaren kwaliteit van reclasseringsadviezen door de ontvangers daarvan. De centrale onderzoeksvragen waren: 1. Wat zijn de succesfactoren en leerpunten in de verandering van een aanvraaggerichte en productgedreven relatie tussen OM / DJI en reclassering naar een gelijkwaardige samenwerking waarbij niet het product, maar de vraagstelling vanuit het OM / DJI en de expertise van de reclassering centraal staan? 2. Hoe beoordelen ontvangers van reclasseringsadviezen bij OM en DJI de kwaliteit en bruikbaarheid van de adviezen?
DOCUMENT
Het HvA-programma ‘Flexibel, studeerbaar en robuust onderwijs’ streeft naar flexibel onderwijs in een studeerbaar en robuust curriculum in 2020 in alle opleidingen. De veronderstelling is dat door flexibiliteit de onderwijskwaliteit verbetert, want het onderwijs sluit beter aan bij de behoeften, kennis en ervaring van studenten. Het gaat om wendbaar onderwijs dat snel inspeelt op veranderingen, recht doet aan verschillen tussen studenten, en studenten meer eigenaarschap geeft over hun studie. In januari 2015 is de Faculteit Onderwijs en Opvoeding (FOO) gestart met een project ten behoeve van flexibilisering van de deeltijdopleidingen. Hoofddoel van het project was het ontwerpen en aanbieden van onderwijs dat aansloot bij de diversiteit aan instroom in de deeltijd. Hierbij werd getracht rekening te houden met de wensen van de studenten: wat, wanneer en waar zij wilden leren.In het studiejaar 2016-2017 is het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding gestart met een onderzoek naar de flexibilisering van de deeltijdopleidingen FOO. Op dat moment was nog niet systematisch in kaart gebracht wat de percepties en de behoeften waren van deze doelgroep. De vraag was in hoeverre de studenten de opleiding voldoende flexibel vonden, en of ze behoefte hadden aan meer flexibiliteit. Ook riep de roep om flexibilisering de vraag op of studenten wel voldoende betrokken blijven als ze steeds meer individueel en thuis kunnen studeren. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een mixed method design: kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling. Voor de kwantitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van een flexibiliteitsvragenlijst en van de schaal Thuisvoelen (Sense of Belonging) uit het meetinstrument studentbetrokkenheid van het lectoraat Beroepsonderwijs. Tevens zijn enkele achtergrondvragen gesteld. Voor de kwalitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van interviews van studenten en docenten.Uit dit onderzoek blijkt dat studenten beperkt keuzemogelijkheden ervaren op het gebied van onderwijs en toetsing en dat van de 28 onderzochte flexibiliseringsthema’s er drie zijn die ervoor zorgen dat studenten zich meer of minder thuisvoelen. Uit de interviews blijkt welke factoren in de beleving van docenten en studenten van invloed zijn op de mate waarin opleidingen tegemoetkomen aan de behoefte aan flexibilisering van studenten. Op basis van de datazijn in het rapport tien aanbevelingen geformuleerd. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat het loont te investeren in flexibilisering van het deeltijdonderwijs, maar met mate, en mits rekening wordt gehouden met de betrokkenheid van deeltijdstudenten. Maatwerk in het hbo biedt mooie kansen voor zowel studenten als docenten, mits doel, middel en mogelijkheden gericht op elkaar worden afgestemd. Van one size fits all is geen sprake, dus daarom: ‘Maatwerk? Ja zeker, maar wel met mate!’
DOCUMENT
In dit artikel doen wij tussentijds verslag van ons onderzoek naar de vraag hoe sociaaljuridische professionals die de Participatiewet uitvoeren omgaan met de roep om maatwerk. Dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het lijkt erop dat deze professionals nog te veel aan hun lot worden overgelaten. Hoe kunnen zij de omslag maken van 'moeilijk doener' naar 'mogelijk maker'?
DOCUMENT
Als mensen werken, verbinden zij zich in hun handelen aan de kerntaak van de organisatie. Met hun werk helpen zij die kerntaak direct of indirect te realiseren. In de verbinding tussen werkende en organisatie is het zaak een goede balans te vinden tussen de persoonlijke ontwikkeling van mensen, het werk dat ze doen en de bijdrage die ze daarmee leveren aan de ontwikkeling van de organisatie. Dit is het werkterrein van HRM. Dit werkterrein is, zeker in de tijd waarin we nu leven, voortdurend in verandering. Niet alleen de aard van de arbeidscontracten verandert, ook de aard van het werk zelf. Werkorganisaties worden opener, en de diensteneconomie vraag om klantgericht werken. Bovendien wordt de betekenis van arbeid in het leven van mensen meer divers. Anciënniteit in de relatie tussen werkgever en werknemer hebben aan gewicht ingeboet. Van werkenden wordt tegenwoordig gevraagd competent te zijn, in staat tot het aangaan van relaties, deze te onderhouden en daarin zelfstandig, maar niet alleen, te functioneren. Maatwerk, ontwikkeling en zeggenschap zijn hierin sleutelbegrippen. Dat vraagt ook het nodige van het management. Het management werkt dan niet langer op basis van beheersing, maar op basis van vertrouwen, op gezag in plaats van macht. Deze veranderingen op het arbeidsterrein hebben grote gevolgen. Ze zijn zo drastisch, dat HRM de boot gaat missen als zij zich tot haar traditionele terrein beperkt. HRM concentreert zich nog vaak op de vaste kern van werknemers terwijl de differentiatie op de arbeidsmarkt vraagt om aandacht voor de groep werkenden als geheel. HRM moet verduurzamen. Duurzame HRM is het onderzoeksthema van ons lectoraat.
DOCUMENT