Ervaringen met racisme kunnen subtiel doorwerken in de leerstrategieën, motivaties en werkervaringen van zowel studenten als medewerkers, wat hun kansen op succes in het hoger onderwijs kan beïnvloeden (Nieto, 2004). Bewustzijn hierover is cruciaal om een inclusieve, gelijkwaardige en effectieve onderwijsomgeving te creëren. Een open gesprek kan bijdragen aan het vergroten van dit bewustzijn. Ons uitgangspunt is dat onderwijsprofessionals middels een groepsgesprek kunnen deelnemen aan een betekenisvolle uitwisseling waarin zij de aanpak van uitsluiting en ongelijkheid in verband leren brengen met hun pedagogische verantwoordelijkheid. Maar er is weinig bekend over de randvoorwaarden voor dergelijke gespreksvoering. In dit actieonderzoek staat daarom de volgende vraag centraal: Hoe voer je een eerste, gezamenlijk groepsgesprek over racisme, macht en privilege met professionals?
MULTIFILE
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland van 2010 is er veel gesproken in de pers over het gebruik van social media door politici. Dit onderzoek van het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie houdt zich specifiek bezig met het thema social media en de impact op de Tweede Kamerverkiezingen. Voor dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “In welke mate is er een (significante) invloed waarneembaar van het (actieve) gebruik van social media door politieke partijen en verkiezingskandidaten op de hoeveelheid stemmen die een politieke partij en een politieke kandidaat tijdens de Tweede Kamer van de Staten Generaal verkiezingen krijgt”? Vanuit Saxion hebben we een social media meetinstrument ontwikkeld dat het social media gebruik en de mate van participatie en interactie van politici kan meten en vergelijken, de Saxion Social Media Indicator (SMI). Voor alle partijen en 676 kandidaten (n = 676) zijn data verzameld aan de hand van de verkiezingsresultaten van het proces verbaal van de Kiesraad (2010) en de SMI vragen. Op basis van dit onderzoek moet geconcludeerd worden dat over het algemeen politici met behulp van social media een voorsprong op kunnen bouwen ten opzichte van hun partijgenoten die daar niets of weinig voor voelen. Vooral binnen de Partij van de Dieren, Piratenpartij, CDA, PVDA en ChristenUnie behalen actieve social media gebruikers over het algemeen meer stemmen. Er komen duidelijke significante verschillen naar voren. Dat social media niet altijd een voorsprong oplevert wordt duidelijk bij partijen als de PVV, SGP, Nieuw Nl, MenS en Partij één. Binnen de ene partij heeft social media gebruik veel meer effect dan in een andere partij. Dit heeft onlosmakelijk te maken met de doelgroep, maar ook met de wijze waarop het medium inhoudelijk wordt ingezet.
MULTIFILE
Geen gebrek aan loftuitingen voor de circulaire economie. Méér banen, minder grondstoffen, méér groei, minder vervuiling. Maar er zijn ook schaduwzijdes. Drie inconvenient truths tonen risico’s voor de verdeling van macht en waarde in de circulaire economie. Bij dit artikel horen vijf referenties; deze vindt u op vvm.info/nu-in-tijdschrift-milieu
Communicatieprofessionals geven aan dat organisaties geconfronteerd worden met een almaar complexere samenleving en daarmee het overzicht verloren hebben. Zo’n overzicht, een ‘360 graden blik’, is echter onontbeerlijk. Dit vooral, aldus diezelfde communicatieprofessionals, omdat dan eerder kan worden opgemerkt wanneer de legitimiteit van een organisatie ter discussie staat en zowel tijdiger als adequater gereageerd kan worden. Op dit moment is het echter nog zo dat een reactie pas op gang komt als zaken reeds in een gevorderd stadium verkeren. Onderstromen blijven onderbelicht, als ze niet al geheel onzichtbaar zijn. Een van de verklaringen hiervoor is de grote rol van sociale media in de publieke communicatie van dit moment. Die media produceren echter zoveel data dat communicatieprofessionals daartegenover machteloos staan. De enige oplossing is automatisering van de selectie en analyse van die data. Helaas is men er tot op heden nog niet in geslaagd een brug te slaan tussen het handwerk van de communicatieprofessional en de vele mogelijkheden van een datagedreven aanpak. Deze brug dan wel de vertaling van de huidige praktijk naar een hogere technisch niveau staat centraal in dit onderzoeksproject. Daarbij gaat het in het bijzonder om een vroegtijdige herkenning van potentiële issues, in het bijzonder met betrekking tot geruchtvorming en oproepen tot mobilisatie. Met discoursanalyse, AI en UX Design willen we interfaces ontwikkelen die zicht geven op die onderstromen. Daarbij worden transcripten van handmatig gecodeerde discoursanalytische datasets ingezet voor AI, in het bijzonder voor de clustering en classificatie van nieuwe data. Interactieve datavisualisaties maken die datasets vervolgens beter doorzoekbaar terwijl geautomatiseerde patroon-classificaties de communicatieprofessional in staat stellen sociale uitingen beter in te schatten. Aldus wordt richting gegeven aan handelingsperspectieven. Het onderzoek voorziet in de oplevering van een high fidelity ontwerp en een handleiding plus training waarmee analisten van newsrooms en communicatieprofessionals daadwerkelijk aan de slag kunnen gaan.
Het onderzoek gaat over hoe verschillende maatschappelijke organisaties in Nederland zich verhouden tot de problemen die artificiële intelligentie (AI) met zich meebrengt. Daarbij kan je denken aan toegang tot het recht en discriminatie.Doel Het doel is te reconstrueren wat de positie is van maatschappelijke organisaties in Nederland ten aanzien van AI. Maatschappelijke organisaties spelen een belangrijke rol bij het vorm geven aan tegenmacht. Resultaten Verschillende clusters van tegenmacht in de context van AI zijn geïdentificeerd. Namelijk verzet & protest, meebewegen, meedenken & bijsturen en confronteren & controleren. Verder worden de ontwikkelingen beschreven die bijdragen aan de wijze waarop tegenmacht vorm krijgt. Looptijd 01 april 2020 - 28 oktober 2021 Aanpak Het working paper biedt een overzicht van de stand van zaken van tegenmacht. Dat is gebaseerd op kwalitatief onderzoek. Daarnaast zijn open interviews afgenomen met 19 maatschappelijke organisaties en achtergrondgesprekken met 9 wetenschappers en 4 kunstenaars.
De digitale transitie van mkb’s, met name in de maakindustrie, is goed onderweg, maar verre van afgerond. Er is een grote vraag naar het invoeren van het (Industrial) Internet of Things om procesdata van productiesystemen te bemachtigen en deze vervolgens te analyseren. Deze analysestap heeft een verdere interesseboost gekregen door de mogelijkheden van artificiële intelligentie (AI), waarmee data-analyses naar een complexer niveau getild kunnen worden. In het RAAK-mkb-project Data in Smart Industry staat deze vraag naar de mogelijkheden van IoT en AI centraal: welke data moeten en kunnen we verzamelen en vervolgens op welke manier analyseren? Met bedrijfspartners uit de maakindustrie zijn verschillende casussen IoT-technologie en machine learning (een subdomein van AI) ingezet in pilot studies. Ter afsluiting van het project wordt, in samenwerking met de brancheorganisatie FME en het smartindustryplatform Boost, en vanuit het RAAK-mkb-project Focus op Vision, een aantal trainingssessies georganiseerd rondom AI. Hierbij wordt het bedrijfsleven onderwezen in het toepassen van AI-technologie vanuit een procesmatig en technisch perspectief, waarbij lering wordt getrokken uit de casussen van het Data in Smart Industry-project. De Top-up-subsidie dient het doel om de geleerde lessen uit het RAAK-mkb-project verder te laten landen in de regio Oost-Nederland. Instrumentaal hierin is TValley, een fieldlab gericht op de ontwikkeling van mechatronische systemen zoals industriële robotica. Met de Top-up-subsidie kan TValley uitgebreid worden met een pijler omtrent IoT en AI, vakgebieden die deels overlap hebben met het huidige domein van het fieldlab. Hiervoor worden de ontwikkelde leermaterialen ingezet en doorontwikkeld om kennis te verspreiden en nieuwe bedrijfscasussen op te starten rondom de thema’s IoT en AI binnen TValley.