In deze bijdrage aan een themanummer van het blad Onderwijsvernieuwing MESOconsult) over masters gaat Marco Snoek in op de bijdrage die masteropleidingen kunnen leveren aan het ontwikkelen van brede professionaliteit (extended professionalism) van leraren.
DOCUMENT
The increasing use of AI in industry and society not only expects but demands that we build human-centred competencies into our AI education programmes. The computing education community needs to adapt, and while the adoption of standalone ethics modules into AI programmes or the inclusion of ethical content into traditional applied AI modules is progressing, it is not enough. To foster student competencies to create AI innovations that respect and support the protection of individual rights and society, a novel ground-up approach is needed. This panel presents on one such approach, the development of a Human-Centred AI Masters (HCAIM) as well as the insights and lessons learned from the process. In particular, we discuss the design decisions that have led to the multi-institutional master’s programme. Moreover, this panel allows for discussion on pedagogical and methodological approaches, content knowledge areas and the delivery of such a novel programme, along with challenges faced, to inform and learn from other educators that are considering developing such programmes.
DOCUMENT
Het aantal masteropgeleide docenten in het beroepsonderwijs is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Met hun onderzoekende vermogen kunnen ze weerbarstige praktijkvraagstukken oppakken ten gunste van het onderwijs. Dit verloopt echter niet overal even soepel. De vraag is hoe de kwaliteiten van masteropgeleiden met een teacher leader profiel (verder ‘masters’ genoemd) meer te verzilveren zijn als het gaat om onderzoekend samenwerken aan onderwijskwaliteit.
DOCUMENT
The scope of policies within universities and professional practices is becoming increasingly global and more and more networks of professionals and researchers are conducting collaborative programmes and research projects. Translating these collaborations into flourishing practices is often more challenging than initially anticipated especially if there is an international dimension. In these circumstances participants often experience challenges triggered by power relations, differences in culture, contexts, and perspectives on practice and research. This paper is underpinned by an educational psychology perspective and falls within an interpretive paradigm. The metaphor of the patchwork quilt is used during learning and teaching seminars to explain collaborative practice and research because the steps involved serve as a useful visual aid for further comparison and reflection. Using data from four studies, we discuss the experiences of international participants conducting collaborative research over the course of an international Masters programme in Europe and the experiences of alumni of the programme attempting to conduct research after the completion of the Erasmus Mundus (EM) Masters Programme We argue that international collaborative practice and research take time, especially in the initial stages. They have the potential to support bridging and bonding universally and lead to enrichment and enhancement for the participants.
DOCUMENT
In deze bijdrage aan een themanummer van het blad Onderwijsvernieuwing (MESOconsult) over masters houdt Marco Snoek een pleidooi voor post-initële masters boven initiële masters, als middel voor carrière- en professionele ontwikkeling voor leraren. Ze komen als paddestoelen uit de grond, nieuwe masteropleidingen voor leraren. Waar de master traditioneel voorbehouden was aan eerstegraads leraren, zijn er in het afgelopen jaar mastertrajecten ontwikkeld rond speciaal onderwijs, Leren & Innoveren, schoolleiders en recent de mastertrajecten vanuit het NiME. Die ontwikkeling vindt niet alleen in Nederland plaats, maar ook op andere plekken in Europa. Toch zijn er wezenlijke verschillen tussen de ontwikkelingen in Nederland en elders in Europa. Het meest kenmerkende verschil heeft betrekking op de keuze voor initiële masters of voor post-initiële masters: wordt de master beschouwd als een startniveau voor leraren of als een carrièrestap ergens in een loopbaan? Hieronder wordt eerst ingegaan op de Nederlandse context. In het tweede deel wordt beschreven hoe de discussie rond masters elders in Europa speelt. Tenslotte worden kanttekeningen geplaatst bij de Europese trend.
DOCUMENT
In de rapportage over het deeltijdonderwijs van De Haagse Hogeschool is gekozen voor een beschrijvende benadering op tal van aspecten van dit onderwijs. Zo komen ondermeer aan de orde: doelgroep, onderwijsaanpak en studiesucces, begeleiding, personeel, organisatie, financiën, en ook communicatie en marketing van de deeltijd. In korte tijd heeft de onderzoeker een veelheid van informatie verzameld en is zij erin geslaagd dit toegankelijk te ordenen. Op elk van de onderzochte aspecten worden gegevens gepresenteerd die aanleiding kunnen vormen om op zoek te gaan naar verbetering van het deeltijdonderwijs. Het geheel overziende valt een aantal zaken op. In kwantitatief opzicht is sprake van 21 deeltijdopleidingen die op dit moment samen een aandeel van 14% hebben in de studentenpopulatie. Het deeltijdonderwijs kent daarmee een forse terugloop. Zo was een vijftien jaar geleden nog 40% van de studenten van De Haagse Hogeschool deeltijder. In kwalitatief opzicht valt op dat het deeltijdonderwijs een sterk academiegebonden beleid kent. Elke academie heeft zo haar eigen visie op elementen als instroom, onderwijsaanbod, werving en acquisitie. Ook laten de academies flinke verschillen in ambities zien. Al met al maakt de rapportage overduidelijk dat er een grote kloof bestaat tussen de praktijk van het deeltijdonderwijs en de beleidsambitie van De Haagse Hogeschool. Immers de aanleiding voor het uitgevoerde onderzoek was de vraag: hoe profileren we intern en extern De Haagse Hogeschool niet alleen als voltijd, maar ook als deeltijd school? Op basis van de verzamelde gegevens worden in het rapport uitgebreid aanbevelingen gedaan voor een sterkere profilering van De Haagse Hogeschool op het gebied van deeltijdonderwijs.
DOCUMENT
When an institution wishes to develop a Masters programme that combines relevance to the profession with preparation for possible 3rd cycle study, there are many things to consider: curriculum design and content, facilities, stakeholderopinion, assessment, likely student intake, etc. But at least as important as any of these is ensuring that the teaching staff are fully engaged with the development process and, if possible, that their activity within the institution reaches into mostor all of the areas that their students are addressing.
DOCUMENT
In kringen van beleid en bestuur is de excellente leraar een hot topic: de leraar als sleutel tot verbetering van de onderwijskwaliteit en de excellente leraar die in belangrijke mate bijdraagt aan excellent onderwijs. De vraag is hoe je excellentie kunt stimuleren. Een optie is de masteropleiding. Zo veronderstelt de Onderwijsraad bijvoorbeeld dat excellente leraren en masteropleidingen zullen leiden tot veranderingen in de onderwijspraktijk. In dit artikel verkennen Marco Snoek en Sander Galjaard die vooronderstelling aan de hand van een casestudie rond een specifieke masteropleiding met het NiME-keurmerk en een praktijkvoorbeeld van een school. Hun conclusie: masterleraren kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de school, mits de organisatiecultuur binnen de school aan bepaalde voorwaarden voldoet
DOCUMENT
A unique way of teaching practical aspects of renewable energy technologies has been experimented in the University of Oldenburg since 1987. An energy laboratory (Energielabor), built in 1982 and powered by renewable energy sources, has been used for practical training, lectures and office space for the staff and students engaged in the field of renewable energy at the University. After 30 years of service, this Energielabor requires revision and needs to be rebuilt to meet the needs of present age. In this direction, as part of a module named 'Case Study', PPRE masters' students assessed the locally available renewable energy resources and estimated the energy demand for a newly proposed design for the upcoming new Energielabor. This paper presents the first results of these energy demand and resource assessments, along with highlighting the didactical concepts and motivations behind the newly proposed design.
DOCUMENT