Traditioneel werden simulaties vooral ingezet voor het trainen van technische en motorische vaardigheden. Tegenwoordig worden simulaties ook steeds vaker gebruikt voor het oefenen van complexe beroepssituaties waarin communicatie, samenwerking en oordeelsvorming centraal staan. Die verbreding is relevant, want veel studenten ervaren een kloof tussen wat ze leren op de opleiding en wat er van hen wordt gevraagd in de praktijk. VR-simulaties kunnen helpen om deze zogenaamde praktijkkloof te overbruggen. Maar hoewel VR-simulaties inmiddels breed kunnen worden ingezet in het onderwijs zijn ze niet automatisch effectief. Voor een optimaal leereffect is een doordachte, doelgerichte aanpak nodig. Het gaat immers niet om de technologie zelf, maar om het versterken van het leerproces. De auteurs bespreken in het whitepaper zeven dingen die elke onderwijsprofessional moet weten over VR-simulaties. Het whitepaper is het resultaat van een samenwerking tussen het lectoraat "Professional Communication in a Digitalizing Society" en het lectoraat "Professionalisering van het Onderwijs".
DOCUMENT
In Zorgprimair schetste Marianne den Otter wat van een ‘inclusieve leraar’ wordt gevraagd. In haar discussie noemt ze Stevens die in het tijdschrift Orthopedagogiek, onderzoek en praktijk ‘pleit voor het herstel van zelfbewuste verantwoordelijkheid van professionals door het benutten van het potentieel aan kwaliteiten en het professioneel kapitaal’. Stevens roept in zijn artikel op tot openheid en samenwerking, met de leerling als een volwaardige partner. Dit artikel gaat nader in op dat samenwerken, dat immers cruciaal is binnen Passend Onderwijs. Iedere onderwijsprofessional zal ‘altijd’ moeten samenwerken met collega’s, met de omgeving van de school en van de leerling. Maar over wat dat in de praktijk precies betekent en wat dat van de leerkracht vraagt, is vooralsnog weinig bekend. Daarnaar doen wij – samen met onze studenten – binnen het lectoraat onderzoek .
DOCUMENT
Nieuwkomerskinderen worden zelden betrokken bij het vormgeven van hun onderwijs, ook niet als het over zaken gaat die voor henzelf van belang zijn, zoals het inzetten van hun thuistaal bij het leren. Deze handreiking is gebaseerd op gesprekken met drie Syrische kinderen in het primair nieuwkomersonderwijs en observaties van hun gedrag tijdens formeel leren in de klas en informeel leren bij een museumbezoek. De gesprekken en observaties zijn (uit)gevoerd door een onderzoeker van Syrische afkomst en tevens de eerste auteur van deze handreiking. Ze kent de cultuur en taal van de kinderen door en door, en gebruikte deze kennis in haar interpretaties. De gesprekken over de thuistaal zijn dan ook in de thuistaal gevoerd. Wij presenteren deze handreiking als een denkkader om jou als onderwijsprofessional te helpen reflecteren op je eigen praktijk en om je inzicht te geven in normen, waarden en gedragscodes uit verschillende culturen. Hiermee hopen wij bij te dragen aan het verminderen en voorkomen van misverstanden tussen leerkrachten en ouders, én tussen leerkrachten en leerlingen. Tot slot presenteren wij suggesties van de participerende nieuwkomerskinderen over het gebruik van de thuistaal in het Nederlandse onderwijs.
LINK
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.Doel De onderzoeksvraag luidt: Wat denken onderwijsprofessionals van de schoolorganisatie nodig te hebben om hun motivatie om in het Utrechtse basisonderwijs te blijven werken te vergroten? De leerkrachten onderzoeken de ondersteunende cultuur en structuur op scholen en de mate waarin in basisbehoeften van leerkrachten en schoolleiders wordt voorzien. Resultaten Een rapportage met beschrijvingen van good practices en overkoepelende inzichten over het behouden van onderwijsprofessionals Kennisdeling met betrokken schoolbesturen via presentaties en een toegankelijk kennisproduct Looptijd 01 februari 2023 - 31 december 2023 Aanpak In een professionele leergemeenschap (PLG) zetten zes academische of masteropgeleide leerkrachten samen het onderzoek op en voeren ze het uit. Ze worden begeleid en gevoed door onderzoekers vanuit de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.

Binnen het beroepsonderwijs worden leeromgevingen ontworpen waarin studenten en professionals samen werken, leren en onderzoeken over de grenzen van hun praktijken heen. Idealiter komen deze leeromgevingen tegemoet aan veranderende eisen en verwachtingen van lerenden, het werkveld en maatschappij. Onderwijsprofessionals en werkveldpartners worstelen met de vraag hoe samen, in co-constructie, vorm te geven aan zulke grensoverstijgende leeromgevingen. Initiatieven stranden, opschaling blijkt lastig en de opbrengsten onduidelijk. Co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen vraagt om consistente ontwerpkeuzes, uitgelijnd op de motieven van partners om samen te werken. Deze keuzes zijn lastig te maken doordat weinig bekend is over co-constructie en wat de impact is van geco-construeerde leeromgevingen. Met een sterk consortium van twee hbo- en drie mbo-instellingen en diverse werkveldpartners onderzoeken we dit via een ontwerpgericht design: 1) Ontwerpen van een instrumentarium om te onderzoeken wat bijdraagt aan de co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen. 2) Meervoudige casestudies waarbij het instrumentarium wordt ingezet om bij vijf cases (middels peer review) zicht te krijgen op welke interventies de co-constructie bevorderen en wat de opbrengsten zijn van de geco-construeerde leeromgevingen. 3) Valideren van de ontwerpkennis via focusgroepen van deelnemers binnen en buiten het consortium en deze kennis verwerken in een methodiek om a) de ontwikkelpotentie van leeromgevingen in kaart te brengen, b) co-constructie te ondersteunen en monitoren, en c) de gegenereerde impact te evalueren. 4) Middels de onder 3) ontwikkelde methodiek versterken van de co-constructie bij geselecteerde cases middels evidence-informed interventies en professionalisering. 5) Doorlopend: borgen van doorwerking van inzichten naar stakeholders in het (beroeps)onderwijs, de wetenschap en de beroepspraktijk. Met dit onderzoek beogen we kennis te vergroten over wat werkt in co-constructieve ontwerpprocessen en over de opbrengsten van geco-construeerde leeromgevingen. Met deze kennis bieden we professionals in verschillende contexten handvatten om in co-constructie responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen te (her)ontwerpen.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool