In dit proefschrift worden de resultaten beschreven van een studie die online wijkplatformen voor thuiswonende ouderen evalueert die werden ontwikkeld op basis van wensen en behoeften van eindgebruikers. Middels deze online wijkplatformen worden ouderen gestimuleerd om maatschappelijk te participeren en wordt gepoogd om in wijken vraag en aanbod van inwoners bij elkaar te brengen. Via deze online platformen kunnen wijkbewoners, zo ook thuiswonende ouderen, verschillende applicaties raadplegen.
Hoofdstuk 4 van Nieuwsvoorziening in de regio Dit verslag gaat over onafhankelijke lokale nieuws-websites. Daarvan zijn er honderden in Nederland. Dat is dus zonder de websites van kranten, nieuwsbladen, huis-aan-huisbladen en lokale omroepen. Ook aggregatie-sites zijn buiten beschouwing gelaten. Als we die ook mee zouden tellen zouden we op duizenden sites komen. Geen probleem met de lokale nieuwsvoorziening zou je zeggen. Maar op aggregatiesites staat alleen maar nieuws dat eerst ergens anders geplaatst is terwijl sites van printmedia en omroepen vooral het verlengstuk van die media zijn. De echte vernieuwing zou dus moeten komen van die onafhankelijk initiatieven, de één-pitters die op hun zolderkamer de lokale politiek willen coveren, de betrokken burgers die de aandacht van de reguliere media te mager vinden, de ondernemers die een gat in de lokale markt zien. Over die groep – zo’n 125 initiatieven die ruim 300 websites exploiteren – gaat dit rapport: wie zijn ze, waar zitten ze, waarom zijn ze met hun site begonnen, hoe verdienen ze hun geld, hoe komen ze aan hun nieuws, waar schrijven ze over, hoeveel mensen werken er…
Background: Due to demographic transitions and budget restraints, it is now necessary to search for comprehensive new strategies, in order to constitute a sustainable healthcare system. Recently, various online care platforms for community-dwelling older adults were introduced in several European countries. These platforms have aimed at solidifying social cohesion in the community, so as to support the older adults in coordinating or managing their care and to enhance the self-reliance of these older adults. Consequently, these platforms might contribute to a more sustainable healthcare system. The main research question of this study was twofold: Which online care platforms for older adults are available in the Netherlands and what are their characteristics? Methods: The researchers have performed a scoping review of the online care platforms in the Netherlands, according to the six steps of Arksey & O’Malley (2005), which were as follows: (1) Identifying the research question; (2) Identifying any relevant studies; (3) Selecting the studies; (4) Charting the data; (5) Collating, summarising and reporting on the results; together with (6) consultations with the relevant stakeholders. The study searched for evidence in online scientific databases (Phase 1) and on the Internet (Phase 2). The relevant studies that were published between February 2012 and October 2017 were included. Results: The review resulted in an overview of 21 care platforms, for which 3 types were identified: (1) Community Care Platforms; (2) Care Network Platforms; and (3) System Integrator Platforms. Conclusion: This typology of platforms can guide users – for instance, older adults, care professionals, informal caregivers and municipalities, in choosing a suitable care platform, i.e. the typology gives users insight into the functionalities, goals and target groups which allows them to choose a platform that matches their needs. As far as the authors know, no studies have previously reported on the effects of the online care platforms for older adults in the Netherlands, so further research is required on their impacts and on their benefits.
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
De toename en verspreiding van fake nieuws is een thema dat internationaal veel aandacht krijgt. Online informatiemanipulatie zou de verkiezingen in maar liefst 18 landen negatief beïnvloed hebben. In welke mate laten we ons beïnvloeden door desinformatie en welke strategieën helpen om weerbaarder te worden? Binnen academische kringen heerst er verdeeldheid over het effect van gemanipuleerde informatie op het gedrag. Wel heerst er consensus over het feit dat het bevorderen van digitale geletterdheid cruciaal is om de weerbaarheid tegen desinformatie te verhogen. In Nederland hebben journalistiek-educatieve organisaties DROG en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid afgelopen jaren een innovatief educatief aanbod voor diverse doelgroepen ontwikkeld gericht op het bevorderen van die digitale weerbaarheid. Zo is o.a. een game ontwikkeld, waarbij jongeren bewust fake nieuws maken om zo de werkingsmechanismen ervan te doorgronden. De game leunt op de inoculatie theorie (McGuire, 1961a, 1961b), die ervan uitgaat dat de toediening van het (nepnieuws)virus resulteert in meer antistoffen, en dus hogere weerbaarheid. Recent onderzoek door Roozenbeek en Van der Linden (2019) geeft bewijslast voor deze theorie en wijst op de positieve effecten van gamificatie. Gesteund door inzichten uit de gedragswetenschappen willen we in dit project nader onderzoeken welke interventies effectief zijn voor het verhogen van de digitale weerbaarheid tegen desinformatie bij jongeren tussen de 15 en 18 jaar. Deze doelgroep opgegroeid in het digitale tijdperk zou namelijk steeds meer moeite hebben om echt van nep te onderscheiden (Wineburg, S., McGrew, S., Breakstone, Joel and Ortega, T, 2016). Op basis van real life casestudies van DROG en het Instituut voor Beeld en Geluid zullen we een drietal interventie-strategieën testen bij de doelgroep jongeren (leeftijd 15 jaar tot 18) om zo meer gefundeerde inzichten te genereren over de effectiviteit van het aanbod en inzichten te genereren over het mogelijk verbeteren en aanscherpen daarvan.
Het voorstel voor dit platform komt van vijf lectoraten van verschillende kunsthogescholen. Het platform KUNST ≈ ONDERZOEK staat open voor alle onderzoeksdomeinen in kunst en design, van ‘artistic research’ tot de creatieve economie en van stedelijke vernieuwing tot cultuureducatie. Het platform komt voort uit een sterke behoefte om onderzoek in de kunsten in kaart te brengen, zichtbaar te maken en te profileren, maar zeker ook vanuit een wens voor meer samenwerking op verschillende gebieden en niveaus: zowel onderling als met niet-artistieke domeinen. Zowel de aanvragende als de deelnemende lectoraten worden nadrukkelijk betrokken bij de activiteiten van het platform. Kunstonderzoekers en lectoraten worden gestimuleerd en ondersteund om binnen het Platform kleinere thematische netwerken te ontwikkelen. Daarnaast wordt gestreefd naar de realisatie van een volwaardige derde cyclus in de kunsten: het platform zal daar actief aan bijdragen. Platform Praktijkgericht Onderzoek KUO sluit aan bij de volgende onderzoeksagenda’s en thema’s: NWA Route 14 en de investeringsagenda NWA, Strategische Onderzoeksagenda HBO ‘Onderzoek met Impact’, thema 9, de Human Capital Agenda en Topsector Creatieve Industrie.