In deze rede wil ik ingaan op de paradox van serious games. Over het spel en de knikkers. Het lijkt tegenstrijdig dat je met een spel naast plezier ook serieuze verandering of kennisoverdracht wilt bewerkstelligen. De paradox gaat echter nog een stap verder, want voor wie is het spel eigenlijk en van wie zijn dan de knikkers. In ons vakgebied is de partij die het spel ontwikkelt veelal een andere dan de partij die het spel speelt en zelfs binnen de partij van potentiële spelers wordt er gewezen naar medespelers: “het zou toch zo goed zijn voor de buurman"
DOCUMENT
From the article The paradigm shift towards competency-based education in the Netherlands has a logical counterpart: the need for more flexibility in the curricula. After all, in competency-based education it is recognized that learning not only takes place in designated places (school, university), but may happen every time when the learner is confronted with a challenge. This observation leads to the necessity to incorporate the learning outcomes of formal and informal education in one curriculum. As a result, the educational process becomes more complex and must be better structured to control the individual learning outcomes. In this paper we discuss this paradox: how more flexibility in the program creates the need for more control in the process. We also discuss what kind of IT-tools are helpful in controlling flexibility in curricula for higher professional education.
MULTIFILE
Educational change often fails due to its complexity: differing, even contradictory factors, agents, goals, norms or beliefs are involved. Too often practitioners, researchers and educators try to reduce or even ignore tensions, paradoxes and uncertainties and search for clear procedures and the one and only best solution in achieving the foreseen change. In this article, we discuss a valuable theoretical framework from organizational science, paradox theory, to understand why many change efforts fail and how to enhance the effectiveness and sustainability of change. We propose that (1) educational change is characterized by complexity; (2) that change therefore is inherently associated with tensions and paradoxes; (3) that paradox theory can help to understand and improve complex educational change by 3a) providing a lens to recognize, label, and acknowledge paradoxes and their interactions and 3b) investigate how to handle these paradoxes to foster effective and sustainable educational change (i.e. to find a dynamic equilibrium). Based on these important lessons we propose a three-step model to investigate and improve educational change processes.
LINK
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Vind jij het ook een uitdaging om onderwijsinnovaties om te zetten tot veranderingen in de onderwijspraktijk? Wil je niet alleen beter begrijpen wat onderwijsinnovatie zo moeilijk maakt, maar ook samen op zoek gaan naar oplossingen? Kom dan naar de innovatiewerkplaats, een project van lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs en het Teaching and Learning Network. Open voor alle onderwijsprofessionals (binnen en buiten de HU).
Service logistics in de vliegtuigonderhoudindustrie is een zeer kennisintensieve en concurrerende markt. De meest cruciale factor in deze industrie is het laag houden van de downtime tijdens maintenance, repair en overhaulactiviteiten. Met name opslag, distributie en het managen van spare parts spelen hierin een belangrijke rol. Om tijdig vliegtuigen te kunnen onderhouden, hebben onderhoudsbedrijven vaak duizenden onderdelen, van kleine ophangpennen tot zeer dure motoren, op voorraad. Hierin zit dan ook de paradox: onderhoudskosten dalen door lagere down time en grote voorraden zorgen op hun beurt weer voor hoge warehousing kosten. Het lectoraat Aviation Engineering voert thans een RAAK-MKB project uit waarin primair wordt onderzocht of historische onderhoudsdata kan worden gebruikt voor MRO-onderhoudsplannen die de downtime verlagen. Gaandeweg de uitvoering van dit project is echter gebleken dat niet alle onderhoud van te voren gepland kan worden en dat juist real time data tijdens de vlucht erg relevant is voor snel en efficiënt onderhoud. De doelstelling van dit KIEM-project is enerzijds het vergaren van nieuwe kennis en inzichten over service logistics en het daarmee aanjagen nieuw onderzoek waarin wordt onderzocht of de inzet van real time big data bijdraagt aan het verminderen van de downtime. Anderzijds wordt onderzocht of nieuwe samenwerkingen (met IT-bedrijven) mogelijk zijn die voorraadkosten verminderen. Onderzoek wordt gedaan naar: 1. Knelpunten voor de inzet van real time big data in relatie tot MRO-activiteiten. 2. Vraagarticulatie en samenwerkingsmogeljkheden met nieuwe mkb-bedrijven. 3. Spare part warehousing efficiëntie (parts pooling). 4. Infrastructuur en standaarden voor opslag en toegankelijkheid van gezamenlijke en individuele (bedrijfsgevoelige) data. De HvA, NAG en JetSupport verwachten dat met dit project nieuwe mkb-onderhoudsbedrijven, vliegtuigmaatschappijen en overheden gaandeweg het project gaan aanhaken. Uitkomsten zijn enerzijds nieuwe kennis en inzichten op het gebied van service logistics en anderzijds commitment voor een vervolgonderzoek op het lopende RAAK-project.