Te gast zijn Marije Kesselring en Dorien Graas, onderzoeker en lector bij verschillende jeugdlectoraten, met wie ik spreek over het thema de pedagogische basis. Marije deed promotieonderzoek naar de Pedagogical Civil Society, een begrip dat haar promotor Mischa de Winter eerder al had geïntroduceerd en dat gaandeweg veranderd is in het begrip de pedagogische basis, naar analogie van het begrip de sociale basis. Dorien is als lector en daarvoor onder meer als betrokkene bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al lange tijd pleitbezorger van dit thema. De pedagogische basis is het idee dat andere mensen dan de ouders vanzelfsprekende medeopvoeders zijn van kinderen. Denk aan informele medeopvoerders zoals buurtgenoten en formele professionals zoals leraren en medewerkers van de kinderopvang. Onderliggend idee is dat opvoeden niet overgelaten wordt aan ouders en als het mis gaat aan pedagogische specialisten, maar dat we 'allemaal opvoeders' zijn. Dat is ook de naam van het overheidsprogramma dat Marije onderzocht heeft op het begrip Pedagogical Civil Society. Omdat Civil Society betekent dat burgers onderling hun zaken regelen, is de geschiktere naam pedagogische basis gekozen. Dat betekent dat andere ouders en professionals rondom kinderen mee opvoeden als onderdeel van hun professie en dat de gemeente hen daarin stimuleert en ondersteunt. Marije en Dorien pleiten ervoor dat de pedagogische relatie en pedagogisch handelen normaal is in school en samenleving en dat we met elkaar spreken en reflecteren over hoe breed ons normaal is, zodat pedagogiek niet alleen aan specialisten wordt overgelaten.
LINK
Een verkennend onderzoek in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Amsterdam, Haarlem, Rotterdam. Ard is mede auteur. In deze verkenning wordt een systematisch beeld opgebouwd van de sociale infrastructuur in drie steden, gericht op jeugdigen. Ook word gekeken in hoeverre deze infrastructuur ‘op papier’ toegankelijk en bereikbaar is.
DOCUMENT
Uit onderzoek blijkt dat het met kinderen die in verbindende omgevingen opgroeien beter gaat dan met hun leeftijdsgenoten bij wie het daaraan ontbreekt (Garbarino et al. 1997; De Winter 2004, 2006; Moritsugu et al. 2010). Ze hebben meer ontwikkelingskansen, minder gedragsproblemen en ervaren meer verbondenheid met elkaar en met de omgeving. Verbindende omgevingen zijn omgevingen waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen en merken dat ze ‘ertoe doen’. Een belangrijk kenmerk is de (al dan niet lichte) pedagogische afstemming tussen ouders, buurtbewoners, vrijwilligers en professionals zoals docenten, kinderleidsters, jongerenwerkers of sportbuurtcoaches. Brede scholen zijn bij uitstek verbindende settings, althans op papier. Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen scholen, kinderopvang, welzijn, naschoolse opvang en overige instellingen in de wijk. Door de samenwerking, zo stellen pleitbezorgers van de brede school, kan een integraal dagprogramma worden geboden, waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat en de instellingsbelangen naar de achtergrond worden verschoven. Bovendien kunnen ouders en wijkbewoners bij de brede school worden betrokken, waardoor brede scholen veel meer kunnen bereiken met ‘hun’ kinderen. Ouders kunnen op hun beurt op allerlei manieren bij de brede school worden betrokken. Een belangrijke kwestie daarbij is welke ruimte voor eigenheid de partners in de brede school (zouden moeten) hebben en welke keuzes voor gezamenlijk denken en handelen er (zouden moeten) worden gemaakt
DOCUMENT
Om complexe maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden is het een voorwaarde dat professionals op school, in de wijk en rond het gezin goed samenwerken. Dit vraagt om innovatie van de bestaande infrastructuur waarbinnen professionals worden opgeleid. Hierbij is de koppeling met onderzoek, specifiek rondom het thema ‘boundary crossing’, essentieel. Doel Het doel van het project is het creëren en onderzoeken van deze innovatieve opleidings-en professionaliseringsinfrastructuur door het vormgeven van professionele leernetwerken (PLN’s) in Utrecht en Amersfoort. Resultaten Binnen een PLN wordt een leer-en onderzoeksomgeving gecreëerd waarin opleiden, professionaliseren, onderzoeken en innoveren verbonden zijn: Studenten uit het sociaalpedagogisch en educatieve domein werken samen aan complexe vraagstukken en tonen hun leeruitkomsten Opleiders vormgeven de (blended) leeromgeving binnen het PLN Praktijkprofessionals werken binnen het PLN aan de verbetering van hun eigen professioneel handelen Onderzoekers verwerven kennis met betrekking tot boundary crossen en de inhoudelijke vraagstukken waaraan binnen het PLN wordt gewerkt. Podcast Een leven, een verhaal, een kind, maar met bijvoorbeeld de leerkracht, de zorgcoördinator, de psycholoog, de wijkagent, de jongerenwerker, de pedagoog cirkelen er soms wel tien professionals om dat kind heen. Naast natuurlijk de eigen familie en allemaal kijken ze door hun eigen bril. In de serie Bruggenbouwers en Grensverleggers kijken we naar wat de raakvlakken zijn tussen al die professionals en wat ze van elkaar kunnen leren. De serie volgt drie verhalen uit de praktijk waarbij de verschillende partijen betrokken zijn Met deze podcastserie willen we de dialoog op gang brengen over interprofessioneel samenwerken. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2025 Aanpak De PLN’s zullen worden ontwikkeld door het uitvoeren van participatief actieonderzoek. Aan de hand van concrete casuïstiek uit de dagelijkse praktijk van professionals (in opleiding) die deelnemen aan het PLN worden, kortcyclisch, de verschillende stappen van actieonderzoek doorlopen. Relevantie Het project levert inzicht op in hoe je op een revolutionare wijze kan kijken naar het opleiden van professionals binnen het educatieve, pedagogische en sociale domein. Downloads en links Cofinanciering Financiering komt vanuit de HU-Profileringsmiddelen (Expertisegebied Samen Lerend).
Iselinge Hogeschool wil de Impuls 2020 aanwenden voor behoud en versterking van de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG). Binnen de AWOG wordt gewerkt aan onderwijsvraagstukken in netwerken – werkplaatsen genaamd. Werkplaatsdeelnemers in de driehoek student - educatief professional - docentonderzoeker verrichten praktijkgericht onderwijsonderzoek dat leidt tot kennisontwikkeling en innovatie van het werkveld en het hogeschoolcurriculum. Het oogmerk van de AWOG is toekomstgericht onderwijs. Dit wordt in de onderzoeksprogrammering van Iselinge Hogeschool geconcretiseerd in onderwijsontwerpen op vier thema’s: onderwijsontwikkeling in de regio, innovatieve didactieken, digitale geletterdheid en pedagogische sensitiviteit. Centraal staan het verbinden van professionals in het educatieve domein, het ontwikkelen van kennis en concrete tools die toekomstgericht onderwijs mogelijk maken én het delen hiervan. Om het verbinden, ontwikkelen en delen in de AWOG een impuls te geven, wil Iselinge Hogeschool toewerken naar een digitaal open-science-platform waarop kennisproducten en concrete opbrengsten op het gebied van netwerkleren en toekomstgericht onderwijs toegankelijk zijn voor professionals in het educatieve domein. Om dit doel te bereiken, bouwen we voort op ‘good practices’ voortgekomen uit de coronacrisis. Iselinge Hogeschool heeft recent onderzoek uitgevoerd naar afstandsleren in de regio Achterhoek tijdens de lockdown. Hieruit komt onder andere naar voren dat professionals in het educatieve domein behoefte hebben aan verruiming van blended samenwerkingsmogelijkheden met partners en de mogelijkheid om nieuwe kennis en tools laagdrempelig met elkaar te delen. Daartoe heeft Iselinge Hogeschool een digitaal systeem nodig dat blended samenwerking binnen de AWOG ondersteunt. Dit systeem moet passen bij de bestaande digitale infrastructuur van de hogeschool. De snelle ontwikkeling van leren en samenwerken op afstand geeft ons de bouwstenen om nieuwe, efficiënte manieren van blended samenwerken te realiseren. De besteding van de Impulsgelden versnelt en ondersteunt de positie van Iselinge Hogeschool als kennisinstelling in de regio op het gebied van leven lang ontwikkelen in het educatieve domein.
Het lectorenplatform Jeugd en Gezin heeft als missie om met kennis en praktijkgericht onderzoek bij te dragen aan het gezond, kansrijk en veilig opgroeien van jeugdigen, waarbij jeugdigen actief kunnen deelnemen in hun leefwerelden, in het bijzonder gezin/familie, school, buurt, vrije tijd en online. Het platform versterkt en professionaliseert de samenwerking van lectoren uit het jeugddomein en beoogt expertise en kracht te bundelen door het ontwikkelen en integreren van wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en praktijkkennis. Het platform bevordert de deling van deze kennis en stimuleert de benutting ervan. Meer algemeen draagt het platform bij aan het versterken en ondersteunen van de kennisinfrastructuur in het jeugddomein en afstemmen daarvan op de kennisinfrastructuur in het brede sociaal domein. De onderzoeksagenda van het platform richt zich op vier thema’s: a) Een sterke pedagogische basis en een gezond pedagogisch klimaat in de leefwerelden van jeugdigen en gezinnen: familie, buurt, opvang/school, vrije tijd, online b) Gelijkwaardige samenwerking tussen jeugdigen, ouders/opvoeders en professionals c) Versterken van de kwaliteit van werkwijzen en interventies d) Samen leren in het jeugddomein Het platform werkt aan deze doelen en de doorontwikkeling van de onderzoeksagenda samen met jeugdigen en ouders, (toekomstige) professionals, vrijwilligers en bestuurders vanuit praktijk en beleid, opleidingen en onderzoek. De integratie van de drie kennisbronnen (wetenschap, ervaring en praktijk) versterkt het evidence-based denken en handelen in het jeugddomein. Het lectorenplatform richt zich op kennis en interactie en versterkt hiermee de verbindingen met en tussen regionale kenniswerkplaatsen Jeugd, expertisenetwerken Jeugd, Spronggroep INCLU-ZIE en de werkplaatsen sociaal domein op thema’s over Jeugd en Gezin. Het platform onderhoudt relaties met veel relevante landelijke partijen en sluit aan bij belangrijke bewegingen zoals onder meer de uitwerking van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028.