Marketingactiviteiten zijn over het algemeen gericht op het creëren van vraag en het stimuleren van consumptie. Dit lukt vrij aardig, maar leidt ook tot steeds grotere klimaatproblemen. Het zou dus mooi zijn als merken consumenten kunnen aanzetten tot minder consumeren. Kotler en Levy (1971) noemden dit demarketing. Maar hoe doe je dat dan als merk?
LINK
Oud Fontyscollega H.Ansems heeft een prachtig boek geschreven over Evolutie en Spiritualiteit. Daarbij heeft hij zich laten inspireren door de jezuïet en wetenschapper Teilhard de Chardin en heeft dat aangevuld met veel recent wetenschappelijk onderzoek. Dankzij de moderne technologie van Internet voorziet Ansems een hoger collectief bewustzijn voor de mensheid met ook een hogere moraliteit. Een positief perspectief
DOCUMENT
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
DOCUMENT
Lang stond marketing en customer experience ten dienste van een eenzijdig belang van organisatie, en fungeerden mensen primair als middel (in de rol van klant) tot financiële doelstellingen. Echter, het huidige debat in de samenleving over duurzaamheid en de inzet van geavanceerde technologie zet het belang van mensen, samenlevingen en de planeet sterker aan. Dit vraagt van organisaties om daar rekening mee te houden en een bijdrage aan te leveren, naast hun eigenbelang. Organisaties wordt gevraagd om meervoudige waardecreatie te realiseren. Maar wat vraagt dit van de competenties van marketing & customer experience professionals? Welke nieuwe rol spelen zijn binnen organisaties om aan deze veranderende verwachtingen te voldoen?
DOCUMENT
Klimaatbeleid is urgent en overstijgt het denken in politiek ‘links’ of ‘rechts’, waarschuwt de Groninger lector Egbert Dommerholt. ‘Oneindige groei is op een eindige planeet niet mogelijk. Wie daar anders over denkt is ofwel gek of econoom.’
LINK
In today’s technological world, human intertwinement with the rest of nature hasbeen severely diminished. In our digital culture, many people hardly have any direct experience of and sense of connection with “the real” of the natural world. The author assumes that when we want to find ways to mend this gap, arts-based environmental education (AEE) can play a meaningful role. In AEE, artmaking is regarded as itself a way of potentially gaining new understandings about our natural environment. As a reflective practitioner, the author facilitated three different AEE activities, at several times and at diverse locations. On basis of his observations, memories, written notes, audio-visual recordings and interviews with participants, teachers and informed outsiders, he interpreted the experiences both of participants and himself. To this end he employed interpretative phenomenological analysis paired with autoethnography.The artmaking activities researched here aimed to bring about a shift in focus. Participants were encouraged to approach natural phenomena not head-on, but in an indirect way. Moreover, the artmaking process aspired to heighten their awareness to the presence of their embodied self at a certain place. The research questions that the author poses in this study are: (1) What is distinctive in the process of the AEE activities that I facilitate?; (2) Which specific competencies can be identified for a facilitator of AEE activities?; and (3) Does participating in the AEE activities that I facilitate enhance the ability of participants to have a direct experience of feeling connected to the natural world?In this explorative study, the author identifies facilitated estrangement through participating in AEE as an important catalyst when aiming to evoke such instances of transformative learning. In undergoing such moments, participants grope their way in a new liminal space. Artmaking can create favorable conditions for this to happen through its defamiliarizing effect which takes participants away from merely acting according to habit (on “autopilot”). The open-ended structure of the artmaking activities contributed to the creation of a learning arena in which emergent properties could become manifest. Thus, participants could potentially experience a sense of wonder and begin to acquire new understandings – a form of knowing that the author calls “rudimentary cognition.” The research further suggests that a facilitator should be able to bear witness to and hold the space for whatever enfolds in this encounter with artistic process in AEE. He or she must walk the tightrope between control and non-interfering.The analysis of the impacts of the AEE activities that were facilitated leads the author to conclude that it is doubtful whether these in and of themselves caused participants to experience the natural environment in demonstrable new and deep ways. He asserts that most of their awareness was focused on the internal level of their own embodied presence; engagement with place, the location where the AEE activity was performed, seemed secondary. The findings show that AEE activities first and foremost help bring about the ignition and augmentation of the participants’ fascination and curiosity, centered in an increased awareness of their own body and its interactions with the natural world. The present study can be seen as a contribution to efforts of envisaging innovative forms of sustainable education that challenge the way we have distanced ourselves from the more-than-human world.
LINK
Elke studierichting kan een link met voedsel hebben. Dit webinar biedt inspiratie aan studenten en docenten om in hun onderwijs te onderzoeken waar duurzaam voedsel een plaats kan krijgen. Voedsel vormt ons leven, van onze fysieke leefomgeving tot hoe fit we ons voelen. Meer duurzaam voedsel heeft een positieve impact op onze planeet en op onze gezondheid. Als duurzame voedseltransities vaker een plaats in onderwijs krijgen, wordt de wereld duurzamer. Minor Feeding our planeet kan daarvoor als voorbeeld dienen. Studenten van meer dan twintig opleidingen van tien verschillende hogescholen hebben de afgelopen vijf jaar daaraan deelgenomen. In de minor onderzoeken studenten de rol van voedsel van grond tot mond. Zij vinden een antwoord op de vraag hoe zij vanuit hun vakgebied een bijdrage kunnen leveren aan duurzame voedselvoorziening van de toekomst. In de minor staat de leerreis van studenten centraal. In het programma is ruimte voor de inbreng van studenten. Tijdens dit webinar komen oud-studenten van de minor aan het woord. Het klopt echt: elke studierichting heeft een link met voedsel.
LINK
Positioning paper bij de inauguratie van Vincent Voet als lector Circular Plastics.
DOCUMENT
Onlangs werd op Channel 4 een documentaire uitgezonden over SHEIN. We zagen (weer) hoe slecht fabrieksarbeiders betaald worden. Waarom kopen we massaal nog dit soort goedkope kleding? Waarom kiezen we niet vaker voor duurzamere mode? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat consumenten wel bewust zijn van het belang van duurzame mode, maar bij de aanschaf van een nieuwe outfit geen rekening houden met duurzaamheid. Hoe krijgen we hen wel mee?
LINK