In het openbaar bestuur zijn vooral complexe beleidsproblemen niet meer exclusief voorbehouden aan de markt of de overheidshiërarchie. In een toenemende mate worden deze aangepakt in netwerken, die worden gekenmerkt door een multiactor-governancestructuur. Publiek-private samenwerking (PPS) is hiervan een voorbeeld. Het besluitvormingsproces bij PPS is echter ingebed in publiekrechtelijke verhoudingen die hun oorsprong hebben in een strikte scheiding van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de overheid en private partijen. Deze context roept legitimiteitsvragen op. Voor het realiseren van maatschappelijke doelen is er enerzijds behoefte aan de deelname van private partijen aan besluitvormingsprocessen. Anderzijds laten de publiekrechtelijke verhoudingen deze deelname niet toe. Mijn promotieonderzoek aan de Universiteit Twente behandelt de legitimiteitsvragen die in de hiervoor beschreven context ontstaan en onderzoekt de geschiktheid van waarborgen voor legitieme besluitvorming door PPS-verbanden binnen publiekrechtelijke verhoudingen.
MULTIFILE
De problemen die in het aardbevingsgebied zijn ontstaan is het resultaat van een samenwerking tussen de Nederlandse Aardolie maatschappij (NAM) en de Nederlandse Staat. Hierbij ontvouwt zich onmiddellijk een paradoxaal scenario. Met de komst van het Gasgebouw, waarin de Staat en de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) verenigd zijn in een maatschap, is de winning en de exploitatie van aardgas in het Groningenveld middels Publiek-Private Samenwerking (PPS) vormgegeven. Vijfenvijftig jaar en vele aardbevingen later blijkt dat in navolging van het advies van de Commissie Duurzame Toekomst Noord-Oost Groningen (Commissie Meijer, 2013) en in de uitvoering van het bestuurlijk akkoord ‘Vertouwen op herstel, herstel van vertrouwen’ niet alleen miljarden worden uitgetrokken voor hestel van de uit de grondbewegingen voortvloeiende schade, maar ook expliciet wordt ingezet op samenwerkingsverbanden tussen publieke en private partijen om het vertouwen van de burger in dat gebied terug te winnen. Inmiddels is een tweetal PPS-entiteiten rechtstreeks uit het bestuurlijk akkoord en bijbehorend pakket van maatregelen voortgekomen. Dit zijn de Dialoogtafel Groningen en de Economic Board Groningen (EBG). Beide entiteiten zijn niet primair gericht op de materiële afwikkeling van de bevingschade in het aardbevingsbegied Groningen, maar op het hestel van het vertrouwen van de burger door enerzijds het vergroten van transparantie (Dialoogtafel) en anderzijds het versterken van de economie in de regio (EBG). Wat op papier mooi lijkt, blijkt in de praktijk weerbarstiger. De Dialoogtafel Groningen bleek een kort leven beschoren en deze Tafel is inmiddels opgeheven. Een deel van de taken van de Dialoogtafel is inmiddels neergelegd bij de Nationaal Coördinator Groningen. De EBG is weliswaar al meer dan drie jaar operationeel, maar van verschillende kanten is zij aan kritiek onderhevig. Deze kritiek ziet vooral op het mandaat van de Board, de interpretatie van de opdracht en de manier waarop de Board is georganiseerd. Het voorgaande roept de vraag op of vanuit bestuurlijk oogpunt inzicht kan worden gegeven in de wijze waarop beide PPS-entiteiten tot stand zijn gebracht en of lering kan worden getrokken uit de ervaringen met deze vormen van samenwerking. Aan de hand van een onderzoek naar de bestuurlijk juridische afwegingen en motieven die ten grondslag liggen aan de oprichting en de inrichting van PPS, worden de Dialoogtafel Groningen en de EBG als uitvoeringsinstrument van het pakket van maatregelen in het aardbevingsgebied Groningen kritisch geanalyseerd.
Het project Cracking the Criminal Mind is een samenwerking tussen politie-experts en studenten. In een learning community wordt getracht om te anticiperen op nieuwe, frauduleuze verdienmethodes. Welke strategieën zouden criminelen – al dan niet gebruikmakend van nieuwe digitale afschermingsmethodes – kunnen bedenken om geld te verdienen en om uit zicht te blijven van politie en justitie? Het identificeren van innovatieve criminele verdienmethoden vindt plaats in een learning community waar politie-experts en studenten met verschillende soorten kennis en expertise samenkomen. Deelnemers aan de learning community denken ook na over strategieën om de geïdentificeerde verdienmethoden tijdig te herkennen en te verstoren.
In het RAAK-MKB project MKB@Work ontwikkelde het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt (JAA) van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen, samen met o.a. mkb-bedrijven, grote bedrijven, MKB-Nederland Noord en vijf arbeidsmarktregio's, aandachtspunten voor een creatievere omgang met wet- en regelgeving bij de samenwerking van mkb met gemeenten, vanuit het gezamenlijke doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen op de werkplekken die het mkb creëert.De resultaten van het project zijn breed verspreid onder zowel ondernemers als overheid als kandidaten. Onder andere bij de landelijke praktijktafel van De Normaalste Zaak, die was georganiseerd op 26 maart 2018, waar meer dan tachtig werkgevers en vijf Tweede Kamerleden aanwezig waren, en op het eindcongres op 7 juni 2018 waar 100 deelnemers aanwezig waren, zowel mkb-bedrijven als gemeenten als kandidaten. Een belangrijk thema dat een nadere uitwerking verdiend is de aansluiting tussen opleidingen die zowel mkb'ers aanbieden als gemeenten als mbo-instellingen. Ondernemers starten bedrijfsscholen waar ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleiden op de werkplek naast de opleidingen die gemeenten aanbieden voor uitkeringsgerechtigden om ze klaar te stomen voor werk en naast de volwasseneducatie en inburgeringscursussen van het mbo. De drie partijen zien het belang van samenwerking, maar deze komt niet van de grond. “We kennen elkaar, maar doen niets samen, het is los zand. Hoe kunnen we elkaar ondersteunen?” Uit MKB@Work blijkt dat een verschil in belangen en concurrentie hierbij een rol spelen. Met de Top-up subsidie kan de Hanzehogeschool vanuit een overstijgende rol inzicht bieden in de behoeften van de verschillende partijen en een werkproces ontwikkelen waardoor partijen helder krijgen waar hun rol eindigt en die van de ander begint bij het aanbieden van opleidingsplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Wat dragen creatieve onderzoeksmethodes bij aan vernieuwing binnen de zorg? We onderzoeken dit binnen tien projecten van het Create Health-programma van ZonMw. In deze projecten wordt kennis ontwikkeld over de toegevoegde waarde van creatieve manieren van werken bij e-health innovatie. Informatie over de onderzoeksresultaten is te vinden op de website: husite.nl/creatieve-onderzoeksmethodes en het artikel: CHIWaWA maakt samenwerking in create-health onderzoek inzichtelijk | Hogeschool Utrecht (hu.nl)Doel Het Create Health programma heeft tot doel om bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen rondom gezond en actief ouder worden. CHIWaWA werkt daarbij toe naar een conceptueel model dat manieren van werken in kaart brengt in create health projecten – gekoppeld aan theorie over boundary crossing en research impact – met betrekking tot projectuitkomsten en kennis-, persoonlijke-, en systeemontwikkeling van betrokken actoren. Resultaten onderzoek Kennis die zowel online als offline te raadplegen is, in een boek, in wetenschappelijke artikelen en op een website. Deze kennis bevat: Inzicht in kansen om impact van e-health innovatie in ‘create health’-samenwerking te vergroten; Projectnarratieven met ‘best practices’ voor interdisciplinaire samenwerking waarbij onderzoekers, creatieve industrie en zorgprofessionals betrokken zijn; Guidelines voor ontwikkelaars van e-health applicaties m.b.t. samenwerking met de creatieve industrie; Guidelines voor beleidsmakers m.b.t. het stimuleren van samenwerking tussen zorg en creatieve industrie en het gebruik van creatieve manieren van werken om onderzoek naar de praktijk te krijgen; Aanpak Vanuit een service-dominant logic perspectief wordt bekeken hoe toegepaste kennis en skills worden gedeeld tussen actoren die betrokken zijn bij de verschillende ‘create health’-projecten, wat de meerwaarde daarvan is en wat actoren van die uitwisseling – als proces – leren. De focus ligt op co-creatie van waarde, die door samenwerking en uitwisseling tot stand komt. Door middel van procesonderzoek wordt er toegewerkt naar bijdragen aan theorieontwikkeling op het gebied van boundary crossing en contribution mapping. Resultaten Eindpublicatie: Create Health: Samenwerking tussen zorg, wetenschap en creatieve industrie (2023) Boek: Create Ways of Working. Insights from ten ehealth Innovation research projects (2022) Website www.creatieveonderzoeksmethodes.nl (2022) Bijdragen aan conferenties en symposia Co-design in de anderhalvemetermaatschappij (whitepaper), Dutch Design Week 2020. Download de presentatieslides. Collaborating in complexity. Strategies for interdisciplinary collaboration n design work, Design4Health conference 2020 Grounding Practices. How researchers ground their work in create-health collaborations for designing e-health solutions, Design4Health conference 2020 Seven ways to foster interdisciplinary collaboration in research involving healthcare and creative research disciplines, DementiaLab conference 2019 Posterpresentatie: Health x Design, DementiaLab conference 2019 Meer informatie over het Create Health programma Het ZonMw programma Create Health heeft als doel om bij te dragen aan de maatschappelijke uitdaging rondom gezond en actief ouder worden. Binnen het programma worden activiteiten uitgezet waarbij de samenwerking tussen de creatieve industrie en zorg en welzijn voorop staat. Het gaat hierbij om publiek-private samenwerking (PPS).
De overheid speelt als opdrachtgever en inkoper een belangrijke rol in het circulair maken van de Nederlandse economie. Circulaire inkoop door de overheid komt echter maar langzaam van de grond en vormt nog steeds slechts een klein deel van de totale inkopen van de overheid. Uit gesprekken met circulaire MKB-bedrijven en een uitgevoerde enquête blijkt dat er verschillende barrières zijn om als circulaire ondernemer met succes in te schrijven op aanbestedingen van de overheid. Niettemin zijn er ook succesvolle inschrijvingen van circulaire ondernemers. Als eerste stap in het realiseren van méér circulair aanbesteden en het daartoe verbeteren van de match tussen mkb en overheid, is het doel van onderhavig onderzoek om in kaart te brengen wat de kritische succesfactoren zijn ten aanzien van circulair aanbesteden én van het inrichten van een learning community rond dit thema. Na deze inventarisatie zal vervolgonderzoek nodig zijn voor het verder vormgeven van de learning community en het verzamelen van best practices. Het ultieme doel van de onderzoekslijn is om te komen tot een ontwerp van een raamwerk voor circulair aanbesteden in de regio, dat handvatten en ‘best practices’ bevat, zodat een werkbare aansluiting kan ontstaan tussen het circulaire mkb en de aanbestedingspraktijk van decentrale overheden, zowel inhoudelijk als in het proces. Dit zal resulteren in méér circulair aanbesteden, wat bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen zoals beoogd door de overheid in ‘Nederland circulair in 2050’.