In dit artikel geef ik een handzaam overzicht van de belangrijkste kenmerken van de verschillende rollen van een docent beroepsonderwijs voor nieuwe collega's en iedereen die het spoor bijster is. Aan het einde van het artikel staan 9 tips voor een goede rolverdeling
DOCUMENT
De LO-docent is vaak niet de enige beweegprofessional in en rondom een school die zich bezighoudt met beweegstimulering van kinderen om ze voldoende te laten bewegen. Ook bijvoorbeeld een buurtsportcoach of JOGG-regisseur kunnen hier bij betrokken zijn. Iedere professional heeft zijn eigen invalshoek van waaruit hij/zij werkt met bepaalde taken en verantwoordelijkheden. Die taken zijn niet alleen afhankelijk van welke beweegprofessionals allemaal betrokken zijn, maar ook van de unieke context van de school met daarin de school-specifieke behoeften, wensen en mogelijkheden. Om inzicht te krijgen in het veelzijdige werk van de beweegprofessionals in en rondom school hebben we zes rollen ontwikkeld, gebaseerd op de eerder ontwikkelde rollen van de Gezonde School-adviseur. In dit artikel beschrijven we deze zes rollen en gaan we vervolgens in op de mogelijkheden die deze rollen bieden voor zowel de verdere professionalisering van de beweegprofessional, als voor de samenwerking op schoolniveau.
DOCUMENT
Docenten bewegen zich in toenemende mate tussen werkveld en school in zogenoemde hybride leeromgevingen. Echter, deze verandering in de rol van ‘klassieke’ docent naar hybride docent gaat niet vanzelf. Het vraagt aanpassingen in samenwerkingsen didactische vaardigheden en in rollen. In dit artikel worden ervaringen gedeeld, opgedaan in twee en een half jaar implementatie van hybride leeromgevingen, en worden aanbevelingen gedaan aan docenten en organisaties over de begeleiding van docenten. De kernboodschap is: werken in een hybride omgeving is anders werken. School en werkveld: twee aparte werelden ‘Het gaat heel anders in de praktijk’ is een regelmatig terugkerende uitspraak van studenten in zorgopleidingen. Studenten lijken school en werkveld als twee aparte werelden te beleven. Onderwijs- en zorginstellingen erkennen deze ervaringen en zijn op zoek naar een betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het werkveld. De laatste tien jaar is een toenemende aandacht voor hybride leeromgevingen te zien.
LINK
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
In het mbo zijn tal van rollen en taken die leiden tot een variëteit aan ontwikkelmogelijkheden voor docenten in het mbo. Een dergelijke variëteit is een belangrijke voorwaarde om met energie en passie betrokken te blijven bij de ontwikkeling van studenten. Toch wordt die variëteit nog maar weinig gezien door docenten en aangegrepen om richting te geven aan hun loopbaan. Ook wordt die variëteit nog maar weinig gebruikt voor concreet loopbaanbeleid binnen het HR-beleid van mbo-instellingen.Geïnspireerd door ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs hebben de BVMBO en het Kennispunt Opleiden in de School van de MBO Raad gewerkt aan de ontwikkeling van een beroepsbeeld voor de docent mbo. In dat beroepsbeeld worden verschillende rollen en niveaus onderscheiden waarmee een landkaart wordt gecreëerd die gebruikt kan worden voor het maken van loopbaankeuzes door docenten en het ondersteunen hiervan.
DOCUMENT
Nadenken over loopbaanontwikkeling in het beroep van docent krijgt een duwtje in de rug. De beroepsvereniging voor opleiders in het mbo (BVMBO) en de MBO raad hebben het initiatief genomen om een beroepsbeeld voor de docent mbo te ontwikkelen. Lector Marco Snoek heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van dit beroepsbeeld dat een varaiant is op het beroepsbeeld voor leraren in het voortgezet onderwijs. Het beroepsbeeld Docent MBO biedt handvatten voor het ontwikkelen van loopbaanbeleid binnen mbo-instellingen.
DOCUMENT
Het innovatiearrangement Professional in Beeld (PIB)1 heeft als doel om het vakmanschap van de docent beroepsonderwijs te expliciteren en opleidings- en professionaliseringsactiviteiten naar dit vakmanschap te ontwikkelen. Het project wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van drie vmbo-scholen en de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht (Instituut Archimedes en het lectoraat Beroepsonderwijs) in samenwerking met het Expertisecentrum beroepsonderwijs. Aanleiding voor het project is de constatering van de samenwerkingspartners dat het vakmanschap van docenten in het beroepsonderwijs over het algemeen niet voldoet aan de eisen die een specifieke (v)mbo context stelt aan de vakbekwaamheid van een docent en dat deze eisen onvoldoende zijn terug te vinden in de lerarenopleiding en professionaliseringstrajecten voor nieuw en zittend personeel.
DOCUMENT
Drie vrienden zijn aan het kamperen in het bos. Ze zijn aan het ruziën over hoe ze de tent moeten opzetten. Ineens komt een zombie tevoorschijn… Maar eigenlijk is er geen tent. Geen bos. En (gelukkig) geen zombie. Dit zijn leerlingen in de tweede klas van de havo die betrokken zijn in een dramatechniek tijdens hun les Frans. Vaak heb ik meegemaakt als docent en docentenopleider hoe veel spreekplezier leerlingen op de middelbare school kunnen ervaren terwijl ze drijvende astronauten, boze klanten en Olympische sporters spelen tijdens dramatechnieken. Ook is het zo dat bij zulke activiteiten de deelnemers in een rol mogen kruipen, waardoor het minder eng kan zijn om een vreemde taal te spreken die ze nog niet helemaal beheersen. Met dramatechnieken bedoel ik in deze context activiteiten waarin er sprake is van een fictieve situatie en waarin spreekvaardigheid gestimuleerd wordt.
LINK
Ondanks alle commotie en discussies over het ‘nieuwe leren’ en het ‘rendement van ICT’ binnen het onderwijs, lijkt één ding bijzonder duidelijk: de trein is langzaam maar zeker in beweging: het gebruik van ICT in het onderwijs is de afgelopen jaren aantoonbaar toegenomen. De rollen en taken van docenten zijn duidelijk aan verandering onderhevig door de inzet van ICT op scholen en volgen in meer of mindere mate de ontwikkelingen die door de meeste wetenschappers op dit terrein worden beschreven. Nader onderzoek naar de veranderende rollen, naar wat dat betekent voor de schoolorganisatie en het leerproces zouden ertoe kunnen bijdragen die ontwikkelingen beter in de greep te houden. Binnen de school zou er meer aandacht onder docenten moeten komen voor het gebruik van ICT in hun eigen onderwijssituatie, de mogelijkheden en de moeilijkheden ervan en de manier waarop binnen school in samenwerking met collega’s hiermee wordt of zou moeten worden gewerkt.
DOCUMENT
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar het vakmanschap van de vmbo-docent in de bovenbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het innovatiearrangement Professional in Beeld (PiB) waarin drie vmbo-scholen en de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht gewerkt hebben aan het ontwikkelen van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het vakmanschap van de vmbo-docent. In het onderzoek zijn negen praktijksituaties gefilmd en zijn met de betreffende docenten de praktijksituaties volgens de Stimulated Recall-methode nabesproken. De observaties en reflecties zijn getypeerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld kijkkader. De resultaten konden vertaald worden in vijf vignetten die de kern van het vakmanschap van de vmbodocent samenvatten: pedagogisch aansluiten, didactisch aansluiten, beroepsgericht werken, contextgericht werken, aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief. Het artikel is als volgt opgebouwd. Eerst schetsen we de aanleiding en kader van het onderzoek. Daarna beschrijven we achtereenvolgens het kijkkader (onze operationalisering van het vakmanschap), de onderzoeksvraag, de onderzoeksgroep, de onderzoeksmethode en de dataverzameling en -analyse. Vervolgens gaan we in op de resultaten. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen voor de lerarenopleiding
DOCUMENT