Hoe zit het nu met de ruimtelijke spreiding van webwinkels en in hoeverre wijkt deze spreiding af van de verdeling van de bevolking en totale bedrijvigheid in Nederland? Om deze vragen te beantwoorden hebben we een steekproef genomen van 2.000 webwinkels in Nederland. In deze steekproef zitten zowel de grote als de kleine(re) webwinkels. Daarnaast beperken we ons in deze analyse enkel tot pure players (web-only bedrijven). Verder kijken we niet alleen naar provincie, maar ook naar ‘stedelijkheid’ van de vestigingsgemeente als ruimtelijke eenheid omdat dit meer zegt over de verdeling van webwinkels over stedelijke en landelijke gebieden.
DOCUMENT
In deze aanvullende publicatie is meer kaartmateriaal over de gebiedsanalyse van de centrumgarage te vinden. Ook zijn een aantal potentiële ruimtelijke concepten voor de gebiedsontwikkeling op het perceel gepresenteerd.
DOCUMENT
Met de huidige maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat en transities op het gebied van de vermindering van beschikbare ruimte voor stedelijk goederenvervoer en de sterke groei in e-commerce wordt het steeds belangrijker om logistiek mee te nemen in het ruimtelijk ontwerp van een gebied. Hierdoor kan efficiënte bevoorrading worden gerealiseerd en overlast worden beperkt. Ook kan zo worden aangesloten bij stedelijke ambities omtrent schone en slimme stadslogistiek. Toch wordt logistiek vaak niet of beperkt meegenomen in de ruimtelijke planning bij het (her-)ontwikkelen van gebieden. Door vroegtijdig na te denken over hoe het logistieke systeem eruit moet zien kan in het stedelijke ontwerp rekening worden gehouden met het ruimtegebruik van logistiek. Dit kan inefficiënte inpassing achteraf voorkomen. Om een hulpmiddel te bieden voor steden is daartoe een methode ontwikkeld die een basis vormt voor het nadenken over hoe logistiek kan worden geïntegreerd in de ruimte bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Stadslogistiek kenmerkt zich door de grote diversiteit van stromen waarin elk logistiek segment (afval, bouw, express en pakket, facilitair, etc.) om een eigen aanpak vraagt. Om die reden is het uitgangspunt van de methode om eerst grip te verkrijgen op het verwachte aantal voertuigen per stadslogistiek segment voordat wordt gekeken naar welke logistieke oplossingen passend zijn. Op basis van de samenstelling van het nieuw te ontwikkelen gebied (type en grootte bedrijven, functies en aantal huishoudens) en de geobserveerde voertuigen in andere gebieden wordt daar een inschatting van gegeven. Vanuit hier kan met maatwerk een mix van logistieke oplossingen worden opgesteld dat aansluit bij het type logistiek en de kenmerken en plannen voor en rond het gebied. Stedenbouwkundige ontwerpers kunnen dit vervolgens meenemen, zodat logistiek een slim en integraal onderdeel wordt van het ontwerp.
DOCUMENT
Het Omgevingscanvas is relevant voor iedereen die plannen maakt met een ruimtelijke impact. Het Omgevingscanvas biedt ondersteuning bij projecten die de ambitie hebben om aan te sluiten bij en rekening te houden met de wensen en belangen van bewoners, gebruikers en andere betrokkenen bij een gebied.Op dit moment is dat misschien vooral nog een idealistisch motief, maar onder de Omgevingswet die in 2021 van kracht zal gaan, is dit niet meer vrijblijvend. Onder de Omgevingswet moet iedereen die een gebiedsontwikkeling wil realiseren, zelf voor legitimatie en draagvlak zorgen. Ruimtelijke afwegingen moeten dan nog meer dan nu integraal worden gemaakt. Of het nu om een klein buurtproject gaat of om een plan voor herstructurering van een bestaand gebiedje in de stad, gebruik van het Omgevingscanvas kan daarbij helpen.
MULTIFILE
In deze studie wordt het stadsdeel Oost van Amsterdam onderzocht op de stand van zaken en mogelijkheden van waardecreatie en de wijze waarop dat wordt gefaciliteerd door de fysiek ruimtelijke kenmerken van dat stadsdeel in relatie tot andere delen. Amsterdam Oost is een stadsdeel van de stad Amsterdam dat vanaf 1875 stukje bij beetje is ontstaan en een stadsdeel van Amsterdam is geworden. Het begon in eerste instantie met de Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt. Vanaf 1900 zijn de Transvaalbuurt en de Indische Buurt geplant en ontstaan. Watergraafsmeer is er later 1920) bijgekomen. In 2002 is IJburg begonnen met de aanleg en bouw. IJburg wordt ook wel aangeduid als "Nieuw Oost".
DOCUMENT
Over stedelijke ontwikkeling zijn de partijprogramma’s voor de provinciale statenverkiezingen van aanstaande woensdag helder. Wonen staat met stip bovenaan. Maar als sectorale opgave. Lector Cees-Jan Pen mist bij al het ‘woongeweld’ een duidelijke koppeling met de opgaven in binnensteden en op kantoorlocaties. ‘Laat ruimtelijke ordening leidend zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood voor de ruimtelijke ordening.'
LINK
In dit artikel is ingegaan op de vraag waarom ruimtelijke ordening uiteindelijk weinig wordt ingezet voor de beheersing van veiligheidsrisico 's. De nadruk ligt hierbij op fysieke veiligheidsrisico’s en in het bijzonder op de thema’s externe veiligheid en waterveiligheid. Op basis van onderzoek naar de omgang met deze risico’s in de ruimtelijke ordening, worden drie suggesties gegeven voor het versterken van de positie van veiligheidsvraagstukken bij ruimtelijke ontwikkelingen; (1) realiseren van een mix van communicatieve en dwingende instrumenten voor het meenemen van veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen; (2) ontwikkeling van gerichte expertise op lokaal niveau; (3) via risicocommunicatie vergroten van risicobewustzijn bij bestuurders en ambtenaren. Deze suggesties zijn gericht op professionals die betrokken zijn bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van het ruimtelijke veiligheidsbeleid.
MULTIFILE
Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
DOCUMENT
Summary (English):Current planning policies place great expectations on citizen participation to resolve complex societal and spatial challenges such as urban renewal and housing development. This essay explores what transitions in citizen participation have taken place on this issue in the Netherlands and to what extent citizen participation in its current form can address the complex socio-spatial challenge of providing affordable housing in cities.The essay introduces a paradox of the transition in participation in housing development in the Netherlands as part of broader transformations in Dutch spatial planning and development: in spite of increased institutionalization of participation, the actual citizens seem to have been served less and less. There is potential for the inclusion of citizen participation in the planning processes to encourage acceptance where resource distribution creates conflicts (i.e. affordable housing markets and lack of supply) for more effective cooperation during implementation. However, giving citizens more say in small parcels of spatial development does not disguise and overrule the structural forces in policy and real estate market trends that have grown in the last decades and push out lower and middle income groups from the city.This essay reviews state-of-the-art literature on the evolution of citizen participation, co-creation, and decision-making structures and processes in spatial planning and housing, and discusses participation trajectories in urban developments with housing functions in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein) and Groningen (Suikerunie, Ebbinge), and Almere (Oosterwold) to showcase the paradoxical transition.__Summary (Dutch):Participatie krijgt een steeds prominentere rol in het oplossen van complexe maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen, zoals stedelijke vernieuwing en de ontwikkeling van woningen. Dit essay verkent welke veranderingen zich hebben voorgedaan in de rol die burgers spelen in woningontwikkeling in Nederland en in hoeverre participatie in de huidige vorm helpt om voldoende betaalbare woonruimte te ontwikkelen in de stad.Het essay schetst een paradoxale transitie op het gebied van participatie in de woningbouw in Nederland. De transitie is onderdeel is van grotere veranderingen in ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. Ondanks toenemende aandacht voor en institutionalisering van participatie in plan- en ontwikkelingsprocessen, lijkt het erop dat de burger die het meest de hulp van de overheid nodig heeft om passende woonruimte te vinden, steeds meer het nakijken heeft gekregen. Burgers een grotere rol geven in de planprocesen en planuitvoering kan helpen de acceptatie van plannen waarin schaarse middelen worden verdeeld, te vergroten. Tot nu toe echter blijft de inspraak van burgers beperkt tot kleine, specifieke gebieden. Deze uitzonderingen bieden onvoldoende tegenwicht aan de structurele krachten in beleid, grond- en vastgoedmarkten die midden- en lagere inkomens de afgelopen jaren steeds verder de stad uit hebben gedreven.Dit essay schetst op basis van literatuurstudie de grote lijnen in de ontwikkeling van woningontwikkeling en participatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Op basis daarvan beschouwt het essay de ontwikkeling van participatie, co-creatie en besluitvorming in gebiedsontwikkeling in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein), Groningen (Suikerunie, Ebbinge) en Almere (Oosterwold) om de paradoxale transitie die plaatsvindt in participatie in gebiedsontwikkeling en woningbouw te illustreren.
DOCUMENT
In de komende 20 jaar ondergaat KnoopXL, het stedelijk gebied rond Eindhoven Centraal Station, een flinke transformatie. Het gebied moet een aantrekkelijk verblijfsgebied worden – met ruimte voor recreatie en ontmoeting. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven en Fontys Hogeschool bekeken hoe dit een aangename plek kan worden waar verschillende groepen mensen zich thuis voelen. Conclusie: stedelijk groen (bomen en gras) zorgt voor positieve emoties en daarmee voor een positieve perceptie van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
LINK