Het lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken is sinds juni 2012 verbonden aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz (MIWB), onderdeel van het Instituut Techniek van NHL Hogeschool. Dankzij deze positie kan het lectoraat, samen met het lectoraat Maritiem, Marien, Milieu & Veiligheidsmanagement en het Kenniscentrum Jachtbouw, over de grenzen van de organisatie heen werken. Het ontwikkelen en uitbreiden van het praktijkgericht onderzoek heeft daarbij de hoogste prioriteit. Kennis, veiligheid en innovatie door middel van technologie zijn steeds de verbindende factoren. Het lectoraat houdt zich bezig met het uitwisselen van kennis tussen het onderwijs en het beroepenveld. Wij richten ons daarbij op vier thema’s en drie onderzoeksgebieden. Vanuit de thema’s, veilige schepen, slimme schepen, schone schepen, duurzame schepen, wil het lectoraat de komende jaren een actieve rol spelen op de onderzoeksgebieden Maritime operations, Human factors en Regulatory compliance. Daarnaast is het lectoraat gestart met nascholingstrajecten waarmee docenten hun onderzoeksvaardigheden verder kunnen ontwikkelen. Wij werken eveneens aan de professionele masteropleiding
DOCUMENT
Snelle technologische ontwikkelingen bieden kansen voor de maritieme sector. Zij maken de scheepvaart efficiënter, veiliger en schoner. De techniek heeft regelgeving en professionals nodig die ook klaar zijn voor de toekomst. Het lectoraat Maritime Law voert praktijkgericht onderzoek uit op de scheidslijn van recht en (maritieme) techniek samen met studenten, docenten, het bedrijfsleven en kennisinstellingen.
MULTIFILE
De toekomst van de zeevaart ziet er volgens Martien Visser zonnig uit. “We hebben weliswaar de ambitie minder afhankelijk te worden van landen van buiten Europa, maar in de praktijk komt daar niets van terecht. We willen zelfs geen datacenters. Extra belangrijk dus te werken aan een CO2-vrije internationale scheepvaart”, stelt hij.
LINK
In Nederland draaien 600.000 industriemotoren in transport, scheepvaart en z.g. Non Road Mobile Machinery (m.n. land- en bosbouw machines en stationaire motoren). Zij verbruiken jaarlijks ongeveer 5 miljard liter diesel, 20%% van het totale dieselverbruik. Ook deze sectoren dienen hun CO2 uitstoot en stikstofuitstoot te reduceren. Kijkend naar mogelijke oplossingen is elektrificatie niet geschikt vanwege het hoge specifiek gevraagde vermogen + kosten. Waterstof is te duur en voor mobiele toepassingen te bewerkelijk. Gesteund door technologie-neutraal klimaatbeleid vanuit de EU (32% hernieuwbare brandstoffen in 2030, waar elektrificatie niet mogelijk is), definieert de sector een voorkeur voor hernieuwbare methanol als marsroute richting emissiereductie. RAAK-MKB project Schoon Schip levert eind 2023 een werkend prototype methanol-conversiekit en manual voor een kleine industriemotor op. Mede door dit succes, groeide het consortium en ontstond een nieuwe vraag: Hoe kan de sector van industriemotoren lokale emissies van het huidige motorenpark van Stage III motoren naar Stage V niveau- en de Well-to-Wheel CO2-uitstoot verlagen met gebruik van hernieuwbare methanol als brandstof? De huidige stand van de techniek laat zien dat in grote (scheepvaart) motoren (<10.000Kw) dual-fuel en uitlaatgasnabehandeling vorm krijgt, voor kleinere industriemotoren is deze techniek nog nauwelijks beschikbaar. De HAN beantwoordt deze marktvraag in 4 werkpakketten om effectieve conversie van een stageIII motor naar StageV emissies te realiseren. Ze maakt hier een vertaalslag van de wetenschap en kennis bij grote zeevaartmotoren, naar (kleinere) industriemotoren. Dit gebeurt door te onderzoeken binnen welke kaders (economisch, emissies, prestaties en levensduur) een prototype motor te ontwikkelen klaar voor lange duurtesten. Brandt Schoon combineert opgedane motorenkennis met kennis uit de academische wereld om tot een betrouwbare toepassing van methanol in de binnenvaart te komen. Het gaat er om tot een werkende praktijkoplossing te komen voor het gebruik van hernieuwbare methanol in het bestaande park van 600.000 industriemotoren.
Kunnen we de ruimtelijke plannen van de Noordzee en de effecten daarvan inzichtelijker maken door data met elkaar te combineren en gebruik te maken van geavanceerde verwerkingstechnieken? Dat is de vraag die centraal staat in de use case Digitwin Noordzee.Hoewel niet erg zichtbaar voor de mensen op het land, is het extreem druk op de Noordzee. Er moeten windmolenparken komen, er liggen zeer drukke scheepvaartroutes, de visserijsector wil kunnen vissen, internetkabels, stroom olie en gasleidingen hebben ruimte nodig en er is ook natuur die we in stand moeten houden of herstellen. Voor beleidmakers en gebruikers een schier onoplosbare puzzel om plannen te maken waarbij andere belangen noodzakelijkerwijs ook hinder ondervinden. De Digitwin Noordzee wil de ruimtelijke plannen voor de Noordzee en de effecten daarvan op de omgeving inzichtelijker te maken en op die manier de besluitvorming rondom de Noordzee vergemakkelijken.Hoe kan de ruimte op de Noordzee het beste worden verdeeld? De partners Rijkswaterstaat, Deltares, Maris, Wageningen Marine Research, Universiteit van Breda, Vrije Universiteit Amsterdam en informatiehuis Marien herkennen dit probleem en bieden hun expertise aan om te helpen. In het Wallagetraject en het Noordzeeakkoord wordt nagedacht over hoe de ruimte op de Noordzee het beste kan worden verdeeld. Dit is uiteraard een politiek traject, maar er zitten ook veel technische, financiële- en milieutechnische voor- en nadelen aan al de mogelijke keuzes, waarbij Digitwin Noordzee kan helpen.Er is de laatste jaren al ervaring opgedaan met computermodellen en digitale tweelingen om beleidsmakers en publiek te helpen om beslissingen te nemen en te zien wat de gevolgen zijn van die beslissingen. Die systemen hebben ook hun beperkingen, we weten immers niet of een complex systeem als de Noordzee zich echt zo gaat gedragen als het model aangeeft. Om die onzekerheid aan te geven zien we daarom ook vaak de term “serious gaming” voorbij komen.Digitale replica van de NoordzeeMet de Digitwin Noordzee willen we een stap vooruit zetten en een state of the art ondersteunende tool voor beleidsmakers, stakeholders, wetenschappers en burgers maken. Het is een digitale replica van de Noordzee, die gebruik maakt van alle kennis die er op dit moment is, maar is ook flexibel en laat de verantwoordelijkheid bij de beleidsmaker en de stakeholders. Er zullen diverse rekenmodellen in de tool zitten die in of uitgeschakeld kunnen worden afhankelijk van de wensen van de gebruikers. Vervolgens zal de digitwin gebruikt worden om het gesprek te faciliteren.Omdat veel natuur zich onder water bevindt en het voor mensen moeilijk is om zich voor te stellen hoe bijvoorbeeld een dolfijn of vogel zich voelt in de drukte in de Noordzee gaan we ook een virtual reality module maken. Het idee is om op die manier een nog betere indruk te krijgen van de situatie.
In de logistieke sector, en met name binnen de scheepvaart, staan veel bedrijven voor de uitdaging om te voldoen aan de steeds strengere milieueisen met betrekking tot schadelijke uitstoot. Alternatieve brandstoffen zijn een prachtige ontwikkeling, maar het blijft essentieel om brandstoffen op de juiste manier te gebruiken, en daarbij is gedrag van professionals cruciaal. Praktijkpartner TechBinder levert dashboards, data en controlepanelen waarmee rederijen het brandstofverbruik van hun schepen kunnen monitoren. Simpelweg het delen van de informatie blijkt helaas niet genoeg: veel klanten van TechBinder gebruiken deze informatie niet optimaal. In dit project willen we verschillende innovatieve manieren onderzoeken waarmee we schippers en rederijen helpen het beste uit de data te halen, waardoor ze zuiniger kunnen varen. Dit bespaart zowel brandstof als schadelijke uitstoot, waardoor het voor bedrijven makkelijker wordt om aan de strenge milieueisen te voldoen – en het is natuurlijk prettig voor de leefbaarheid van onze planeet. Het plan is om verschillende innovatieve manieren van feedback te testen, en deze resultaten verder te verfijnen tot een optimale combinatie (visueel ontwerp van het dashboard, gebruik haptische feedback hendels van praktijkpartner Smart-Ship, gedragsinterventies zoals financiële prikkels en gamification). Deze kunnen vervolgens in een tweede praktijkproef uitvoerig worden getest op schepen van rederij en praktijkpartner SeaZip. Met de resultaten kan worden bepaald op welke manier schippers het beste feedback kunnen ontvangen over hun vaargedrag, en uiteindelijk ook hoeveel brandstof dat bespaart en hoeveel schadelijke uitstoot kan worden voorkomen. De resultaten van het project kunnen worden omgezet in aanbevelingen voor andere rederijen. Als vervolgproject willen we verder testen met verschillende typen schepen en op langere termijn. Zo willen we een bijdrage leveren aan een gezonde en leefbare planeet, maar ook aan een gezond vestigingsklimaat voor de Nederlandse scheepvaart.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool