Gezondheidsberoepen: Coconstructie in actie is een hoofdstuk uit het boek: Sociale constructie : Een uitnodiging tot het cocreëren van onze toekomst / Loek Schoenmakers, Diana Baas Dit boek gaat over ons sociaal constructief vermogen om met elkaar samen te leven in een meervoudige wereld en zo samen een betere en hoopvolle toekomst te creëren.
LINK
Cocreatie in organisatie en bestuur is een hoofdstuk uit het boek Sociale constructie : Een uitnodiging tot het cocreëren van onze toekomst / Loek Schoenmakers, Diana Baas Dit boek gaat over ons sociaal constructief vermogen om met elkaar samen te leven in een meervoudige wereld en zo samen een betere en hoopvolle toekomst te creëren.
LINK
Taal: Instrument voor het construeren van werelden is een hoofdstuk uit het boek: Sociale constructie: Een uitnodiging tot het cocreëren van onze toekomst / Loek Schoenmakers, Diana Baas Dit boek gaat over ons sociaal constructief vermogen om met elkaar samen te leven in een meervoudige wereld en zo samen een betere en hoopvolle toekomst te creëren.
LINK
Onderdeel van het RAAK Publiek-project was het ontwikkelen van een eHealth platform (www.vkbmonitor.nl) waarin bestaande smart devices werden gebruikt (bijvoorbeeld Fitbit One) of nieuwe zijn ontwikkeld (bijvoorbeeld iCaptur). Na een periode van intensief gebruik werden de belemmerende en bevorderende factoren van het gebruik van de VKB-monitor en de smart devices zoals ervaren door professionals en patiënten in kaart gebracht. Deze inventarisatie maakte duidelijk, dat fysiotherapeuten, ondanks dat zij doordrongen zijn van de voordelen van technologieën, veel barrières ervaren om eHealth en smart devices in de praktijk te implementeren. Er blijkt dus een verschil te zijn tussen wat fysiotherapeuten in theorie ondersteunen en de mate waarin fysiotherapeuten in de zorgpraktijk eHealth en smart devices daadwerkelijk (kunnen) inzetten. Onze ervaring vanuit het RAAK Publiek-project is dat de inzet van technologieën voor het monitoren van herstel van mensen na een VKB-reconstructie in ieder geval geen vanzelfsprekendheid is. Voor het duurzame inzetten van deze technologieën heeft men competenties nodig, zoals digitale geletterdheid waaronder ‘mediawijsheid’, die vertaald moeten worden naar het dagelijks fysiotherapeutisch methodisch handelen van de zorgprofessional. Denk hierbij o.a. aan ‘het veilig en ethisch omgaan met technologie’ en ‘afwegingen kunnen maken tussen e-zorg en face-to-face behandeling’. Toekomstige zorgprofessionals dragen in het ideale geval ook bij aan de (door)ontwikkeling van technologie om deze optimaal te laten aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Hiervoor moeten zij verbeterpunten kunnen herkennen en samen met ontwikkelaars (Bèta Sciences & Technology, CMD en ICT) naar oplossingen zoeken (‘sociale en culturele vaardigheden’ en ‘communicatie’). We denken de kans op het gebruik van technologie in de fysiotherapiepraktijk te kunnen vergroten door expliciet aandacht te besteden aan deze 21st century skills binnen de fysiotherapieopleiding van Zuyd (http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden). Tijdens het RAAK Publiek-project was er al intensieve betrokkenheid van studenten, onderzoekers en docenten van de opleidingen fysiotherapie, communicatie en multimedia design (CMD), ergotherapie, biometrie, Bèta Sciences & Technologie en ICT en de lectoraten ‘Voeding, Leefstijl en Bewegen’ en ‘Smart Devices’. De betrokken studenten hebben vooral binnen het top-traject van deze opleidingen (jaar 3,4) kennis gemaakt met de inhoud van het project (afstudeerproject of werkstudent). Ook is er een workshop ontwikkeld (onderwijs) om fysiotherapeuten met de VKB-monitor vertrouwd te maken. Willen eHealth en smart devices een grotere kans van slagen hebben om structureel ingebed te worden in de fysiotherapiepraktijk, zullen alle toekomstige fysiotherapeuten vroegtijdig gesensibiliseerd en opgeleid moeten worden om de benodigde competenties hiervoor te ontwikkelen. Voor een duurzame inbedding moet het onderwerp: 1) vroeger aan bod komen in het onderwijs (jaar 1,2), waarbij de bovengenoemde competenties (bijvoorbeeld ‘afwegen tussen e-zorg en face-to-face’) centraal staan en 2) aan alle studenten aangeboden worden. Daarnaast moeten studenten fysiotherapie leren om interprofessioneel samen te werken met (toekomstige) professionals vanuit Bèta Sciences & Technologie, CMD en ICT om technologieën te optimaliseren voor de praktijk. In dit project willen we daarom een verdiepingsslag maken naar duurzame inbedding van de thematiek in het onderwijs via de ontwikkeling van een set van interprofessionele en interfacultaire onderwijseenheden, in de vorm van bijvoorbeeld casuïstiek en co-creatie technieken.
Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de rol en bijdrage van de creatieve professional verandert. Niet alleen moet hij met steeds minder financiering toe, tegelijkertijd wordt er maatschappelijk een steeds grote beroep op hem gedaan. Gemeentes hebben hierin een grote rol. Steeds meer sturen zij hun cultuurbeleid vanuit de maatschappelijke meerwaarde van de creatieve industrie voor o.a. de domeinen gezondheid, welzijn en zorg. Juist zij zijn zich ervan bewust dat een weerbare en flexibele samenleving ontstaat wanneer mensen zich verbonden en gehoord voelen in juist die domeinen. Het is daarbij voor gemeentes van groot belang dat organisaties en zelfstandige ondernemers in deze sector inzicht hebben in de impact die ze veroorzaken en dat ze kunnen samenwerken om op die manier slagvaardiger een innovatieve, inclusieve en reflectieve samenleving te laten ontstaan en daarmee bijdragen aan het maatschappelijk verdienvermogen. In het versplinterde landschap in de regio van menig dorp en stad verhinderen goede samenwerking en een gezamenlijke focus op de regionale context vaak de innovatieve slagkracht van de creatieve industrie. Zo ook in de context van gemeente Het Hogeland. In deze aanvraag wordt een traject ontwikkeld waarin mkb cultuurorganisaties, amateurclubs en gesubsidieerde organisaties beter in staat worden gesteld om met elkaar deze rol op zich te nemen. In samenwerking met VRIJDAG Advies wordt in een traject van vier stappen met de deelnemers van dit platform in oprichting een ‘Sociaal Cultureel Waarden Canvas’ ontwikkeld, fungerend als empowerend instrument binnen dit platform. Het canvas kan beschouwd worden als een Key Enabling Methodology (KEM) vanuit een artistieke invalshoek met een academische methodische grondslag. VRIJDAG Advies heeft de intentie om deze aanpak ook in te zetten in andere contexten waarin het net als in Het Hogeland de bedoeling is dat verschillende culturele organisaties vanuit eigenheid en vanuit het appèl van de samenleving gaan samenwerken.
Aanleiding De nationale overheid wil voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van 2020. Dit streven botst echter regelmatig met de wensen van lokale overheden en burgers. Communicatieadviseurs van de overheid stuiten steeds vaker op lokale weerstanden tegen projecten als ondergrondse CO2-opslag, windmolenparken of de komst van biovergisters. Communicatieadviseurs vinden het lastig om zelfstandig wetenschappelijke inzichten uit de communicatiewetenschappen toepasbaar te maken voor deze weerbarstige praktijk. Zij hebben behoefte aan kennis en tools om goed communicatief te kunnen handelen. Doelstelling De vraag die in dit project centraal staat is: Hoe kan bij lokale energietransities effectief vorm worden gegeven aan communicatie? Het project Let's Talk Energy sluit aan bij een ontwikkeling om de alledaagse gesprekken tussen mensen te zien als bron van analyse en mogelijk ook als bron voor verandering. Nieuwe nieuwe wetenschappelijke inzichten over communiceren via sociale media combineren we met kennis die is opgedaan door onderzochte cases en best practices. De consortiumpartners van het project werken samen om een energiecommunicatie-instrument (InterAct) te ontwikkelen, dat aanzet tot doeltreffende communicatie over lokale energieprojecten. Met de nieuwe kennis kan de communicatieadviseur analyses maken en reageren op zorgen van burgers bij lokale energietransities. Beoogde resultaten De te verwachten resultaten van het project zijn: " een energiecommunicatie toolkit (InterAct) inclusief een praktische handleiding en eindrapport; " effectieve digitale producten en infographics; " masterclasses energiecommunicatie; " cahier met best practices. Ter afsluiting van het onderzoeksprogramma wordt een landelijke conferentie Let's Talk Energy georganiseerd waarbij de onderzoeksresultaten en opgeleverde producten worden gepresenteerd.