Whereas different aspects of teaching and learning in Higher Education are often discussed within an academic community, teaching the EU seems to receive less attention. Especially in recent years we testimony the decreasing interest to EU studies in universities, including some signs of disappearing from educational curricula. Even more sad is the state of teaching the EU in economic faculties and other disciplinary areas. Teaching the EU is not always considered as an important and necessary part of these curricula. At the same time, in the still remaining studies of the EU, mainly situated in studies of politics or international relations, there is a tendency, with a few exemptions, to stick to a rather traditional approach of teaching the EU that does not change for years, no matter what the developments in the world are. In this paper I plea for the change of the existent paradigm in teaching the EU. The new global realities, such as a developing climate crisis and EU green economic transition, war in Europe and changing global security landscape, (still) continuing migration crisis and growing poverty worldwide, radicalization of political systems and intensifying populism, require to change the way the EU subject has been taught in universities. The scholars teaching the EU subject have to rethink the existent answers to the main educational questions, such as what, why, how and who is being taught about the EU. I propose a different approach to teaching the EU that not only redesigns the existent teaching practices of the EU, but also makes the introduction of EU studies in other than political science or international relations curricula, such as economic, business, environmental or many other interdisciplinary studies, possible and indispensable.
DOCUMENT
The Education Assembly for a Sustainable Europe (EASE) project trains teachers in teaching sustainable development by designing and evaluating pre-service and in-service teacher training courses (EASE courses). These courses equip primary school teachers and pre-service teachers with the knowledge and skills required to teach lessons addressing Education for European Sustainable Development. The EASE courses intend to support teachers to gain the necessary general science knowledge about climate change and biodiversity, teaching skills to foster students’ arguing and ability to take in different perspectives and collaboratively search for solutions. This e-book reports on examining opportunities to educate and empower teachers to implement education for sustainable development goals in the context of European Grean Deal (EGD) issues. Chapter 1 delves into the educational principles underpinning the group problem solving approach. Chapters 2 and 3 detail the development, implementation, evaluation, and improvement of courses focused on education for sustainable development goals in the context of EGD for pre-service and in-service teachers. The final chapter offers concluding insights into how teachers can be better equipped to deliver high-quality education about the EGD.
MULTIFILE
Conclusie : Vertaald naar het nu kan gesteld worden dat het Europese erfgoed in het spirituele en culturele “Europese DNA” zit en dus niet aan actualiteit heeft ingeboet. Zo zijn de Griekse en Romeinse traditie en de Joods‐Christelijke wortels voor altijd terug te vinden in de oorsprong en ontwikkeling van ons onderwijs‐, rechts‐ en zorgsysteem. Schuman zag dit als de raison d’être28 van de Europese eenwording. Effectieve solidariteit tussen burgers en staten, een solidariteit geuit in concrete realiteiten was het motto van de eenwording en zou dit vanwege het blijvende karanter van het erfgoed ook nu nog zijn. Het actualiseren van het effectieve solidariteitsprincipe volgens Schuman zou niet ophouden bij Europa, maar zich uitstrekken tot buiten de Europese grenzen, omdat de menselijke waardigheid, kernbegrip van het spirituele erfgoed, aan het hele project ten grondslag ligt. Dit betekent het meewerken aan de opbouw van staten ook buiten Europa die het nodig hebben en in de mate dat ze het nodig hebben overeenkomstig het subsidiariteits‐ en solidariteitsprincipe om een menswaardig bestaan mogelijk te maken en te bestendigen, onrecht en armoede, de oorzaken van geweld, uit de wereld te helpen. Het zal in meer of mindere mate het openbreken van bestaande economische, politieke en culturele structuren met zich meebrengen, zoals de Schuman Verklaring dat indertijd heeft gedaan voor het Europese continent. Iets soortgelijks lijkt in zijn visie nu op wereldschaal nodig te zijn. De EU zou bij het volgen van Schumans denktrant, zich langzaam maar zeker open moeten stellen en in moeten zetten voor een steeds rechtvaardiger structuur van de boven‐continentale oftewel supra‐continentale, internationale orde die steeds meer vrede en veiligheid zal waarborgen, om niet te vervallen in een EU egocentrisme dat op den duur zowel de EU als de landen en continenten buiten Europa niet langer verdragen. In die zin zijn de huidige crises alarmsignalen die aangeven dat er een fundamentele paradigmashift gemaakt moet worden waarin de mens als persoon weer centraal komt te staan en solidariteit vandaaruit doordringt in economische, politieke en sociale structuren. Het globaliseren van de “sacraliteit van de menselijke waardigheid”. Tegelijkertijd blijft de rol van de mens, gemeente, regio en staat van essentieel belang, evenals die van het continent, zoals ook blijkt uit de volgende afsluitende citaten van Schuman: “Volgens onze opvatting is het Europese beleid totaal niet in strijd met het vaderlandslievend ideaal dat we allen delen [...] de natie vervult een belangrijke rol voor zijn eigen burgers , maar heeft ook, en in even grote mate, een rol tegenover de andere landen. Het kan zich daarom niet in de eerste van deze twee rollen terugtrekken. [...]
DOCUMENT
The European creative visual industry is undergoing rapid technological development, demanding solid initiatives to maintain a competitive position in the marketplace. AVENUE, a pan-European network of Centres of Vocational Excellence, addresses this need through a collaboration of five independent significant ecosystems, each with a smart specialisation. AVENUE will conduct qualified industry-relevant research to assess, analyse, and conclude on the immediate need for professional training and educational development. The primary objective of AVENUE is to present opportunities for immediate professional and vocational training, while innovating teaching and learning methods in formal education, to empower students and professionals in content creation, entrepreneurship, and innovation, while supporting sustainability and healthy working environments. AVENUE will result in a systematised upgrade of workforce to address the demand for new skills arising from rapid technological development. Additionally, it will transform the formal education within the five participating VETs, making them able to transition from traditional artistic education to delivering skills, mindsets and technological competencies demanded by a commercial market. AVENUE facilitates mobility, networking and introduces a wide range of training formats that enable effective training within and across the five ecosystems. A significant portion of the online training is Open Access, allowing professionals from across Europe to upgrade their skills in various processes and disciplines. The result of AVENUE will be a deep-rooted partnership between five strong ecosystems, collaborating to elevate the European industry. More than 2000 professionals, employees, students, and young talents will benefit from relevant and immediate upgrading of competencies and skills, ensuring that the five European ecosystems remain at the forefront of innovation and competitiveness in the creative visual industry.
De maatschappelijke aandacht voor welvaartcreatie die verder reikt dan financiële welvaart en de oproep aan bedrijven om hieraan bij te dragen, groeit. MKB-familiebedrijven vinden het vanzelfsprekend om een bijdrage te leveren, maar geven ook aan dat dergelijke brede welvaartactiviteiten niet zijn ingebed in de huidige bedrijfsstrategie. Hieruit volgt de praktijkvraag: Hoe kunnen we [MKB-familiebedrijven] brede welvaartactiviteiten planmatiger aanpakken zodat we meer maatschappelijke impact kunnen maken? Het doel van het project is om interventies (werkwijzen) te ontwikkelen en te toetsen om brede welvaartcreatie bij MKB-familiebedrijven inzichtelijk te maken en de maatschappelijke impact ervan te vergroten door ‘ad hoc’ uitgevoerde activiteiten planmatiger aan te pakken. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen MKB-familiebedrijven brede welvaartactiviteiten koppelen aan hun bedrijfsstrategie en de maatschappelijke impact van deze activiteiten vergroten? Het project wordt uitgevoerd door het Lectoraat Familiebedrijven van Windesheim, het Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam, en met Utrecht University School of Economics. We starten het project met acht MKB-familiebedrijven, met wie interventies worden ontwikkeld, waarna andere familiebedrijven aansluiten en in twee rondes de interventies worden doorontwikkeld. FBNed is aangesloten voor de valorisatie in Nederland en internationaal via hun koepelorganisatie FBN. De belangrijkste onderzoeksmethode in het project is de meervoudige case study methode. Verwachte outcome: Maatschappelijke impact van MKB-familiebedrijven vergroten door: • Kennis over hoe MKB-familiebedrijven zich (kunnen) ontwikkelen in brede welvaartcreatie; • De (h)erkenning van MKB-familiebedrijven in brede welvaartcreatie; • Bewustwording van kansen die brede welvaarcreatie MKB-familiebedrijven kan bieden. Verwachte output: • Een werkboek met een scan voor MKB-familiebedrijven om de huidige en gewenste situatie t.a.v. brede welvaartcreatie inzichtelijk te maken, inclusief interventies om brede welvaartactiviteiten te verankeren in de strategie en maatschappelijke impact te maken; • Twee wetenschappelijke artikelen, vijf vakpublicaties, acht teaching cases en vijf seminars in samenwerking met FBNed om resultaten breed te delen, voor onderwijs, wetenschappelijk publiek en bedrijven.
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.