Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
In deze publicatie gaat het veel en vaak om beweegzorg, uitgevoerd door beweegzorgprofessionals, als onderdeel van zowel het zorgaanbod als het beweegaanbod in de wijk. Met beweegzorg wordt de paramedische zorg bedoeld voor mensen die problemen ervaren in hun bewegend functioneren. Beweegzorg wordt uitgevoerd door beweegzorgprofessionals. Dit zijn fysiotherapeuten en/of oefentherapeuten Cesar/Mensendieck. Overal waar fysiotherapeut of fysiotherapiepraktijk staat wordt óók bedoeld oefentherapeut en oefentherapiepraktijk Zij vervullen een rol in het zorg- en beweegaanbod in de wijk. Het zorgaanbod is het geheel aan (eerstelijns) medische en paramedische zorg in de wijk. Het beweegaanbod bestaat uit alle sport- en beweegactiviteiten die in de wijk georganiseerd worden gericht op het welzijn van de burger. In de wijk worden zorg- en welzijnvoorzieningen meer en dichtbij de burger aangeboden. Het onderscheid tussen zorg en welzijn (ook: leefstijl en bewegen) vervaagt. Namelijk, verschillende branches bieden zorg en ondersteuning in de wijk aan. Er is sprake van branchevervaging. Leeswijzer: Dit is de eerste publicatie van MOVES, over de (gewenste) positionering van de fysiotherapeut in de wijk. Op basis van onderzoeksresultaten – literatuurstudie en veldwerk – wordt het net opgehaald van waar de fysiotherapeut staat: wat is het vertrekpunt, wat verandert er de komende jaren, welke uitdagingen zijn er in de wijk als het gaat om stakeholders, imago en samenwerking?
LINK
Hoofdstuk 5 in Supportgericht werken in de WMO Wijk en Psychiatrie kan beschouwd worden als een goed voorbeeld hoe support, kwartiermaken en de presentiebenadering leiden tot succesvolle participatie. WeP wordt gekenmerkt door een outreachende werkwijze en buurtgerichte samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsorganisaties. Zo worden directe verbindingen gelegd tussen wijkbewoners, zorg- en welzijnsprofessionals, om langs beide zijden de integratie en participatie binnen de wijk te stimuleren. Het project is sinds 2005 gevolgd door Hogeschool Utrecht, sinds 2009 in het kader van de Wmo-werkplaats Utrecht. Vanuit de Wmo-werkplaats is de aanpak systematisch beschreven en geëvalueerd
“KITT, activate super pursuit mode!” Actiefilms zijn kenmerkend vanwege de hoeveelheid stunts die erin voorkomen. Auto’s die crashen of elkaar net missen ontbreken hierin niet. Momenteel worden de stunts nog gedaan door getrainde stuntprofessionals wat de nodige risico’s met zich meebrengt. Naast de veiligheidsrisico’s spelen inschattingsfouten en menselijke communicatie een grote rol. Daarom is vanuit het mkb actief in de filmindustrie de vraag ontstaan hoe (gevaarlijke) stunts met voertuigen & beweegbare objecten veiliger, accurater en nauwkeuriger uitgevoerd kunnen worden. In deze KIEM worden de mogelijkheden van technologische toepassingen vanuit de Mobiliteit / Automotive Branche, zoals teleoperatie (het op afstand besturen van een voertuig) en autonome applicaties voor het mkb actief in de filmindustrie onderzocht. De vraag die centraal staat luidt daarom: “Wat is de potentie van technologieën als teleoperatie en autonomie binnen de Nederlandse Filmindustrie voor het uitvoeren van gevaarlijke en nauwkeurige voertuigstunts?” De vraag wordt beantwoord door zowel op schaal als op 1:1 voertuigen teleoperatie & autonome applicaties te ontwikkelen voor een specifieke stunt. Door te werken aan 1 scenario, te weten het net missen van twee voertuigen die op een kruispunt afrijden, bouwen we kennis op over de geschiktheid van teleoperatie en autonomie voor het mkb in de stuntindustrie. De resultaten van deze KIEM zullen worden vastgelegd en gepubliceerd en kunnen de basis vormen voor vervolg onderzoeken zoals een RAAK-mkb onderzoek.
Hogeschool Utrecht en politie Midden-Nederland werken samen in een community of practice om politiemedewerkers te professionaliseren en studenten te enthousiasmeren voor een carrière bij de politie. In COP komen deze activiteiten samen.Doel Vanuit een convenant tussen politie Midden-Nederland, lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en het Instituut voor Veiligheid komen politiepraktijk, onderzoek en onderwijs samen in een community of practice. De politie wil bijscholing op onderwerpen waar de HU expertise heeft. Daarnaast krijgen studenten een unieke inkijk in de politiepraktijk waardoor de instroom van nieuwe politieprofessionals wordt vergroot. Relevantie “Door afstemming over belangrijke maatschappelijke thema’s in het veiligheidsdomein met de politie en ketenpartners zal er meer direct relevant, praktijkgericht onderzoek worden gedaan. De samenwerking biedt ons verder mogelijkheden om potentiële politiemedewerkers en talenten te werven en om studenten te helpen in hun eigen ontwikkeling.” (Politie Midden-Nederland) Activiteiten Vakdagen voor hulpofficieren van justitie & onderzoek naar hun ontwikkelbehoeften; Onderzoek naar ontwikkelbehoeften van operationeel experts; Werven in de wijk; Doorlopend studentonderzoek in verschillende politieteams: in beeld brengen wat jongvolwassenen weerhoudt of juist aantrekt om bij de politie te gaan werken Ook zo nieuwsgierig naar wat de politie nu allemaal écht doet? COP Talks: Tijdens COP Talks krijg je een exclusieve kijk in de keuken van deze bijzondere organisatie. Voor HU-studenten door politieprofessionals: De tramaanslag; Terrorisme in beeld; Achter de zedenzaak. COP Walks: Excursies naar de politie: studenten zien en horen de praktijk van binnenuit; Utrecht-Zuid – gebiedsgebonden politiewerk; Amersfoort – grootschalig optreden en evenementen. Almere – cold case team. 4x per jaar Platform Paardenveld waarin dragers van het convenant uitwisselen over actuele thema’s en gezamenlijke activiteiten. Studentopdrachten Wij zijn graag ‘makelaar’ tussen politiepraktijk en studenten. Heb je een mooie stageopdracht of onderzoeksvraag? Neem dan contact met ons op. Looptijd 01 januari 2022 - 31 december 2025
In het beheer & onderhoud van waterkeringen is een belangrijke rol weggelegd voor het regelmatig uitvoeren van inspecties. Hierbij worden schades en afwijkingen aan keringen gedetecteerd, vastgelegd en indien nodig hersteld. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door graduele veroudering, of door incidentele belastingen (bijv. dierlijke graverij of spoorvorming). Het effect hiervan op het overstromingsrisico is vaak onduidelijk, en bovendien is er geen coherent beeld van hoe vaak bepaalde schades optreden en of hierin verbanden zijn. Hierdoor is het niet goed mogelijk om overstromingskansen in te schatten, waardoor de nieuwe wettelijke overstromingskansbenadering niet goed in praktijk kan worden gebracht. Het samenbrengen van inspectiegegevens van verschillende waterschappen in een nationale dataset kan een grote bijdrage leveren aan het begrip van verouderingsgedrag van waterkeringen. Zo kan het helpen bij het nader in kaart brengen van de invloed van schade aan en veroudering van waterkeringen op de overstromingsveiligheid. Doel van het project is om de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten te verkennen. Daarvoor worden inspectieresultaten van waterschappen samengebracht en gevalideerd. Praktische uitdagingen daarbij, bijvoorbeeld in de vorm van ingewonnen data en verschillen tussen waterschappen, worden in kaart gebracht. Met de dataset wordt een aantal analyses gedaan die door waterschappen worden aangedragen, bijvoorbeeld: • Welke schades aan waterkeringen zijn van invloed op het overstromingsrisico en met welke frequentie treden deze op? • Wat zijn de aard en omstandigheden/locatie van een bepaald soort schade? Het project wordt afgesloten met een rapportage en een workshop met stakeholders, gericht op de conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten. In deze workshop wordt tevens de richting voor vervolgstappen besproken. De producten van het project zijn daarmee: een database, en een rapportage met daarin de bevindingen van de analyses en de workshop.