Na het energiegebruik voor apparatuur is verlichting vaak de belangrijkste energiepost van industriegebouwen, dus bij verduurzaming van industriegebouwen speelt verlichting een belangrijke rol. Vervanging van traditionele (tl-)verlichting door led levert vaak 50 tot 70% besparing op. Daarbij is diezelfde ordegrootte van besparing in industriegebouwen mogelijk met slimme dimlichtregelsystemen in combinatie met daklichten. Onderzoek van Saxion voor de provincie Overijssel toont aan dat daar niet eens extreem veel daklichtoppervlak voor nodig is.
MULTIFILE
Recent schreef Martien Visser dat voor hem persoonlijk bij vervanging van zijn cv-ketel een volledig elektrische warmtepomp met een aantal straalkacheltjes goedkoper is dan een hybride exemplaar zonder die kacheltjes. Het leverde hem tal van reacties op met als boodschap dat dit al gebeurt of overwogen wordt, omdat dat ook voor anderen de goedkoopste optie is. “Zo zijn we in Nederland blijkbaar bezig. Arme netbeheerders! Vindt u het dan gek dat er enorme net schaarste is, dat er 10.000 wachtende bedrijven zijn en dat de kosten en doorlooptijden de pan uitrijzen?”
LINK
Het bekende Amazon recept van "anderen die dit boek bestelden, kochten ook..." wordt ook steeds populairder voor persoonlijke verzamelingen van bookmarks: "anderen die dit artikel of deze website bookmarkten, vonden ook..." Zet je bookmarks online, op je naam of onder pseudoniem. Importeren vanuit Explorer of Firefox is geen probleem. En met iin klik kun je grasduinen door de verzamelingen van gelijkgeonteresseerden. De kans dat je kwalitatief goede bronnen vind is daardoor groot, en op basis van een annotatie, trefwoord of waarderingsscore kun je snel scannen of er iets voor je bij zit. Vergelijk dat eens met de zoekresultaten van bijvoorbeeld Google waarbij je zelf telkens het kaf weer van het koren moet scheiden. Social bookmarks: hoe werkt het precies, en wat kan dit betekenen voor het Hoger Onderwijs?
ADAS Kennisbank Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) bepalen als een van de vier disruptieve automotive trends1 de komende jaren de automotive-branche. In de breedte van de branche –mkb-autobedrijven en -werkplaatsen, rijschoolhouders, verzekeraars, overheden, belangenorganisaties - bestaat het bewustzijn van de potentie en de impact van deze trend. Door de snelheid, waarmee deze ontwikkeling gepaard gaat, groeit de behoefte aan state of the art ADAS-kennis bij MKB-bedrijven in de automotive sector. Tevens vraagt de aard van deze disruptieve trend om interdisciplinaire samenwerkingen om de state of the art kennis te blijven ontwikkelen en om deze toegankelijk te presenteren. Met een consortium- bestaande uit MKB-ers en branche- belangenorganisaties- dat de breedte van de automotive-branche vertegenwoordigt, wil HAN-AR de behoefte aan ADAS kennis concretiseren en een kennisbank creëren waar onafhankelijke state of the Art ADAS kennis voor een breed netwerk toegankelijk wordt gepresenteerd. Doormiddel van dit onderzoek worden de ADAS kennishiaten in kaart gebracht en worden op basis daarvan nieuwe netwerken gevormd waarmee relevante en ontbrekende state of the art kennis wordt onderzocht. Het onderzoek moet leiden tot het uitbreiden van het ADAS netwerk dat zowel voor onderzoek als ook voor het automotive onderwijs komende jaren een prominente rol zal gaan spelen.
ARV is een Europees gesubsidieerd project. Hierin werken we aan klimaat positieve en circulaire gemeenschappen in Europa door onder andere het woningrenovatietempo te verhogen. Hogeschool Utrecht creëert en test samen met haar partners enkele renovatie innovaties zoals het Inside Out concept en de Circulaire hub.
AanleidingCoatings zoals verven worden toegepast voor de bescherming van materialen tegen schade, corrosie, slijtage en weersinvloeden. De Europese Unie transitieambitie (van een lineaire naar een circulaire economie) vraagt ook om verdere verduurzaming en vergroening van de coatingsector. Meer dan 75% van de totale CO2-emissie van de verfsector is gerelateerd aan het gebruik van huidig gebruikte fossiele grondstoffen. Deze grondstoffen zijn verantwoordelijk voor de negatieve milieu-impact (LCA en CF-analyses) en gebrek aan circulariteit. Ook geldt dat verfgrondstoffen een bron van persistente microplastics zijn, waarvan de nadelige gevolgen steeds meer duidelijk worden. Binnen de verfsector valt daarom een significante milieuwinst te behalen door de vervanging van de huidige fossiele grondstoffen door toekomstbestendige varianten. De gewenste transitie wordt momenteel beperkt door het gelimiteerde aanbod van duurzame, hernieuwbare en milieu ontlastende grondstoffen.Doel van het projectDit MOOI-consortium heeft tot doel om versnelling te brengen in het beschikbaar maken van biodegradeerbare, biobased en circulaire verfcoatings opdat de CO2-uitstoot en de milieubelasting gereduceerd wordt met 25% respectievelijk 75% t.o.v. huidige acrylaat gedragen verfsystemen. Het punt op de horizon van dit consortium is: verven die volledig biodegradeerbaar zijn, en waarbij het aandeel microplastics met 100% is gereduceerd en 50% van de grondstoffen wordt geproduceerd uit circulaire of biogene bronnen. Dit ambitieniveau strekt veel verder dan lopend onderzoek binnen de verfindustrie dat zich vooral richt op de ontwikkeling van biobased coatings, maar niet noodzakelijk leidt tot een positieve invloed op de milieu-impact en de microplastic problematiek.Dit consortium wil de komende vier jaren gebruiken om kennis en inzichten te ontwikkelen waarmee op kg schaal twee verschillende biodegradeerbare coatings beschikbaar worden gemaakt als Basis Wit (BW) en Basis Transparant (BTr) variant (proof-of-concept schaal). Het publiek-private consortium achter dit project dekt de hele waarde- en kennisketen; van plantaardige reststomen, via de fermentatieve productie van vetzuren, polyhydroxyalkanoaten (PHA’s) en pigmenten/kleuren, groene additieven en binders, tot het maken van high-end verven op basis daarvan.ResultaatDe projectresultaten bestaan uit duurzame grondstoffen (kg schaal) die samen één geheel vormen in “groene” verfcoatings. De technische en economische opschaalbaarheid van de projectresultaten worden tevens onderbouwd.