Aan hogescholen is de laatste decennia een nieuwe traditie ontstaan: het geven van een lectorale rede bij de aanstelling als lector. De eer dit driemaal te hebben mogen doen in de afgelopen 15 jaar is de aanleiding geweest de redes hier samen te brengen. De eerste rede uit 2008, Idola van de crossmedia, verkent het terrein van de crossmedia en het gereedschap van het praktijkgericht onderzoek aan de hogescholen. In de rede Crossmediascapes uit 2014 wordt meer precies ingegaan op wat crossmedia betekent voor de praktijk. In De Voorbeschouwing uit 2022 is de aandacht gericht op het doen van praktijkgericht onderzoek zelf, door een eigen idioom te ontwikkelen voor het streven naar, en evalueren van, impact van onderzoek dat recht doet aan het praktijkgericht onderzoek.
In today’s era of content abundance, lecturers in higher education have an endless supply of crossmedia materials they can present to students as learning materials. This confronts lecturers with the challenge to select those materials in such a way that they match both course topics and proficiency levels of students. Additionally, they need to consider how to structure resources and make connections between them in order to support students’ learning. It is often recognized that this task is remarkably similar to the task of curators in museums.This paper aims to provide an overview of research regarding ‘lecturers as curators’ in the context of higher education. Thirty articles that focus on curation of learning materials by lecturers were identified and analysed. Although most articles recognize the notion of curation as a useful approach, they fail to describe overarching processes or criteria for successful curation of learning materials.
Onder crossmedia wordt hier verstaan het gebruik van meerdere media (TV, Internet, mobiel, evenementen, print, radio et cetera) in de communicatie. Zodra meerdere media worden ingezet in het overbrengen van een boodschap of verhaal dringt de vraag zich op naar de ‘orkestratie’ van de verschillende media: Welke content op welk medium? Hoe verhouden de verschillende media zich tot elkaar? Waar is onderlinge versterking mogelijk? Welke eigenschappen van de verschillende media worden gebruikt in relatie tot de doelgroep? Et cetera. Deze vragen hebben de laatste jaren aan urgentie gewonnen door de opkomst en toenemende dominantie van internet en mobiele toepassingen. Dit heeft ingrijpende consequenties voor de productie, aggregatie, distributie en consumptie van content, waardoor het bijvoorbeeld veel makkelijker is geworden content over verschillende media te verspreiden en te consumeren (Van Vliet, 2008; Brussee & Hekman, 2009). In deze publicatie staan vijf afstudeeronderzoeken centraal die door studenten van de Hogeschool Utrecht zijn uitgevoerd, onder begeleiding van het lectoraat. In de vorige editie betrof dit in alle gevallen nog studenten van de opleiding Digitale Communicatie van de Faculteit Communicatie en Journalistiek, nu zijn er ook studenten betrokken van andere opleidingen van de faculteit en ook studenten van een andere faculteit (Natuur en Techniek). Het onderzoek van Lisanne Groenendaal naar kunstbeleving is gerelateerd aan een grotere onderzoekslijn naar de relatie tussen crossmedia en cultureel erfgoed (Van Vliet, 2009). Het onderzoek van Thomas Tijdink sluit aan bij het project History of the Future, naar de rol van toekomstverwachtingen uit het verleden voor onze huidige verwachtingen over nieuwe media. Het doorlopende onderzoek naar business modellen is de context geweest voor het onderzoek van Masoud Banbersta naar het succes van Twitter. En de vraag naar de rol van crossmedia in het onderwijs is door de afstudeerders Richard Deuzeman, Jeroen van Leeuwen en Yun Chen concreet gemaakt door te kijken naar de introductie van weblectures. Het spreekt dan ook voor zich dat de hier gepresenteerde onderzoeksresultaten slechts een tussenopname zijn die ingeweven zullen worden in andere publicaties en onderzoeksprojecten.
Overgewicht en obesitas komen steeds vaker voor onder kinderen met een lage sociaal economische status (SES) (1). Het drinken van suikerhoudende dranken (SHD) wordt genoemd als één van de veroorzakers van overgewicht bij kinderen (2). Het stimuleren van water drinken in plaats van SHD kan bijdragen aan de preventie van overgewicht en obesitas (3). Met name het stimuleren van water drinken vroeg in de ontwikkeling van voedingsgewoontes, tussen de 6-12 maanden. Hiertoe hebben de gemeente Breda, Spadel, Service Design bureau Ideate, en het lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) in 2016 de ‘Waterbox’ ontwikkeld binnen het landelijke programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De ‘Waterbox’ is een cadeaubox voor ouders van jonge kinderen (tussen 6-12 maanden) met een lage SES, waarin verschillende middelen zitten (beker, slabbetje, waterwijzer, boekje) om water drinken als bijvoeding te stimuleren (zie figuur 1). Om gedragsverandering te bereiken bij ouders is de box ontworpen om op het consultatiebureau (CB) af te geven en thuis te gebruiken. De eerste evaluatie (4) wijst uit dat er veel potentie zit in het product en het CB als uitgiftepunt. Ouders zijn positief, de box is laagdrempelig en geeft tips over water drinken met hun kindje. Ook het CB is enthousiast. Doordat de box als een cadeau is vormgegeven communiceert dit op een luchtige en visuele manier het gewenste gedrag. Dit bevordert de communicatie met ouders met een lage SES aangezien zij voornamelijk visueel zijn ingesteld en minder openstaan voor directief advies van het CB (5). Om het prototype door te ontwikkelen tot een effectief product hebben verschillende CBs en JOGG regisseurs binnen drie gemeenten (Breda, Oss en Den Bosch) PubLab gevraagd om hier ontwerpend onderzoek naar te starten. Dit KIEM project richt zich op de doorontwikkeling van de Waterbox tot een effectief en aantrekkelijk product voor CBs en ouders. Het doel is tweeledig; enerzijds de doorontwikkeling van de inhoud van de Waterbox, anderzijds inzicht krijgen in de werking van de box in zijn context: het consult op het CB en het bijvoedingsmoment thuis. Daarmee investeren de JOGG-regisseurs en de CBs in een innovatieve manier van het ter sprake brengen van deze voedingsgewoonte en het geven van effectiever drinkadvies aan ouders.
Technologiebedrijven Kega en Utilicht en retailer Hunkemöller hebben een vraag over ‘experience passen’ bij het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam neergelegd. Kega, Utilicht en Hunkemöller zijn bezig met het ontwikkelen van een ‘experience paskamer’, waardoor het passen van lingerie aangenamer en efficiënter moet worden voor de klant. De vraag die ze bij het lectoraat Crossmedia hebben neergelegd, wat tevens de praktijkvraag van deze aanvraag is, luidt: ‘Is er bij klanten behoefte aan technologieën in de paskamer die het passen kunnen vergemakkelijken en verbeteren en zo ja, om welke technologieën gaat het?’ Het lectoraat, waarvan één van de onderzoekslijnen retail en winkelbeleving is, wil deze vraag gezamenlijk met partners Kega, Hunkemöller en Utilicht beantwoorden. Middels een specifieke casus (experience paskamers) zal er in kaart gebracht worden welke behoeften klanten van lingeriewinkels hebben omtrent passen, welke technologie deze behoefte kan vervullen en hoe deze de algehele winkelbeleving beïnvloedt. Tevens is een doel van deze samenwerking om te verkennen hoe dit onderzoek opgeschaald kan worden. Daarom zal er gewerkt worden aan het bouwen van een consortium bestaande uit zowel meer technologiebedrijven als andere retailers en kennispartijen, om het vraagstuk omtrent winkelbeleving -en dan met name beleving tijdens het passen- tegemoet te komen. Het project beoogt de volgende uitkomsten: • Schematisch overzicht van behoeftes van consumenten omtrent passen in de winkel, gelinkt aan bijpassende technologieën die mogelijk inspelen op deze behoeftes. • Instrument in de vorm van een gevalideerde vragenlijst die meet in hoeverre een technologie binnen de retail ‘probable’ en ‘pleasurable’ is. • Publicatie in vakmedia over de uitkomsten van dit onderzoek: o Welke behoeftes consumenten hebben wat betreft passen in een lingerie-winkel o Mogelijke invloed van verschillende paskamer-technologieën op winkelbeleving van de consument o Kans dat consumenten technologieën in de paskamer daadwerkelijk zullen gebruiken • Concepten voor prototype nieuwe technologie omtrent passen. • Kennisdisseminatie en vraagarticulatie sessies met meerdere retailers, technologiebedrijven en kennispartijen. • Interne vooraanmelding HvA Raak MKB, consortiumvorming en gezamenlijk projectvoorstel dat als input voor een Raak MKB aanvraag dient.
Vanuit de ‘Renew the Book Challenge’, een initiatief van de Groep Algemene Uitgevers (GAU), is als specifieke uitdaging genoemd: ‘find new seductive ways of displaying books at (online) retail channels. Met deze KIEM-aanvraag hebben we als doel nieuwe manieren te verkennen, onderzoeken en valideren om boeken digitaal te presenteren in fysieke boekwinkels. Dit projectvoorstel is een initiatief van het PublishingLab van de Hogeschool van Amsterdam en wordt uitgevoerd in samenwerking met boekhandel Athenaeum Roeterseiland Amsterdam, De Nieuwe Boekhandel Amsterdam, Boekhandel Voorhoeve Hilversum, AKO Nederland en de Koninklijke Boekverkopersbond (KBB). Het onderzoek wordt begeleid vanuit de lectoraten Crossmedia en Netwerkcultuur aan de Hogeschool van Amsterdam. Het project beoogt de volgende uitkomsten: - Overzicht van de mogelijkheden voor het digitaal presenteren van het boek in winkels. - Onderzoek naar wensen en behoeften van klanten van boekhandels ten aanzien van de presentatie van boeken in boekwinkels. - Uitvoeren van 1 of 2 experiment(en) bij deelnemende boekhandels. - Rapportage van uitkomsten experimenten. - Schriftelijk advies aan mkb-retailers en vakpublicatie over de wijze van digitaal presenteren van boeken., - Een prototype van een innovatieve wijze van presenteren dat het schriftelijk advies onderbouwt. - Bijeenkomst in de vorm van een presentatie aan mkb’ers en studenten en belanghebbende partijen in het vak over de uitkomsten van het onderzoek. - Het opstarten van een consortium waarin meer onderzoek gedaan wordt naar innovatie in de boekhandel.