Paper which introduces an method developed by the research group Duurzame Projectontwikkeling of the SIA-RAAK project Energieke Restauratie. Besides an discription of the method, it also describes the application of the method for three (fictional) case study projects: Dairy Factory Dongeradelen (Lioessens), Strawboard Factory Free (Oude Pekela) and Der Aa church (Groningen).
Large structural changes are occurring in our society at this very moment. This has some large consequences for project development. According to Rudy Stroink, project development is on the brink of a system. The new style developer has to adapt to a new earning model. The golden ages are over. Private and collective commissioning are the beginning of a period in which the user will want to direct its own environment. The developer has to adapt if he wants to survive. Durability, long term profit, flexible office concepts and private and collective commissioning for houses will have to help the real-estate sector. This article will show the developments that caused this situation.
Gemengde woonprojecten zijn woonvormen waarin verschillende groepen mensen doelbewust samenwonen, contact onderhouden en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Deze vorm van huisvesting is de laatste jaren populair geworden vanwege het tekort aan sociale huurwoningen voor starters en de vraag naar woningen voor allerlei groepen met (tijdelijke en) urgente woonbehoeften, zoals erkende vluchtelingen (statushouders). Naast het vervullen van een woonbehoefte spelen bij gemengd-wonen projecten met statushouders vaak ook andere maatschappelijke doelen een rol, zoals participatie en integratie. Woningcorporatie Stadgenoot is sinds 2018 gestart met drie gemengd wonen projecten (Stek-projecten). Mede geïnspireerd door andere gemengd-wonen projecten in Amsterdam, is voor de Stek-projecten ingezet op het opbouwen van een community en het bevorderen van ‘een goede buur zijn’. Daarnaast is het contact met Stadgenoot en ondersteunende organisaties laagdrempelig georganiseerd. Op verzoek van Stadgenoot hebben Verwey-Jonker Instituut en Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie, onderzoek gedaan naar de ervaringen van bewoners en beroepskrachten betrokken bij de Stek-projecten. Doel van deze tussentijdse evaluatie was om op basis van deze ervaringen vast te stellen welke lessen getrokken kunnen worden over de opzet, het proces van totstandkoming en de werking van de sociale infrastructuur van de woonprojecten. Dit met het oog op eventuele verbetering van de Stek-projecten en op mogelijke toekomstige gemengd-wonen projecten van Stadgenoot. In het bijzonder is in het onderzoek gekeken naar het bereiken van de (sociale en integratie) doelen achter de projecten en of en in hoeverre de Stek-projecten hieraan bijdragen.
Collectief wonen biedt een mogelijk antwoord op een aantal prangede maatschappelijk uitdagingen zoals eenzaamheid en sociale achteruitgang in buurten en betaalbaar, duurzaam en zorgzaam wonen (Van Duren en Westenend, 2024). Ontevreden over het tempo waarin collectieve woonvormen op dit moment tot wasdom komen is in Gelderland de beweging van de Collectieve Huisvesters (CHV) gestart: een netwerk van private bedrijven, organisaties in het maatschappelijke middenveld zoals woningcorporaties en zorgpartijen, overheden en bestaande wooncollectieven. De missie van de CHV is om in 2033 20% van alle woningen deel van een collectief te laten zijn. Dat wil zij doen door slim bestaande kennis, kunde en netwerk te bundelen en daarmee bewonersinitiatieven in elk fase – initiëren, ontwikkelen, realiseren, beheren, en beëindigen - structureel te ondersteunen en, waar mogelijk, te versnellen. In dit onderzoek richten we ons op de eerste fase, initiëren: begeleiding naar formalisering om robuuste groepsvorming (kwaliteit) en erkenning (succes) door professionele partijen te versnellen. Ontwerptools, formats en modellen zijn in deze startfase cruciaal voor het ondersteunen van groepsvorming, onderbouwd keuzes maken, elkaar “zakelijk” vinden, aannames te testen en risico’s te mitigeren door keuze van een rechtsvorm om de volgende stap, financiering of projectontwikkeling mogelijk te maken. Welke ontwerptools en modellen daarin in de praktijk gebruikt worden, wat daarin daadwerkelijk (versnellend) werkt, wat dat vraagt van procesbegeleiders in het CHV netwerk, en welke kansen dit biedt voor creatieve professionals – als ontwerpers van modellen, tools en formats - is echter onduidelijk. We onderzoeken daarom de wijze waarop procesbegeleiders de verschillende soorten initiatiefnemers in de eerste fase van hun woonreis effectief ondersteunen, hoe kwaliteit en succes in deze fase kan worden vergroot, alsook welke kansen deze fase biedt voor CHV en creatieve professionals in het bijzonder.
Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050 (Rijksoverheid, z.d.). Bedrijven zullen hun activiteiten moeten organiseren in materiële kringlopen die de gehele levenscyclus bestrijken. Van afval is geen sprake meer. Hiervoor zijn nieuwe circulaire businessmodellen nodig die zich richten op samenwerking in de keten en waardebehoud in alle levensfases van producten, van ontwerp en productie tot gebruik en hergebruik. Mkb-bedrijven willen graag bijdragen aan de gewenste transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Het realiseren van een circulair businessmodel blijkt in de praktijk vaak lastig. Mkb-bedrijven die groeien hebben moeite met het vinden van bankfinanciering van hun circulaire ambities. Een belangrijke reden betreft de door banken moeilijk in te schatten risico’s die aan circulair ondernemen kleven. De toekenningswijze van financiering door banken is meer op zekerheden (activa) gebaseerd en minder op kasstromen. Dit werkt in het nadeel van mkb-bedrijven met circulaire verdienmodellen zoals Product-as-a-Service (PaaS), omdat hierbij de kasstromen uitgesteld zijn. Ook de ecosystemen waarin circulaire mkb-bedrijven dikwijls met elkaar samenwerken maakt de financiering ingewikkeld omdat samenwerking afhankelijkheid en daarmee risico betekent. Het doel van dit onderzoek is om de toegang tot bancaire financiering van mkb-bedrijven met circulaire businessmodellen met het verdienmodel PaaS te verbeteren door hen te helpen hindernissen weg te nemen. Voor dit project wordt een consortium gevormd onder leiding van het lectoraat businessmodellen van Saxion, met Hogeschool Rotterdam, Inholland en NHL Stenden, met banken ABN-AMRO en Rabobank, met kennisinstellingen Het Groene Brein en Sustainable Finance Lab, met ontwikkelingsmaatschappijen Innovation Quarter, Oost NL en Circulair Friesland en met mkb-bedrijven. Het consortium doet ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van de financieringsmogelijkheden van circulaire businessmodellen. De resultaten worden breed toegankelijk gemaakt in de vorm van een concreet stappenplan en inspirerende praktijkcases voor mkb-bedrijven om hun bancaire financieringsaanvraag voor een circulair businessmodel tot een succes te maken.
Windesheim zet de Impuls-middelen in voor de versterking van haar onderzoeksinfrastructuur, langs de volgende 3 routes: 1) Strategische onderzoeksprogrammering Windesheim is als brede hogeschool ook in het praktijkgerichte onderzoek breed georiënteerd. Die diversiteit uit zich in meer dan 25 lectoraten, die vanuit uiteenlopende opleidingen en maatschappelijke en economische perspectieven vraaggedreven onderzoek uitvoeren. Gezocht gaat worden naar de mogelijke onderlinge verbindingen tussen de lectoraten en hun netwerken enerzijds, en anderzijds naar de maatschappelijke en economische ontwikkelingen die impact hebben op de toekomst van onderwijs en onderzoek. Doel is om te komen tot een strategische onderzoeksprogrammering op enkele specifieke thema’s, die verder ondersteund gaan worden (o.a. SPRONG-aanvragen). 2) Netwerkvorming Windesheim staat bekend als een hoogwaardige opleidingsinstelling die waardevolle professionals opleidt voor en toeleidt naar het werkveld. Met de regionale stakeholders in het werkveld worden goede banden onderhouden, voor zowel onderwijs als onderzoek. Om ook in de toekomst robuuste relaties te hebben, zet Windesheim in op het versterken van haar netwerken met alle relevante stakeholders, niet alleen in de regio maar ook (inter)nationaal, waarbij het streven is verbindingen aan te gaan met koplopers in de strategische onderzoeksgebieden. Vanzelfsprekend is ook de samenwerking binnen de hogeschool en met andere hogescholen onderdeel van deze netwerkversterking. 3) Projectontwikkeling en -ondersteuning Om te komen tot een stevige, duurzame onderzoeksprofilering worden parallel aan visievorming en netwerkvorming, een aantal strategische projecten tot ontwikkeling gebracht. Gekozen wordt daarbij voor die thema’s die het sterkst verankerd zijn in de ruime regio van Windesheim, waarin de waardeketen met interne en externe partners garant staat voor een zo groot mogelijke bijdrage aan het succes en de impact van dat onderzoek. Projectontwikkeling omvat het proces van vraagarticulatie, bepalen en ontwikkelen van sterke consortia, het plannen en uitwerken van een funding strategie en het inrichten van professionele uitvoeringsondersteuning zoals projectmanagement, datamanagement, communicatie en disseminatie.