'De klimaatproeftuin bij BuildinG op de Zernikecampus in Groningen is een werkomgeving van 1,5 hectare waar dierse organisaties samen experimenteren, innoveren en netwerken op het geied van klimaatadaptatie. Hij trekt jaarlijks meer dan 10.000 bezoekers.'
LINK
De metingen van diverse innovatieve voorzieningen in proeftuinen op de Waterstraat in Delft en de Klimaattuin in Groningen vormen onderbouwing van de toekomstige richtlijnen voor klimaatadaptatie. De Urban Rainshell is een van die voorzieningen.
Het ene na het andere nieuwsbericht over hitteoverlast, droogte en wateroverlast volgt elkaar in rap tempo op. En vooral in de versteende (binnen)stad worden die effecten het meest gevoeld. Van oudsher zijn bomen een perfecte oplossing voor veel van deze uitdagingen omdat ze weinig ruimte innemen op de straat en veel functies hebben als natuurlijke airco, waterbuffers en habitat. Maar door de toenemende druk op de stad is zowel boven als onder de grond vaak weinig ruimte voor maatregelen en strijden allerlei belangen en functies voortdurend met elkaar, waarbij vergroening het nog te vaak niet wint. Om deze uitdagingen aan te pakken, ontwikkelde Niels Kuijpens enkele jaren geleden de Klimaatboom, een trechtervormig frame van gerecycled plastic dat de effecten van echte bomen nabootst zonder hun grote wortelstelsel nodig te hebben. Binnenin de ‘stam’ van het frame is plek voor een waterbuffer en klimplanten groeien langs het frame om een bladerdek te creëren, waarmee de klimaatboom koelt, verdampt, water opvangt en biodiversiteit bevordert. Het grote voordeel van zo’n klimaatboom is daarom dat ze nauwelijks ruimte nodig hebben en als aanvulling op de ‘echte boom’ op moeilijke plekken in de binnenstad geplaatst kunnen worden. Om met nieuwe ideeën geen nieuwe problemen te veroorzaken is duurzaamheid een focuspunt in de Klimaatboom, met een focus op regionale materialen en vervangbare of recyclebare onderdelen. Om het idee van de klimaatboom verder te brengen is in dit onderzoek gekeken naar de uitvoerbaarheid, effectiviteit en uiteindelijk de haalbaarheid van de Klimaatboom als maatregel. Met een multidisciplinair team van experts en studenten is onderzocht hoe het ontwerp van de boom naar een volgend niveau kan worden gebracht met aandacht voor zelfvoorzienend, plantkeuzes, materiaalsterkte, circulariteit en weerbestendigheid. Hiervoor is toegewerkt naar een werkend prototype van de Klimaatboom op schaal. Daarnaast is onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor productie in de regio en lokaal beschikbare materialen, een circulair businessmodel, marketingonderzoek en diverse ontwerpalternatieven.De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat de Klimaatboom veel potentie heeft om hoogstedelijke gebieden klimaatadaptief te maken. Het moet gezien worden als aanvulling op echte bomen, en niet als vervanging van, die vooral nuttig is op plekken met beperkte ruimte. Als zelfvoorzienende maatregel met gebruik van lokale materialen vraag het relatief weinig ontwikkel- en beheerkosten ten opzichte van reguliere stadsbomen. Bovendien kan het als kunstmatig object in vorm en plantensamenstelling worden aangepast aan lokale behoeften en mogelijkheden.
In het netwerkproject “Kuraag-Moed-Courage” willen we kunstenaars en cultuurwerkers uit de Duits/Nederlandse regio actief betrekken onder een thematisch motto. We bevinden ons in een opwarmend klimaat, zowel interpersoonlijk als meteorologisch, daarom willen we projecten en evenementen aan beide kanten van de grens verzamelen en deze gezamenlijk publiceren en presenteren die het effect van individuele actie en de verantwoordelijkheid van het individu in relatie tot respectvol omgaan met mensen en de natuur als inhoud hebben. Het doel is om een tweetalige Duits/Nederlandse website op te zetten en deze te vullen met projectlinks, platforms in sociale media te creëren, bijeenkomsten te organiseren, gezamenlijke projecten te initiëren zoals een gezamenlijk Duits/Nederlands koorproject - een gezamenlijke mars of iets dergelijks, gezamenlijke print - Publicaties, het informeren van pers, radio en televisie, het opzetten van een stimulerende Duits/Nederlandse adviesraad en het adviseren van de betrokken cultuurwerkers op het gebied van samenwerking.
Professionals van het Wetterskip, gemeenten, provincie en natuurorganisaties hebben de vraag gesteld hoe het watersysteem in Noordoost Fryslân duurzamer en toekomstbestendiger kan worden gemaakt. In dit RAAK Publiek project verricht hogeschool VHL samen met deze professionals en met kennispartners onderzoek naar dit vraagstuk. De ?houdbaarheidsdatum? van het traditionele waterbeheer lijkt bereikt. Traditioneel afwateren en ontwateren heeft geleid tot maaivelddaling in de veenweidegebieden, en daaraan gerelateerde CO2-uitstoot en uitspoeling van nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. Gevolg is een verlies aan waterbergingscapaciteit en een achteruitgang van de waterkwaliteit. Bij zware regenval is het moeilijk om het water nog te bergen en af te voeren om wateroverlast te voorkomen. Bij droogte ontstaan veel sneller dan voorheen watertekorten. Ook staan daardoor veel unieke ecologische waarden in de veenweidegebieden onderzoek druk of zijn verdwenen. Klimaatveranderingen versterken deze problematiek. In het project wordt kennis ontwikkeld over een klimaatadaptief watersysteem in veengebieden en nieuwe vormen van waterbeheer, functies en functiecombinaties en de relatie met het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem (flexibel waterpeil, berging in een natuurgebied, natte teelt, natuurvriendelijke oevers, etc.). Dit wordt gedaan door met elkaar en met andere actoren uit de regionale samenleving a) het watersysteem te onderzoeken en b) te experimenteren met innovatief waterbeheer in het gebied. De onderzoeksvraag is: In welke mate dragen nieuwe vormen van duurzaam, slim waterbeheer bij aan de toekomstbestendigheid van het watersysteem in Noordoost Fryslân? Het project levert voor de waterbeheerders, planologen, natuurbeheerders en andere betrokken professionals een digitaal handboek, bestaande uit een analyse van het watersysteem in het gebied, een klimaatstresstest, een gidsmodel voor het vasthouden en schoonhouden van water, beschreven innovatieve oplossingsrichtingen, een 3D animatie, een participatieve handreiking met ontwerprichtlijnen, beschreven ervaringen en enkele toekomstscenario?s voor het gebied. Dit alles wordt gekoppeld aan een veldwerkplaats en kennismanagementsysteem.
Samenwerking tussen bewoners en gemeenten wordt meer en meer gezien als een cruciaal onderdeel van klimaatadaptatie. De manier waarop samengewerkt kan worden is echter nog veelal onduidelijk of onbekend. Het BPiKA project probeert meer inzicht te krijgen in de manieren waarop bewoners kunnen bijdragen aan klimaatadaptatie. Dit project houdt een Living Lab aanpak aan in 11 wijken door heel Nederland waarin met bewoners data wordt verzameld omtrent het microklimaat, risicobeleving en grondgebruik en waar in samenspraak met deze stakeholders wordt gewerkt aan een samenwerking met de gemeente middels cocreatie van adaptieve maatregelen.