Onderzoekend vermogen is een term die vanaf 2009 binnen het hbo in gebruik is en sindsdien ook gebruikt wordt in de lerarenopleidingen en het mbo. Wat ‘onderzoekend vermogen’ precies inhoudt, wordt daarbij zelden helder gedefinieerd. Er is een enkele empirische studie die geprobeerd heeft hier meer duidelijkheid te bieden, maar tot op de dag van vandaag worden meerdere termen naast en door elkaar gebruikt waarbij niet duidelijk is of deze termen voor gebruikers dezelfde betekenis hebben of verschillende fenomenen aanduiden. Dat geeft een conceptuele verwarring die er bijvoorbeeld voor zorgt dat (leraren)opleidingen veel problemen ervaren als het gaat om het ‘hoe’ van de ontwikkeling van deze competentie bij een (aankomend) professional. Dit introducerende artikel op het themanummer van Tijdschrift voor Onderwijspraktijkstudies over het onderzoekend vermogen van onderwijsprofessionals probeert te laten zien hoe onderzoekend vermogen de satéprikker kan zijn die van de losse boterhammen ‘theorie’ en ‘praktijk’ een sandwich ‘professionele ontwikkeling’ kan maken. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de verwarring rondom onderzoekend vermogen en een nieuwe definitie gepresenteerd die op basis van een systematische conceptanalyse tot stand gekomen is. Daarna wordt geschetst hoe die nieuwe definitie kan helpen om onderzoekend vermogen beter te ontwikkelen bij (aankomende) professionals en tegelijk een hulpmiddel kan zijn in mbo- en hbo-opleidingen om het leren binnen het opleidingsinstituut sterker te verbinden aan leren in de beroepspraktijk.
LINK
In deze blog gaat het Expeditieteam Lerarenagenda in op de houding van onderwijsprofessionals ten aanzien van onderwijsinnovaties met een ICT-component. En, meer specifiek, op hoe het adaptief vermogen eruitziet van onderwijsprofessionals die geconfronteerd worden met de afwijzing van collega’s wanneer zij een onderwijsinnovatie voorstellen.
Wat zou jij doen als je Kyra en Luca was? Een scenariostudie, wat houdt dat in? Het Expeditieteam doet onderzoek naar de leraar van morgen. De inzichten die we als Expeditieteam tot dusverre hebben opgedaan toetsen we op verschillende manieren. Eén daarvan is een scenariostudie waarin we leraren en schoolleiders twee situaties rond een fictieve leraar, Kyra en Luca, voorleggen en ze vragen hierop te reageren via de vragen: 1. Wat is hier aan de hand? Waarom? 2. Wie zijn de betrokkenen in deze situatie? Waarom? 3. Wat zou jij doen als jij Kyra/Luca was? Wat zou jij doen als jij Elisa/Marina was? Waarom? Wat levert het op? Inleven in de vignetten geven je een moment om te reflecteren op hoe jij reageert op veranderingen in jouw school. De beleving van de situaties vanuit je eigen ervaring en de inbreng van je eigen overtuigingen staan hierbij centraal. Je wordt je (mogelijk) bewust van jouw eigen rol en afwegingen in voor jou herkenbare situaties. Bekijk de twee vignetten. Je kan ze zelf als reflectie instrument inzetten, maar dit bijvoorbeeld ook doen met je team inclusief de leidinggevende. Benieuwd hoe andere leraren en leidinggevenden omgaan met verandering? Lees het onderzoeksartikel: ‘Adaptief vermogen van leraren en leidinggevenden: een vignettenstudie naar omgaan met verandering’.
MULTIFILE
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.Doel De onderzoeksvraag luidt: Wat denken onderwijsprofessionals van de schoolorganisatie nodig te hebben om hun motivatie om in het Utrechtse basisonderwijs te blijven werken te vergroten? De leerkrachten onderzoeken de ondersteunende cultuur en structuur op scholen en de mate waarin in basisbehoeften van leerkrachten en schoolleiders wordt voorzien. Resultaten Een rapportage met beschrijvingen van good practices en overkoepelende inzichten over het behouden van onderwijsprofessionals Kennisdeling met betrokken schoolbesturen via presentaties en een toegankelijk kennisproduct Looptijd 01 februari 2023 - 31 december 2023 Aanpak In een professionele leergemeenschap (PLG) zetten zes academische of masteropgeleide leerkrachten samen het onderzoek op en voeren ze het uit. Ze worden begeleid en gevoed door onderzoekers vanuit de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.
Binnen het beroepsonderwijs worden leeromgevingen ontworpen waarin studenten en professionals samen werken, leren en onderzoeken over de grenzen van hun praktijken heen. Idealiter komen deze leeromgevingen tegemoet aan veranderende eisen en verwachtingen van lerenden, het werkveld en maatschappij. Onderwijsprofessionals en werkveldpartners worstelen met de vraag hoe samen, in co-constructie, vorm te geven aan zulke grensoverstijgende leeromgevingen. Initiatieven stranden, opschaling blijkt lastig en de opbrengsten onduidelijk. Co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen vraagt om consistente ontwerpkeuzes, uitgelijnd op de motieven van partners om samen te werken. Deze keuzes zijn lastig te maken doordat weinig bekend is over co-constructie en wat de impact is van geco-construeerde leeromgevingen. Met een sterk consortium van twee hbo- en drie mbo-instellingen en diverse werkveldpartners onderzoeken we dit via een ontwerpgericht design: 1) Ontwerpen van een instrumentarium om te onderzoeken wat bijdraagt aan de co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen. 2) Meervoudige casestudies waarbij het instrumentarium wordt ingezet om bij vijf cases (middels peer review) zicht te krijgen op welke interventies de co-constructie bevorderen en wat de opbrengsten zijn van de geco-construeerde leeromgevingen. 3) Valideren van de ontwerpkennis via focusgroepen van deelnemers binnen en buiten het consortium en deze kennis verwerken in een methodiek om a) de ontwikkelpotentie van leeromgevingen in kaart te brengen, b) co-constructie te ondersteunen en monitoren, en c) de gegenereerde impact te evalueren. 4) Middels de onder 3) ontwikkelde methodiek versterken van de co-constructie bij geselecteerde cases middels evidence-informed interventies en professionalisering. 5) Doorlopend: borgen van doorwerking van inzichten naar stakeholders in het (beroeps)onderwijs, de wetenschap en de beroepspraktijk. Met dit onderzoek beogen we kennis te vergroten over wat werkt in co-constructieve ontwerpprocessen en over de opbrengsten van geco-construeerde leeromgevingen. Met deze kennis bieden we professionals in verschillende contexten handvatten om in co-constructie responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen te (her)ontwerpen.
Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) kunnen zich vaak moeilijk in anderen verplaatsen en hebben moeite met sociale interactie. In de behandeling van kinderen met ASS wordt ingezet op het trainen van deze sociale vaardigheden (SoVa). SoVa-trainingen hebben echter te weinig effect. Het probleem van de huidige sociale vaardigheidstraining (SoVa) is enerzijds het gebrek aan motivatie bij kinderen met ASS om de training vol te houden en anderzijds de beperkte toepassing van dat wat in de SoVa training wordt geleerd naar het dagelijks leven. Zorgprofessionals concluderen dat aanpassing van de werkvormen gewenst is en hiervoor is een innovatieve blik nodig. De professionals willen nadrukkelijk kijken naar de inzet van digitale toepassingen. Om het effect van de SoVa-trainingen te vergroten wordt in dit project een zgn. Behaviour Change Support System (BCSS) ontwikkeld. Dit BCSS zal bestaan uit een aantal (digitale) toepassingen die met elkaar een logisch samenhangend geheel vormen, passend bij de doelen en methodische kaders die professionals hanteren in de SoVa-trainingen. De toepassingen moeten een set van op maat aan te bieden interventies zijn, gericht op belangrijke c.q. vaak benodigde vaardigheden in sociale interactie. Naast de ontwikkeling van het BCSS richt het project zich ook op het delen van kennis die gegenereerd wordt gedurende het ontwikkelproces van dit BCSS. Het project is een samenwerkingsverband tussen de lectoraten Zorg voor Jeugd, Zorg & Innovatie in de Psychiatrie en iHuman (NHL Hogeschool), het lectoraat User- Centered Design (Hanzehogeschool) en het lectoraat ICT innovatie in de Zorg (Windesheim). Daarnaast wordt samengewerkt met zorgaanbieders van kinder en jeugdpsychiatrie in Noord Nederland (Accare, Kinnik en GGZ Drenthe), diverse scholen basis- en voortgezet onderwijs in Noord-Nederland, het RGOc, de RUG en het kenniscentrum Kinder en Jeugdpsychiatrie. De ontwikkeling van de digitale toepassingen wordt gedaan door 8Dgames.