In het welzijnswerk speelt legitimatie van het eigen handelen een steeds belangrijkere rol. Welke rol speelt de welzijnswerker bij het uitvoeren van projecten en hoe ondersteunt hij de burger? Hoe bereikt hij zijn doelen en wat zijn die dan? Vragen die geleid hebben tot het Raak project, waarvan het Procivi reflectie-instrument één van de eindproducten vormt. Het Provici reflectie-instrument is een hulpmiddel voor de professional en de lerende organisatie om op systematische wijze te reflecteren op de eigen werkpraktijk en handelswijze. Een verkorte versie van dit instrument is de Procivi Quick scan. In dit document vindt U het Provici reflectie-instrument en de bijbehorende verantwoording. De verkorte versie van het instrument wordt gepresenteerd in het rapport ‘Professionalisering van de welzijnswerker : zelfreflectie als instrument. De verkorte versie : de Procivi Quick scan”(Lamers et al. 2009)
De complexe dynamiek tussen toezichthouders en cliënten in de reclassering wordt aangeduid met de term werkalliantie in gedwongen kader. De term werkalliantie staat voor de manier waarop een professional en een cliënt zich naar elkaar gedragen en samenwerken bij een tijdelijke, doelgerichte interactie binnen een juridisch verplichtend kader voor de cliënt. De kwaliteit van de werkalliantie wordt in meerdere studies van invloed geacht op voorkomen van uitval en daarmee medebepalend geacht voor het bereiken van het doel van een reclasseringstoezicht. In de hier gepresenteerde studie is een methode onderzocht die bedoeld is de kwaliteit van de werkalliantie te vergroten. Deze methode draait om gezamenlijke reflectie tussen toezichthouder en cliënt.
De diamant reflectie als reflectie-instrument is voor het onderzoeksproject Procivi ontwikkeld door en voor studenten. Lectoraat CESRT van Hogeschool Zuyd en de welzijnsorganisaties Trajekt en Wel.Kom zijn partners in dit project. In Procivi staan professionaliteit, professionalisering en (reflectie op) werkpraktijken in het welzijnswerk centraal (Sniekers, Dinjens, Lamers, Potting, en Reverda, 2009). Dit is ook het geval bij studenten die binnen de opleiding Social Work opgeleid worden. Zes studenten1 CMV, SPH en MWD van Hogeschool Zuyd hebben in opdracht van CESRT de diamantfiguur ontwikkeld en de vragen opgesteld, die als basis dienen voor dit reflectiedocument. CESRT heeft de studenten gevraagd om een reflectie-instrument te ontwikkelen omdat gedurende het project Procivi is gebleken dat reflectie essentieel is voor een professional in het welzijnswerk. Onderzoekers hebben in samenwerking met welzijnsprofessionals reflectie-instrumenten voor professionals ontwikkeld (Lamers, van Engelen, Dinjens, Potting, Sniekers, en Reverda, 2009; Lamers, Dinjens, Potting, Sniekers, van Engelen, en Reverda, 2009). Deze Diamant reflectie hebben de studenten in samenwerking met de onderzoekers ontwikkeld. Studenten starten bij aanvang van hun opleiding ook met reflectie, op zowel hun studieloopbaan als op praktijkleren. De bedoeling van het ontwerpen van dit reflectie-instrument is dat het door studenten zelf ontwikkeld wordt, vanuit een praktijkperspectief. De studenten kennen zelf het beste hun eigen ervaringen vanuit werkveld en opleiding. Om die reden zijn vierdejaars studenten gevraagd, want zij hebben de meeste werkervaring kunnen opdoen, zijn bekend met het werkveld en met wat de opleiding van hen vraagt ten aanzien van reflectie. De keuze voor studenten van zowel de MWD, SPH en CMV opleiding is bewust gemaakt, omdat de volgende generaties studenten in Social Work worden opgeleid; een brede bachelor in het welzijnsdomein. Dit diamantmodel en bijbehorende vragen zijn dus door studenten voor studenten opgesteld. Het doel is om studenten Social Work te ondersteunen met reflecteren op de werkpraktijk tijdens hun praktijkleren in het derde studiejaar.
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
De glastuinbouw in Nederland is wereldwijd toonaangevend en loopt voorop in automatisering en data-gedreven bedrijfsvoering. Voor de data-gedreven teelt wordt, naast het monitoren van de kas-parameters ook het monitoren van gewasparameters steeds meer gevraagd. De sector is daarbij vooral geïnteresseerd in niet-destructieve, contactloze en persoonsonafhankelijk monitoring van gewassen. Optische sensortechnologie, zoals spectrale afbeeldingstechnologie, kan veel waardevolle informatie opleveren over de staat van een gewas of vrucht, bijvoorbeeld over het suikergehalte, maar ook de aanwezigheid van plantziektes of insecten. Echter is dit vaak een te kostbare oplossing voor zowel de technologiebedrijven die oplossingen leveren als voor de telers zelf. In dit project onderzoeken wij de mogelijkheid om spectrale beeldvorming tegen lagere kosten te realiseren. Het beoogde resultaat is een prototype van een instrument dat tegen lage kosten met spectrale beeldvorming een of meerdere gewaseigenschappen kan kwantificeren. Realisatie van dit prototype heeft een sterke Fotonica-component (expertise Haagse Hogeschool) maakt gebruik van Machine Learning (expertise perClass) en is bedoeld voor toepassing op scout robots in de glastuinbouw (expertise Mythronics). Een betaalbare oplossing betekent in potentie voor de teler een betere controle over kwaliteit van het gewas en automatisering voor detectie van ziekte-uitbraken. Bij een succesvol prototype kan deze innovatie leiden tot betere voedselkwaliteit en minder verspilling in de glastuinbouw.