Voor het project Sensing Streetscapes sprak Hogeschool van Amsterdam-onderzoeker Frank Suurenbroek met Emiel Arends, ruimtelijk adviseur Stadsontwikkeling bij de gemeente Rotterdam en docent Watermanagement aan de Hogeschool Rotterdam. Arends vertelt hoe verdichting van de stad kan samengaan met een menselijke maat.Voor het onderzoeksproject Sensing Streetscapes maakten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar een booklet waarin zij en andere experts het belang van de menselijke maat in de verdichte stad analyseren. Het interview met Emiel Arends is daarin ook opgenomen.
LINK
In de periode januari – juli 2020 heeft een onafhankelijke externe commissie, in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (Regieorgaan SIA) geëvalueerd. De evaluatie richt zich op de vraag in hoeverre Regieorgaan SIA de doelstellingen zoals verwoord in het Convenant bereikt, dan wel in hoeverre het aannemelijk is dat Regieorgaan SIA de doelstellingen binnen de convenantsperiode1 zal bereiken. Een laatste evaluatie staatgepland eind 2022. Ter beantwoording van deze vraag heeft de commissie kennisgenomen van de zelfevaluatie en een reeks van rapporten, gesproken met stakeholders en met bestuur en medewerkers van het regieorgaan.De commissie heeft veel waardering ontmoet voor het werk van Regieorgaan SIA en oordeelt zelf ook positief. Tegelijkertijd stelt de commissie vast dat er nog veel te doen is voordat het praktijkgericht onderzoek in Nederland een volwaardige positie heeft in de kennisketen. De evaluatiecommissie acht het noodzakelijk dat Regieorgaan SIA vanuit een einddoel duidelijkemijlpalen formuleert en deze vervolgens operationaliseert. Pas dan kan bepaald worden hoe en met welk instrumentarium scherp gestuurd kan worden op het behalen van deze mijlpalen. Op basis van de evaluatievragen komt de commissie met de volgende aanbevelingen:• De aanbeveling uit 2017 omtrent inhoudelijke sturing blijft geldig en verdient continue strategische aandacht en een kritische zelfblik van organisatie en management. Een scherpere operationalisering van het einddoel is vereist om krachtig te kunnen sturen op de realisatie ervan.• Bevorder het leereffect bij aanvragers. Verbind de criteria waarop wordt beoordeeld helder aan de doelstellingen van het regieorgaan.• Maak een helder onderscheid tussen het verbeteren van de efficiëntie van de eigen organisatie (interne verbetertrajecten) versus het in beeld brengen van de impact van de activiteiten van Regieorgaan SIA op het verbeteren van de positie van het praktijkgericht onderzoek (externe verbetertrajecten).• Formuleer heldere mijlpalen die de stappen markeren naar het beoogde einddoel: het structureel inbedden van het praktijkgericht onderzoek in de publieke kennisinfrastructuur en het creëren van een volwaardige tweede geldstroom voor praktijkgericht onderzoek. Zorg daarnaast dat zowel resultaat als impact van projecten tastbaar en zichtbaar worden.Het einddoel ligt niet binnen de convenantsperiode, de mijlpalen liggen zowel hierbinnen als hierna.• Definieer de beoogde impact en kies voor een instrumentarium dat sterk stuurt op de structurele inbedding en een volwaardige positie van het praktijkgericht onderzoek binnen hogescholen en de kennisketen.• Richt het bestuur in op basis van de gewenste achtergrond en capaciteiten vanbestuursleden, met een persoonlijk profiel en competenties passend bij de overkoepelende visie (ook voorbij de huidige convenantsperiode) van Regieorgaan SIA. Neem een afgevaardigde van het NWO-bestuur op in de bestuurlijke organisatie van Regieorgaan SIA om bestuurlijke wrijving weg te nemen. Kies een voorzitter die fungeert als boegbeeldvoor het praktijkgericht onderzoek.• Houd het projectmatig werken vast en vertaal dit door naar externe processen.• Formuleer een meerjarenstrategie met een einddoel en duidelijke mijlpalen. Stuur en monitor van daaruit op meetbare resultaten op projectniveau.Daarnaast heeft de commissie een viertal aanbevelingen op grond van de bevindingen tijdens de evaluatie:• De naam Regieorgaan SIA verwijst naar de regierol die aan deze organisatie is toegekend. Wees helder over hoe deze rol wordt ingevuld en op welk vlak, en waar niet.• Stem in het kader van het leereffect waar mogelijk de procedures af op de Europese procedures.• Overweeg de rol van het mbo in de kennisketen bij het vormgeven van het vervolg na de convenantsperiode.• Gebruik succesverhalen om de toegevoegde waarde van praktijkgericht onderzoek te laten zien en positief af te laten stralen op zowel het hbo als Regieorgaan SIA.
MULTIFILE
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.
Beleidsambities lopen achter op de wetenschappelijk aangetoonde noodzakelijke snelheid van verandering gegeven de afspraken in het Akkoord van Parijs. Door de veelomvattendheid van het brede duurzaamheidsvraagstuk is verbinding van en afstemming tussen verschillende expertises en lectoraten noodzakelijk. Door het samenbrengen van lectoren van verschillende domeinen en sectoren zal kennis rondom succesfactoren en kennisontwikkeling in systeemtransities ten behoeve van klimaatadaptatie en -mitigatie breder verspreid en toegepast worden, ten einde gedragsverandering, gedragsbeïnvloeding, technische innovatie en natuurlijke processen elkaar te laten versterken. Transdisciplinair praktijkgericht onderzoek naar systeemtransities wordt aangejaagd. Het vernieuwende aan dit lectorenplatform is dat het sector- en domeinoverstijgend is. De eigen onderzoeksagenda wordt in samenwerking en in een netwerk met andere lectorenplatforms opgesteld en ook de output wordt in dat netwerk gedeeld. In bijeenkomsten van het platform worden succesfactoren en de rol van praktijkgericht onderzoek in systeemtransities besproken. Inzichten worden verzameld in een whitepaper met hierin 1) Visie rol toegepaste praktijkonderzoek in transities en 2) Systeemtransities: succesfactoren vanuit de praktijk. De informatie wordt verzameld en gedeeld in 6 fysieke en 6 online bijeenkomsten gedurende de 2-jarige looptijd van het platform. De kennis wordt gepubliceerd op een website die gevuld wordt met bijvoorbeeld andere vormen van communicatie zoals kennisclips, factsheets, storymap etc. Naast het opdoen van kennis wordt ook inspiratie gedeeld om hogescholen (op het niveau van de instelling en t.a.v. van onderwijs en onderzoek) systeemgericht te verduurzamen onder het motto: Verbeter de wereld begin bij jezelf. We streven ernaar dat op termijn al het hbo-onderwijs een vorm van duurzaamheid en transities in het curriculum opneemt, zodat er transitie-inclusieve curricula ontstaan. De rol van het LLKS hierin is ophalen en het verspreiden van ideeën en best practices vanuit het platform naar alle hbo- organisaties. Uiteindelijk wordt alle kennis gedeeld op een (eind)symposium waar op een interactieve manier van elkaar geleerd wordt.
Op weg naar de Biobased Economy zijn er nationaal en internationaal belangrijke vraagstukken die om oplossing vragen. Het HBO levert met praktijkgericht onderzoek een relevante bijdrage aan de realisatie van innovaties op weg naar een biobased economy. Hogescholen staan met hun onderzoek relatief dicht bij de afzetmarkten, die voor de Biobased Economy nog sterk in ontwikkeling zijn. Wil het biobased HBO onderzoek, met zijn eigen thematiek en aanpak een goede positie in de kennisinfrastructuur krijgen en houden, dan is het noodzakelijk de krachten te bundelen. De oprichtende lectoren van het Platform Biobased Economy willen via het kennisplatform biobased economy hier graag actief aan bijdragen. Het hoofddoel van het Lectorenplatform Biobased Economy is gericht op agenderen. Vanuit het Platform willen de lectoren de komende twee jaar mede vormgeven aan de onderzoeksagenda’s van SIA, de Nationale Wetenschapsagenda, de kennisagenda van het Ministerie van Economische Zaken om het thema Biobased Economy sterker te verankeren en de transitie naar een Biobased Economy te versnellen. Onder andere door het leveren van informatie en inzichten, door signalen op te halen uit het kennis- en het beroepenveld (met name MKB). Afgeleide doelen: 1. Het Platform zal een aanspreekpunt zijn voor HBO-onderzoek voor de topsectoren (TKI BBE, TS Chemie, Energie en Agro&Food) en haar intermediairs (Chemielink, Innovatielink) en op die manier de onderzoekspijler binnen het Landelijk Kennisnetwerk vormgeven. 2. Het nationale platform zal een rol spelen in de afstemming tussen diverse thematische en regionale agenda’s binnen de Biobased Economy, en de onderlinge samenhang verwoorden, bewaken en uitdragen. 3. Het Platform zal een rol spelen in het verwoorden van de HBO aanpak en het HBO belang in diverse beleids-, onderzoeks- en innovatiegremia. 4. Het Platform zal een rol spelen in het belang van de Biobased Economy binnen de circulaire economie