Background: Acquiring the theoretical and practical knowhow of conducting patient and public involvement (PPI) in research is not part of the traditional curriculum of researchers. Zuyd University of Applied Sciences and Huis voor de Zorg, a regional umbrella patient organization, therefore started a 1.5-year coaching programme. Objective: To establish a community of practice by developing a PPI coaching programme for senior and junior health services researchers of Zuyd University. The context consisted of research projects conducted by the participants. Methods: A participatory action research methodology. Data were collected from reports of thematic group meetings and individual sessions with participants, field notes and regular reflection meetings with the project team. Data were analysed by reflexive deliberation. Findings: The programme comprised a kick-off meeting (52 attendees), followed by 7 group meetings with 11 junior and 9 senior researchers. The project team constructed a serious game based on the concept of the participation ladder. Questions and concerns differed for junior and senior researchers, and separate tailored meetings were organized for both groups. Between group meetings, participants received individual assignments. Group meetings were accompanied by individual coaching sessions to provide tailor-made feedback. The programme concluded with a combined meeting with all stakeholders. Conclusion: Building a community of PPI practice through action research facilitates the development of a coaching programme that fosters social learning, empowerment and the development of a shared identity concerning PPI. The role and responsibilities of senior researchers should be distinguished from those of junior researchers.
DOCUMENT
This paper analyses Amsterdam’s Startup-in-Residence (SiR) programme as new type of policy to engage startups in the development of urban innovation through a challenge-based public procurement of innovation (PPI) process. The programme is being mimicked by other cities and government agencies, but so far there has not been a rigorous, theoretically-informed analysis of the approach. In this paper, we specify and focus on the role of city-based, public-affiliated intermediaries as initiators, moderators and influencers of conversations between startups and the local government. The main contribution of SiR as a PPI intermediation programme has been to launch new types of fruitful conversations on several levels, that lead to institutional innovations rather than direct solutions for urban problems or startup development. In this sense, SiR fulfils a role inquiring and ascribing urban challenges with values and notions of “worth” that preceded and shaped innovation directions. We also suggest that engaging startups is effective for only a limited bandwidth urban challenges; different types of intermediation are required to foster collaborative innovation in more complex settings.
DOCUMENT
Waste from raw materials has a direct influence on the final price of a product. However, since waste has no added value to products, customers are unwilling to pay for it. Reducing waste along the production process and supply chain allows companies to decrease costs and remain competitive in product prices. This research is conducted in a medical device manufacturing company located in Tijuana (Mexico). The company found a negative variation in part number 9540, a metallic foil used for hot stamping. During inventory cycle counts, the company found that they were purchasing rawer material than necessary due to a 50% of waste generated along the production process. We implemented two process improvement methodologies, namely Practical Process Improvement (PPI) and the Plan-Do-Check-Act model, to eliminate 100% of the raw material waste, specifically regarding the foil's waste. The improvement project comprised two phases: a) adjusting the parameters of the hot foil stamping machine and b) replacing the hot foil stamping machine with a pad printing machine. In our research, the PPI methodology is presented in 8 detailed stages as a simple problem-solving method, in contrast with five stages reported in other documented cases. This case study presents how a company can apply continuous improvement programs and its managerial implications, even without having a structured and defined systems for quality, such as Six Sigma or Lean Manufacturing implemented. After the two implementation phases, the improvement project led to economic savings of $\$ $ 165,000 in a year.
DOCUMENT
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) komen te vaak in de problemen in het onderwijs, waarbij een deel van de kinderen zelfs uit het onderwijs valt. Dit heeft mogelijkerwijs te maken met twee duidelijke knelpunten van het beleid van passend onderwijs. Ten eerste is passend onderwijs nog te veel een bestuurlijk construct en nauwelijks op het handelingsniveau van professionals gericht. Ten tweede vormen de grenzen van onderwijs en de jeugdhulpverlening nog te veel een belemmering om met vereende kracht leerlingen op maat te ondersteunen. Het op maat ondersteunen vraagt om een versteviging van vaardigheden van leerkrachten en jeugdhulpverleners om het welbevinden en leergedrag van ASS-leerlingen te stimuleren. Daarbij kunnen professionals elkaars expertise beter benutten om op deze manier samen in de klas op een talentgerichte wijze het welbevinden en leergedrag van leerlingen met ASS te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is het ontwikkelen van een bruikbaar prototype van een professionaliseringsaanbod voor leerkrachten en jeugdhulpverleners dat de vaardigheden die deze professionals in de klas nodig hebben versterkt, zodat leerlingen met ASS op een passende wijze ondersteund worden in hun leergedrag en welbevinden. Het consortium –bestaande uit leerkrachten uit het (speciaal) primair onderwijs, jeugdhulpverleners, gedragsdeskundigen – managers en onderzoekers, brengt via een ontwerponderzoek de behoeftes en benodigde vaardigheden in kaart en ontwikkelt ontwerpprincipes en een concept professionaliseringsaanbod. Dit concept is de basis van een professionaliseringsaanbod waarmee een bredere groep leerkrachten en jeugdhulpverleners tools krijgt om leerlingen met ASS effectief te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is in lijn met het landelijk beleid rondom passend onderwijs en de nationale wetenschapsagenda bij het thema ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’. Verbetering van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in een integrale aanpak zorgt voor betere schoolresultaten, minder schooluitval en een betere communicatie tussen leerkrachten en hulpverleners en draagt bij aan een inclusieve maatschappij.
Energy transition is key to achieving a sustainable future. In this transition, an often neglected pillar is raising awareness and educating youth on the benefits, complexities, and urgency of renewable energy supply and energy efficiency. The Master Energy for Society, and particularly the course “Society in Transition”, aims at providing a first overview on the urgency and complexities of the energy transition. However, educating on the energy transition brings challenges: it is a complex topic to understand for students, especially when they have diverse backgrounds. In the last years we have seen a growing interest in the use of gamification approaches in higher institutions. While most practices have been related to digital gaming approaches, there is a new trend: escape rooms. The intended output and proposed innovation is therefore the development and application of an escape room on energy transition to increase knowledge and raise motivation among our students by addressing both hard and soft skills in an innovative and original way. This project is interdisciplinary, multi-disciplinary and transdisciplinary due to the complexity of the topic; it consists of three different stages, including evaluation, and requires the involvement of students and colleagues from the master program. We are confident that this proposed innovation can lead to an improvement, based on relevant literature and previous experiences in other institutions, and has the potential to be successfully implemented in other higher education institutions in The Netherlands.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
Centre of Expertise, part of Hogeschool van Arnhem en Nijmegen