Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Deze publicatie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp ingeleid en wordt uitgelegd hoe deze publicatie tot stand is gekomen. In hoofdstuk 2 wordt een impressie gegeven van de verschillen en overeenkomsten tussen de ateliers. In hoofdstuk 3 gaat Mathijs Rutten, directeur Facility Management, in op de vraag wat er nodig is om al die ateliers ook echt een plekje te geven in de gebouwen van de hogeschool. Daarna komt in hoofdstuk 4 Siebren Baars aan het woord. Hij is - naast zijn functie als docent-onderzoeker - een ervaren architect die verschillende schoolgebouwen heeft ontwikkeld. Hij gaat in op rol die de fysieke onderwijsomgeving van gebouwen ateliers speelt in het onderwijs. De 31 ateliers zijn beschreven in hoofdstuk 5 en worden voorafgegaan door een inleiding van Frank Scholten. In hoofdstuk 6 beschrijven Roelien Wierda en Ron Barendsen hun ervaringen tijdens de ontwikkeling van het InnovationLab. Tenslotte gaat Gerry Geitz in hoofdstuk 7 in op de relatie tussen ateliers en Design Based Education
DOCUMENT
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
Deze vervolgaanvraag is gebaseerd op de resultaten van de eerste fase aanloopactiviteiten LC en bouwt voort op de geformuleerde conclusies en aanbevelingen. Learning community-ontwikkeling en docentprofessionalisering zijn cruciale elementen in de ontwikkeling van een responsief regionaal ecosysteem gericht op het slimmer en beter opleiden van mensen voor de waterstoftransitie. Met betrekking tot learning community-ontwikkeling onderzoeken we de wijze waarop de integratie van de W in de WIL driehoek verbeterd kan worden. Daarnaast richten we ons met onderzoek op het leren in een learning community te transformeren van leren van elkaar naar leren met elkaar. In het project is daarnaast specifiek aandacht voor de rol van docenten in regionale ecosystemen. Docenten hebben – net als de andere deelnemers in een learning community – een andere rol dan die van de klassieke docent. Die rol verschuift naar samenwerken in de regio, participeren in ontwikkeling van innovaties met bedrijven en onderzoekers en zo meer. Dat vraagt om een andere benadering van docentprofessionalisering. We richten regionale experimenten in waarin verschillende mechanismes en interventies rond de ontwikkeling van learning communities en de veranderende rol van deelnemers daarin worden onderzocht op hun effectiviteit.
Context Kernmotto van onze Ambitie 2025 is dat Avans naast een excellente en brede onderwijsinstelling ook kennispartner van de regio wil zijn. De komende jaren krijgt het praktijkgericht onderzoek een stevige boost. Tegelijkertijd is Avans tot nu toe nog maar beperkt zichtbaar geweest in Europese netwerken en programma’s, terwijl dit uitstekende bronnen zijn voor (maatschappelijke) meerwaarde van ons onderzoek, het onderwijs en voor de regio. Strategie De focus van de onderzoeksactiviteiten van Avans ligt op vier Centers of Expertise (CoE), twee expertisecentra en twee doorsnijdende thema’s. Hiermee spelen we in op de regionale, nationale en Europese vraagstukken. Belangrijkste doelstelling van dit project (Avans@EU) is om een strategie te ontwikkelen waarin onze CoE’s, lectoren, (docent-)onderzoekers en studenten op een gestructureerde manier aansluiting kunnen vinden bij de relevante Europese netwerken en programma’s. De lectoren en onderzoekers die beschikken over enige ervaring en een relevant netwerk gebruiken we als ‘lighthouse’ . Netwerken Het op- en uitbouwen van de Europese netwerken is een belangrijke doelstelling voor de CoE’s. De opgave in Avans@EU is daarom het identificeren van de netwerken, het valideren van de aanknopingspunten en het bepalen van de manier waarop aansluiting bij dit netwerk mogelijk is. Supportinfrastructuur Na afloop van het Avans@EU project hebben we een helder beeld van de inrichting van de supportinfrastructuur. Daarbij zetten we een Community of Practice op rondom de EU en een programma om de kennis over Europese programma’s en netwerken bij lectoren en (docent)onderzoekers te vergroten. Regionale Impact De impact die societal challenges (incl. SDG’s) en innovaties gaan hebben op de traditionele(re) industrie in het verzorgingsgebied van Avans is enorm. Door het ontsluiten van de kennis in de genoemde netwerken kan Avans als kennispartner voor het regionale partners dienen en studenten voorzien van actuele kennis.
Centre of Expertise, part of Hogeschool van Amsterdam
Centre of Expertise, part of Zuyd Hogeschool
Consortium, part of Saxion
Centre of Expertise, part of Avans Hogeschool, HZ University of Applied Sciences