Purpose: Literature detailing the effectiveness of school-based physical activity promotion in- terventions in prevocational adolescents was reviewed to identify effective intervention characteristics.Methods: The search strategy assessed studies against inclusion criteria study design, study population, school setting, language, and construct. The risk of bias of the included studies was assessed, and extractions were made of the physical activity (PA) level outcome measures and intervention characteristics regarding organizational, social, and content features. A meta-analysis was conducted to determine the overall effect of the interventions on the PA level. Identification of effective intervention characteristics was done by subgroup analyses. Meta-regression analysis was performed with PA level as dependent variable and intervention characteristics as covariates. Results: A total of 40 eligible studies was included for meta-analyses. Among the included studies, the overall intervention effect on increasing the PA level of prevocational adolescents was weak (standardized mean difference [SMD] .19, 95% confidence interval [CI] .12e.27). Intervention characteristics that improve the effect size to a moderate level were intracurricular PA (SMD .43, 95% CI .19e.68), involving school staff in an intracurricular intervention (SMD .37, 95% CI .16e.58) and a tailored intracurricular intervention (SMD .35, 95% CI .13e.58). Meta-regression analysis confirmed PA as a positive predictor.Conclusions: The effect of a school-based PA intervention was small to moderate. A sensible choice in the assembly of a multicomponent school-based PA intervention increases the effectiveness considerably. Physical education teachers, school administrators, and policy makers should consider organizational (intracurriculum, short and medium duration), personal (tailoring, participation), social (school staff) and content (PA) determinants.
MULTIFILE
The central aim of this thesis was to increase understanding of designing vocational learning environments at the school–work boundary. Four studies were conducted, focusing on learning environment designs at the school–work boundary and on design considerations of the actors involved in their construction, both from the world of school and the world of work.
In this study we investigated the functioning of a data-team in a secondary school in the Netherlands. A data-team works on a problem that is relevant for the school and uses of all kinds of 'data' that are present in school. Our research questions were twofold: 1) 'what is needed for a datateam to be able to function?' and 2) 'what benefits do participants of the data-team report?'. We used a qualitative approach to answer these questions by analysing the minutes of the meetings of the data-team. Results show that a data-team needs acces to data (!) and that goals for the investigated problem have to be clear. The participation of a line-manager is essential to establish both access to data and setting of clear goals. Participants claim that they have become more critical and they are also proud that they have contributed to (partially) solving the schools' issue.
Onderzocht wordt in hoeverre embodied cognition activiteiten bij meetkundeonderwijs in de bovenbouw van de basisschool leerlingen aanzetten tot wiskundig denken (abstraheren) en op welke manier leerkrachten dit proces kunnen begeleiden.
Het project ‘App4Support – doorontwikkeling en validering’ ondersteunt vrijwillige jeugdtrainers om sportuitval te voorkomen bij kinderen met milde psychosociale problemen. Hoewel sporten belangrijk is voor hun fysieke en mentale gezondheid, haken juist deze kwetsbare kinderen vaak vroeg¬tijdig af op de sportclub. Dit project wil daar verandering in brengen door de app ‘App4Support’ die we recentelijk vanuit Hogeschool Winderheim tezamen met het bedrijfsleven, sportclubs en professionals hebben ontworpen, verder te ontwikkelen en te valideren. De app ‘App4Support’ is ontworpen om vrijwillige jeugdtrainers te ondersteunen in het pedagogisch verantwoord omgaan met moeilijk-te-verstaan gedrag van kinderen op de sportclub. De app biedt inzicht in gedragingen van kinderen en de aanleidingen hiervoor en geeft praktische tips voor vrijwillige jeugdtrainers, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en praktijkkennis. We werken in dit project aan een uitgebreidere en gevalideerde versie van de recentelijk ontworpen app. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is het toevoegen van een digitaal samenwerkings¬platform waarop jeugdtrainers en sportprofessionals kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Om een beeld te krijgen van de bruikbaarheid – oftewel ter validering – van deze volgende versie van de app creëren we een living lab-setting tijdens één van de vele sportfestivals die jaarlijks in ons land plaatsvinden. Onder de bezoekers van het sportfestival zal zich ongetwijfeld een aanzienlijk aantal vrijwillige jeugdtrainers bevinden. We nodigen deze jeugd¬trainers op het sportfestival uit om de app, inclusief het digitale samenwerkingsplatform, ter plekke te verkennen in een interactieve setting, met een focus op de gebruiksvriendelijkheid, relevantie en compleetheid van de app. Het doel van deze testcase is om waardevolle input te verzamelen voor de doorontwikkeling en validering van de app ‘App4Support’. Hierdoor zal de app zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeftes van vrijwillige jeugdtrainers in de dagelijkse praktijk op sportclubs. Dat voorkomt sport¬uitval bij kwetsbare kinderen en draagt in die zin bij aan een inclusieve sportparticipatie.
In het ziekenhuis kan elke fout een leven kosten. Zo kan al een kleine bereidingsfout bij het klaarmaken van intraveneuze medicijnen (IV) leiden tot levensbedreigende omstandigheden voor de patiënt. Bereiding van dit type medicijnen gebeurt in de apotheek en op de verpleegafdeling. Met name op de verpleegafdeling is het een drukke en onvoorspelbare setting. Wereldwijd komen in deze setting ernstige bereidingsfouten nog te frequent voor. Om deze menselijke fouten te reduceren, wordt in deze KIEM aanvraag een proof-of-concept ‘slim oog’ ontwikkeld die vlak voor de toediening detecteert of de juiste dosis aanwezig is, of het type medicijn correct is en geen vervuiling aanwezig is. Het slimme oog maakt gebruik van hyperspectrale technologie en artificial intelligence, en is een samenwerking tussen de Computer Vision & Data Science afdeling van NHL Stenden Hogeschool, de automatische medicijncontrole specialist ZiuZ, en het Tjongerschans ziekenhuis. De unieke combinatie tussen nieuwe AI-technieken, hyperspectrale techniek en de toepassing op intraveneuze medicijnen is voor dit consortium technisch nieuw, en is nog niet eerder ontwikkeld voor de toepassing aan het bed of in de medicijnkamer op de verpleegafdeling. De onvoorspelbare setting en de urgentie aan het bed maakt dit onderzoek technisch uitdagend. Tevens moet het uiteindelijke device klein en draagbaar en snel werkzaam zijn. Om de grote verscheidenheid aan mogelijke gebruik scenario's en menselijke fouten te vangen in het algoritme, wordt een door NHLS ontwikkelde simulatie procedure gevolgd: met nabootsing van de praktijksituatie in samenwerking met zorgverleners, met opzettelijke fouten, en computer gegenereerde beeldmanipulatie. Het project zal geïntegreerd worden in het onderwijs volgens de design-based methode, met teams bestaande uit domein experts, bedrijven, docent-onderzoekers en studenten. Het uiteindelijke doel is om met een proof-of-concept aan-het-bed demonstrator een groot consortium van ziekenhuizen, ontwikkelaars en eindgebruikers enthousiast te maken voor een groter vervolgproject.