In het kader van het programma Sociale Vitaliteit (Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta Leeft) heb ik onderzoek gedaan naar de organisatiekracht van bewonersgroepen en hoe deze zich ontwikkelt mede door ondersteuning van sociaal werkers en door medewerking vanuit de gemeentelijke organisatie. De gebruikte vragenlijst is na afloop van het onderzoek herzien en bestaat nu uit 40 items waarmee periodiek met de bewonersgroep geevalueerd kan worden hoe zij hun eigen bijdrage en die van andere betrokkenen zien. De vragenlijst is openbaar en gebruikt worden voor vervolgonderzoek. Het onderzoeksrapport is eveneens openbaar gepubliceerd (Rozema, et al (2017).
DOCUMENT
De Handleiding Vragenlijst Cultuur van Excellentie presenteert een zelf-diagnostisch instrument dat docenten, team, opleidingen of instellingen kunnen gebruiken om de cultuur van excellentie te peilen. De vragenlijst kan ook ingezet worden door beleidsmedewerkers of onderwijsadviseurs. De vragenlijst geeft inzicht in de mate waarin er sprake is van een cultuur waarin studenten willen, kunnen en mogen excelleren én hoe mensen denken over excelleren als concept. De vragenlijst is uitermate geschikt om verschillen tussen subculturen in kaart te brengen.
DOCUMENT
In het huidige statistiekonderwijs is te weinig aandacht voor het proces voorafgaand aan de dataverzameling en uitvoering van de berekeningen ten behoeve van het beantwoorden van de onderzoeksvragen; het proces van datamanagement. Datamanagement is echter cruciaal voor het garanderen van de kwaliteit van de data en dus de betrouwbaarheid van de onderzoeksbevindingen. Te weinig aandacht voor dit proces vergroot de kansen op fouten in de gegevens, met als gevolg dat onderzoeksvragen niet beantwoord kunnen worden en projectgelden worden verspild. Om in deze kennislacune te voorzien is een procedure ontwikkeld, die gebruikt kan worden om databestanden te structureren en op te bouwen voordat met de feitelijke uitvoering van het onderzoek wordt begonnen. Deze procedure is beschreven het rapport ‘Van vragenlijst tot tabel’. Daarnaast wordt in de rapportage ingegaan op hoe de gegevens in SPSS kunnen worden geanalyseerd en op hoe de output van de analyses eenvoudig in een tabel voor een onderzoeksrapport of artikel kan worden gezet.
DOCUMENT
Dit rapport behandelt de uitkomsten van de vragenlijst Landschap en Energie Drentsche Aa. De vragenlijst geeft inzicht in hoe 154 inwoners in het Nationaal Park Drentsche Aa denken over (het nemen van beslissingen over) energiemaatregelen in een gebied met hoge natuurlijke, landschappelijke, aardkundige en cultuurhistorische waarden. De vragenlijst is onderdeel van de deelstudie Inwonersvisies Landschap & Energie waarin de resultaten van vragenlijst met inwoners zijn besproken en waarin een handelingsperspectief wordt geboden. De deelstudie Inwonersvisies is één van de drie deelstudies van het programma Energietransitie & Participatie Drentsche Aa dat de Natuur- en Milieufederatie Drenthe en BOKD uitvoeren voor het Overlegorgaan van het nationaal park Drentsche Aa.
DOCUMENT
Instrument vragenlijst voor leerkrachten rondom integraal aanbod op maat voor kinderen met ASS
LINK
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Sinds 2015 is Den Haag als eerste Nederlandse gemeente lid van het Global Network for Age-friendly Cities and Communities van de Wereldgezondheidsorganisatie. Onderdeel van dit lidmaatschap is het periodiek evalueren van de seniorvriendelijkheid van de stad. Echter, nergens ter wereld bleek een instrument te bestaan dat dit op een valide wijze kan doen. Vanuit de gemeente Den Haag volgde de opdracht om zo’n instrument te maken.
MULTIFILE
In dit rapport beschrijven wij de resultaten van een vragenlijst onder huisartsen en praktijkondersteuners jeugd in de gemeente Hoorn. Zij zijn bevraagd over de samenwerking met1.Hoorn. Dit is het punt, dichtbij in de wijk, waar inwoners terecht kunnen met al hun vragen rond zorg en ondersteuning in Hoorn.Huisartsen en praktijkondersteuners beoordelen het contact met 1.Hoorn gemiddeld met een 7,4. Laten we echter één beoordeling met een 1 buiten beschouwing, dan is het gemiddelde een 7,7. In de bredere regio (waarin ook andere gemeenten waren opgenomen) scoorden wijkteams de afgelopen twee jaar om en nabij de 5 op exact dezelfde vraag. In verhouding hiertoe doet 1.Hoorn het dan ook goed.De meeste huisartsen en praktijkondersteuners hebben een aantal keer per maand contact met 1.Hoorn. Dit percentage is aanzienlijk hoger dan in voorgaande regionale metingen. Het contact is in vergelijking hiertoe dan ook hoog en neemt mogelijk toe.De huisartsen en praktijkondersteuners vinden in grote mate dat 1.Hoorn een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit en efficiëntie van de zorg, alsmede aan een bredere kijk. Daarnaast vinden zij het sparren over complexe zaken een belangrijke bijdrage van 1.Hoorn.De uitwisseling van gegevens wordt als belangrijkste knelpunt ervaren. Ook zijn er bij diverse huisartsen en praktijkondersteuners zorgen over de continuïteit van het contact en is er bij enkelen enige onduidelijkheid over de exacte rol van het wijkteam in het zorglandschap.Door de huisartsen en praktijkondersteuners worden oplossingen onder andere gezocht in het delen van lijsten met patiënten, uitwisseling van bijvoorbeeld telefoonnummers, één aanspreekpunt en het vergroten van het zicht op wat 1.Hoorn doet.
MULTIFILE