Het ideaal van persoonlijke autonomie speelt niet alleen op allerlei manieren een belangrijke rol in de samenleving, ook in het onderwijs geldt het als uitgangspunt en doel van vorming. In dit artikel wordt dit ideaal geproblematiseerd en opnieuw doordacht door het te verbinden met de oorspronkelijke betekenis van auto-nomie als zichzelf de wet opleggen. De vraag wordt gesteld waarin deze 'wet' bestaat en hoe zich deze verhoudt tot de christelijke notie van afhankelijkheid van God als een vorm van heteronomie. Wat betekent dit alles voor vormingsidealen in het onderwijs?
DOCUMENT
Zeven aanbevelingen voor de publieke professional om - vanwege hun rol in de circulaire economie - meer te doen met binnenhavens.
LINK
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
DOCUMENT
Mensen en conflicten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tijdens conflicten is er vaak sprake van machtsongelijkheid tussen partijen. Deze ongelijkheid in de machtsverhouding tussen partijen is regelmatig onderwerp van gesprek tussen mediators. Dit vormde de aanleiding voor een onderzoek naar de machtbalans in arbeidsmediations. De ervaringen opgedaan tijdens dit onderzoek nemen we mee in dit artikel en we pogen een antwoord te geven op de vraag ‘Heeft de mediator een rol in het herstellen van het machtsevenwicht tijdens een Mediation waarbij sprake is van machtsongelijkheid tussen partijen?’
DOCUMENT
In 2007 is de Wet maatschappelijk ondersteuning (WMO) van kracht geworden. De WMO is (onder meer) gericht op het beheersbaar houden van de kosten van ons zorgstelsel. Een van de oplossingen die de wet aandraagt is om waar mogelijk informele zorg in te zetten in plaats van betaalde zorg. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt aannemelijk gemaakt dat verschillende vooronderstellingen achter de wet niet overeen komen met hoe informele zorg in de praktijk 'werkt'. De bevindingen die in dit artikel gepresenteerd worden zijn gebaseerd op diepte-interviews met informele zorgers in een zwakke buurt (nèt geen 'achterstandsbuurt') in een middelgrote stad in Nederland. Het eerste beeld dat we ter discussie stellen is dat vaak onnodig om professionele hulp wordt gevraagd, en dat de burger te weinig verantwoordelijkheid neemt ten opzichte van zijn medemens. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met fysieke en sociale problemen elkaar op verschillenden manieren helpen en in dat opzicht nemen ze juist wel hun verantwoordelijkheid. Het tweede beeld dat we confronteren met onze bevindingen is het tekort aan informele zorg in onze samenleving: steeds minder mensen zouden bereid zijn een ander te helpen. Wat we vonden was eerder een sterke weerstand onder de geïnterviewden om ofwel informele hulp te vragen of om aangeboden hulp te accepteren. Het tekort in de informele zorg zou wel eens eerder in de vraag dan in het aanbod kunnen zitten. Het laatste beeld dat we ter discussie stellen is dat van weerbare mensen die kwetsbare mensen (zouden moeten) helpen. Het adagium van de WMO is 'niet leunen maar steunen'. We vonden dat kwetsbare mensen voor een deel elkaar op de been houden en dat 'leunen én steunen' de werkelijkheid vaak beter weergeeft.
DOCUMENT
Stel je voor: 26 mensen die elkaar niet kennen, nemen als een groep deel aan een wedstrijd die een duurzaamheidsvraagstuk moet oplossen. De wedstrijd heeft een lange duur, dus om kans te maken op de winst is het noodzakelijk de taken te verdelen tussen kleine werkgroepen (teams) die samenwerken aan het behalen van kortetermijndoelen (milestones). De ambitie is te verrassen en vernieuwen en een breed gedragen bijdrage te leveren aan het duurzaamheidsvraagstuk. Daarnaast is het de bedoeling dat de samenwerking leerzaam is voor de groepsleden. Niemand mag het team verlaten doordat men het werken niet meer aankan of oververmoeid raakt of geen plezier meer heeft. Nee, men moet er vooral heel lang van kunnen nagenieten. Deelname zou ook een opstapje moeten zijn naar een volgende stap in iemands carrière
DOCUMENT