Deze eindrapportage van het project ‘competenties van de zorgprofessional van de toekomst’ is uitgevoerd in opdracht van de Health Hub Utrecht, Coalitie Aantrekkelijke Arbeidsmarkt. De rapportage is tot stand gekomen met inbreng van een groot aantal mensen uit zorg, welzijn en opleidingen, die in dialoogsessies mee hebben gedacht over hoe de zorgprofessional van de toekomst goed toegerust kan worden. Met elkaar is gezocht naar de uitdagingen die zorg en welzijn, en opleidingen denken tegen te komen richting 2030 en er is nagedacht over richtingen die bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. De tweede publicatie betreft het tussenrapport: Competenties van de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst: Tussenrapportage ter afsluiting van fase 1. (Drs. J. Dijkstra RN, dr. M. Jacobs, Drs. B. Berkhout, 2023)
MULTIFILE
Een op de praktijk georiënteerd boek over bruikbare en praktijkgerichte onderzoeksmethoden en -technieken in welzijnszorg en gezondheidszorg was lang niet voorhanden. De noodzaak ervan lijdt echter geen twijfel. Dit boek voorziet duidelijk in een behoefte. Het boek kende sinds de eerste verschijning in 1996 13 drukken. Nu is er een nieuwe geheel herziene 13e druk. Beroepsbeoefenaren in welzijn en gezondheidszorg komen niet alleen steeds meer in aanraking met onderzoek, zij verrichten steeds vaker zelf onderzoek in hun beroepspraktijk. In het hoger beroepsonderwijs is praktijkgericht onderzoek dan ook meestal onderdeel van de reguliere onderwijsprogramma's. Op gestructureerde wijze worden in dit boek bruikbare en praktijkgerichte onderzoeksmethoden en -technieken beschreven.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de verzorgende en begeleider in de zorgsector. Het zijn beroepen waarin de tekorten snel oplopen én waar tegelijkertijd een terugloop van het aantal studenten voor de opleidingen is. Op opleidingsniveau heeft o.a. Da Vinci college een brede opleiding gerealiseerd met drie uitstroomprofielen. Hierdoor worden studenten breder opgeleid en kunnen na de opleiding flexibeler ingezet worden. Bovendien hoeven ze pas later een keuze te maken, hetgeen o.a. de uitval vermindert. Maar ook het werk zelf verandert, mede als gevolg van een veranderende visie op gezondheid en nadruk op meer zelfregie. Dit betekent dat het beroepsbeeld (beroepshandelingen, beroepsproducten en gevraagde competenties), ook verandert. Er ligt meer nadruk op de 21st century skills. Hoe ziet het nieuwe beroepsbeeld er uit? Voor opleidingen en ook voor zorgorganisaties die hun verzorgenden en begeleiders willen bijscholen of nieuwe medewerkers willen aantrekken is het zaak om zicht te krijgen op wat er precies verandert in de beroepsprofielen en hoe de bijbehorende 21st century skills er uit zien. Dit onderzoek beoogt een realistisch, concreet én ook aantrekkelijk beroepsbeeld te genereren, door de 21st century skills te koppelen aan actuele (kritische) beroepshandelingen en -producten. Dit beeld wordt gerelateerd aan de (veranderende) context én -in een narratief- gekoppeld aan een persoon. Daarmee werken we voorbeelden uit van breed opgeleide zorgmedewerkers in de beroepspraktijk, inclusief les-/voorlichtingsmateriaal, om geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Bovendien is dit project een voorbeeld hoe maatschappelijke organisaties en onderwijs samen kunnen werken aan vernieuwing van functieprofielen én aan toekomstbestendig opleiden tbv de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Crossovers in de techniek (ook Inholland en De Haagse Hogeschool).
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.Doel Het onderzoek heeft als doel om welzijnswerkers en beleidsbepalers te ondersteunen in het bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de energietransitie bij bewoners in kwetsbare wijken. Resultaten Het onderzoek heeft als beoogd resultaat om concrete handvatten aan te reiken voor welzijnswerkers en beleidsbepalers om het draagvlak voor de energietransitie te vergroten. Lees hieronder drie nieuwsberichten over het project door de Provincie Utrecht. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van participatieve kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij ook de koppeling naar meer kwantitatieve onderzoeksmethoden zal worden gemaakt. Een van de uitgangspunten is om sociale verandering in samenspraak met degenen die het aangaat te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat interventies beter aansluiten bij de wensen en behoeften van respondenten en voorkomt mogelijke weerstand, omdat interventies niet top down worden opgelegd. De impact op het onderwijs en beroepspraktijk Het serieus betrekken van bewoners bevordert acceptatie en draagvlak. Dit vergroot het succes van de energietransitie als geheel. Daarnaast zorgt de samenwerking met het onderwijs ervoor dat relevante kennis en ervaring direct ten goede komt aan studenten. Ook brengen zij hun perspectieven in om bij te dragen aan het onderzoeksdoel. Cofinanciering Dit project wordt gecofinancierd door SIA als SIA post doc met dossiernummer HBOPD.2018.04.004.
In de stedelijke omgeving van Dordrecht wordt er gewerkt aan een groen en gezond woongebied. Naast het verminderen van hittestress en wateroverlast, wordt er ruimte gemaakt voor meer biodiversiteit. Dit gebeurt onder andere op De Staart, een versteende wijk naast een industriegebied, die zich begeeft tussen het centrum en Nationaal Park De Biesbosch. Deze unieke locatie maakt dat deze wijk geschikt is als een ecologische corridor waar dieren zich kunnen verplaatsen van de ene habitat naar het andere. Door de publieke ruimte en de tuinen van de bewoners te vergroenen worden deze verbonden aan de corridor. Om bij te dragen aan deze natuur gebaseerde klimaatadaptatie wordt er door een maatschappelijke organisatie eerst onderzocht hoe de beleving van de bewoners met betrekking tot de natuur is en of zij interesse hebben om aan het welzijn ervan bij te dragen. Het practoraat Water en Bodem sluit zich hierbij aan en gaat met een aantal geïnteresseerde bewoners onderzoeken wat de bodemkwaliteit is van hun tuinen. Deze nulmeting is belangrijk om te beslissen welke maatregelen er nodig zijn om de bodem te verbeteren, zodat de juiste vegetatie aangeplant wordt als voedsel en schuilplaatsen voor dieren. De bodemkwaliteit wordt in een periode van minimaal 1 jaar gemonitord, met onder andere bodemsensoren, om te volgen wat de invloed is van eventuele genomen maatregelen. Het practoraat vormt hierin een brug tussen onderzoek, buurtparticipatie en beroepspraktijk en zorgt ervoor dat het onderwijs een bijdrage levert aan dat deze wijk zich steeds meer in een natuurgebied begeeft. Het onderwijs haalt extra praktijkkennis in huis, bijvoorbeeld door middel van ontwikkeling van meetmethoden en de directe maatschappelijke blootstelling door middel van interactie met bewoners. Mens en natuur profiteert van het verbeteren van onze leefomgeving.
Consortium, part of Saxion