In het kader van klimaatsverandering is het van groot belang om inzicht te krijgen in de impact van intensievere buien, langdurige droogte en hitte dat grote effecten kan hebben op de economie en kwaliteit van de leefomgeving. Om deze reden hebben diverse projectpartners en Fries Bestuursakkoord WaterKeten (FBWK) met de doelgroep (water)wethouders en ambtenaren van de Friese gemeenten samengewerkt aan de volgende vragen in de Friese regio: - Hoeveel schade ondervindt de regio bij een flinke bui? - Waar bevinden zich hitte-eilanden in de gebouwde omgeving in Friesland? - Welke maatregelen kunnen we nemen om de negatieve effecten van klimaatverandering te voorkomen en welke middelen zijn hiervoor nodig? Dit project leverende de volgende producten op: Wateroverlastkaart (WOLK), hittestresskaart, kennisclips, expertkaart die werden besproken bij diverse masterclasses klimaatadaptatie. Met deze producten is inzicht verkregen in de toekomstopgave ten aanzien van het klimaatbestendig maken van de regio en in de mogelijke schade en benodigde middelen om dit te voorkomen.
MULTIFILE
‘Delta Dreamers’ is een project dat is mogelijk gemaakt vanuit de Regiodeal- thema aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt - en waarin de eilanden Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard en Voorne-Putten samenwerken. Doel van het onderzoek is om bedrijven in de Zuid-Hollandse Delta te adviseren hoe zij hun bedrijf toekomstbestendig kunnen neerzetten als het aankomt op het aantrekken en behouden van jong talent. In het samenwerkingsverband hebben elf bedrijven zich aangesloten bij dit project. Naast deze bedrijven zijn drie onderzoekers van Hogeschool Inholland, acht Inholland studenten, de begeleidende docenten en vertegenwoordigers van de vier gemeentes betrokken. In het kader van het afstuderen verrichtten vier studentenduo’s (telkens een student Business Studies en een student HBO-Rechten) onderzoek naar beroepsbeelden van kraptefuncties bij zeven bedrijven; deze bedrijven hebben ieder een passend bedrijfsadvies ontvangen. De resultaten geven inzicht in hoe bedrijven realistische en up-to-date beelden naar buiten kunnen brengen in o.a. wervingsprocedures en hoe deze bedrijven de kans kunnen vergroten dat jongeren in de Zuid-Hollandse Delta blijven wonen en werken.
Als je het maatschappelijke debat over bedrijventerreinen volgt, vraag je je soms af of deze gebieden überhaupt een bredere waarde hebben. Bedrijventerreinen worden verbonden met typeringen als verdozing en hebben het uiterlijk van blokkendozen. Ze komen over als anonieme en verweesde landschappen. Het zijn ruimtelijk vaak grijze geïsoleerde (hitte-) eilanden en verrommeling, lelijkheid en schaamgroen is een veelvoorkomend verschijnsel. Burgers en ook de lokale overheid lijken deze gebieden het liefst te mijden of negeren. Het beeld van een noodzakelijk kwaad lijkt het meest van toepassing.
LINK
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen en zijn herbivore sleutelsoorten verdwenen. Het rif wordt overwoekerd met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem door middel van “Building with Nature” te herstellen. Artificiële riffen worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en op de Saba bank. Van Hall Larenstein, STENAPA, SCF, IMARES, CNSI en Golden Rock Dive Centre werken samen in het AROSSTA (Artificial Reefs on Saba and Statia) project om deze vraag te beantwoorden. Hiervoor worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen wordt bepaald door gedurende 1,5 jaar de vestiging van zee-egels, vissen en koraal te onderzoeken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoeklocaties. Daarnaast is bekend wat het effect is van het gebruikte materiaal en het aanbrengen van extra schuilplaatsen op de functie van artificiële riffen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in hoeverre artificiële riffen een bijdrage leveren aan het herstel van aangrenzende gebieden. Omdat het onderzoek uitgevoerd wordt op twee locaties, met contrasterende omstandigheden, zullen de resultaten van regionaal belang zijn om bestaande en toekomstige artificiële riffen optimaal te laten functioneren.
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. De afgelopen decennia is dit ecosysteem echter ernstig achteruit gegaan. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen. Herbivore sleutelsoorten, zoals de zee-egel, zijn verdwenen door een gebrek aan schuilplaatsen. Het gevolg is dat het rif overwoekerd wordt met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken en zo voorkomen dat het rif zich herstelt. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem te herstellen. Artificiële riffen zorgen voor een directe toename van driedimensionale structuur. Ze worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en Saba. Om deze vraag te beantwoorden worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen voor vis en koraal, wordt gedurende anderhalf jaar onderzocht en vergeleken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoekslocaties.
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opéénstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid koraal op het rif afgenomen en is de kwaliteit van dit ecosysteem ernstig achteruitgegaan. Een belangrijke oorzaak hiervoor is een massasterfte onder de herbivore zee-egel Diadema antillarum, waarbij 95% van de populatie werd uitgeroeid. Door het wegvallen van deze sleutelsoort worden de macro-algen niet langer onder controle gehouden en kan nieuw koraal zich niet vestigen, waardoor het ecosysteem niet kan herstellen. Helaas zijn de zee-egels, 30 jaar na de massasterfte, nog steeds afwezig op de meeste riffen. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen actieve interventies gebruiken om de zee-egelpopulaties te herstellen. Er zijn sterke aanwijzingen dat beperkte vestiging van zee-egellarven en predatie op juveniele zee-egels belangrijke oorzaken zijn voor het achterblijvende herstel. Dit project heeft daarom als doel om interventies te ontwikkelen die de vestiging en overleving van zee-egels in de eerste levensfases optimaliseren. Om dit te bereiken wordt onderzocht hoe biochemische signalen en verschillende soorten structuren ingezet kunnen worden om de vestiging van zee-egellarven te stimuleren. Daarnaast wordt onderzocht wat de belangrijkste predatoren van zee-egels zijn, hoe belangrijk deze zijn en hoe extra schuilplaatsen geboden kunnen worden om de overleving van juveniele zee-egels te maximaliseren. Uiteindelijk worden de best-werkende interventies gecombineerd tot een eindproduct, een “Diadema booster”, dat herstel van de zee-egelpopulaties mogelijk maakt. Hiermee wordt beoogd een kettingreactie in gang te zetten: macro-algen worden intensiever begraasd, er groeit meer koraal, wat uiteindelijke weer leidt tot een geschikter habitat met meer schuilplaatsen voor de zee-egels. Op die manier krijgt het koraalrif rondom Saba en St. Eustatius, maar ook op andere plekken in het Caribisch gebied, kans om te herstellen.